DE EENDENKOOI
Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties
gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.
Collectie A.M. Hoogendam, fotobewerking Arie Wapenaar
Alsof het een landingsplaats van een UFO was.
Zo zag de 'Eendenkooi van Hoogendam' in
de Aalkeet-Buitenpolder er vanuit de lucht
uit. Voor onbekenden met het Hollandse
cultuurlandschap welteverstaan, want kenners
herkennen de spinachtige vorm meteen. Wat
vorm betreft week de kooi, die ongeveer ter plekke van
hockeyclub Pollux lag, af van de nog bestaande eendenkooi
even verderop richting Maasland. De groene oase sneuvelde
in 1958 ten gunste van de vooruitgang.
Vlaardingen dacht er met de opspuiting van de Broekpolder
(en een klein deel van de Aalkeet-Buitenpolder) en met
het oog op stadsuitbreiding beter van te worden. Zwaar
vervuild havenslib en bestuurlijke onmacht stonden de
ontwikkelingen echter in de weg. Woningbouw bleef uit en
kunstgras ligt nu 5 meter boven wat ooit de kooiplas met
zijn planten- en dierenrijkdom was. Het is overigens niet de
enige eendenkooi die van het Vlaardingse grondgebied is
verdwenen. Centraal in de Broekpolder lag in de 16e eeuw
nog een kooi en in 1563 werd in de Holiërhoeksepolder ook
een eendenkooi gesticht, die het begin van de Tachtigjarige
Oorlog vermoedelijk niet heeft overleefd. Een eendenkooi
is een plek in het open weidelandschap met een centrale
waterplas, vangarmen en omgeven door een beschutting
gevende bosachtige begroeiing. Het concept is eenvoudig:
semitamme lokeenden voeren van elders wilde eenden
mee, die vervolgens in een slim stelsel van haakvormige
waterlopen, die uit de plas stulpen en door begroeiing,
netten of gaas afgeschermd zijn, gelokt worden. Het
kooikershondje verleidt de altijd nieuwsgierige eenden
steeds verder de vangpijpen in te zwemmen. Wanneer ze
ver genoeg zijn, jaagt de kooiker
de eenden nog verder de fuik
in en sluit de steeds nauwer
wordende pijp met een schot.
Wat restte, was een draai van
de nek en het plukken, waarna
de eenden naar de poelier of
particulier verkocht werden.
Vlaardinger A.A. Hoogendam
(1932) hielp als kind zijn oudoom
Maarten Hoogendam (1885-1974)
enkele jaren bij de eendenvangst
en weet daar beeldend over
te vertellen. Trots is hij op
een zwart-witfoto van een
tegeltableau van de eendenkooi.
Gemaakt net voor februari
1960 toen de 'Kooiwoning'
gesloopt werd. Deze boerderij,
in 1957 door de gemeente van
Hoogendam gekocht, was
door de opspuiting van de
Broekpolder ontwricht geraakt
en de gemeente greep dit aan om
deze te laten slopen. Ongeacht
het feit dat op de plek van deze
karakteristieke eeuwenoude
boerderij zelf geen opspuitingen
plaatsvonden. Jaren procederen
waren hieraan voorafgegaan.
Hoogendam wist een goede prijs
voor het onteigende erfgoed te krijgen, maar wat in de
koopakte vooral opvalt, is de eerste aanvullende bepaling:
'De tegel s van de schoorsteen in de woonkamer van het
pand Broekweg 253 blijven het eigendom van de verkoper
en mogen bij het verlaten van dit woonhuis door hem op
eigen kosten worden verwijderd.' Toen hij de boerderij
noodgedwongen verliet, voegde hij de daad bij het woord.
Het tableau, een polychrome voorstelling uit de eerste helft
van de 19e eeuw, toont de kooiplas waar wilde eenden zich
juist bij de lokeenden voegen. Duidelijk zijn de vangarmen
te zien, terwijl rechts achter de beschutting gevende
rietmatten de kooiker en zijn hondje de potentiële buit in
de gaten houden. Over de ouderdom van de eendenkooi
kan niets met zekerheid gezegd worden. In 1553 wordt deze
voor het eerst vermeld, als onderdeel van het grondgebied
van het complex Hoogstad. Johan van Oldenbarnevelt
vermeldt rond 1600 de kooi in een inventarisatie van de
geconfisqueerde eigendommen van de Spaansgezinde
ambachtsheer van Vlaardingen. De ambachtsheer, Karei
van Arenberg, blijkt eigenaar van de 'vogellkooy', waarvan
'Willem Meeszn tot Vlaerdincg' pachter is'. In de 19e eeuw
werd de kooi losgemaakt uit het grondgebied van Hoogstad
en was de familie Hoogendam drie generaties lang eigenaar.
35 Musis