Bob de Kuyper
Musis 6
producten van de Ervan Lucas Bols
op veel plaatsen in de wereld worden
geproefd.
Bols ging ook in de twintigste eeuw
verschillende malen in andere handen
over. Het bedrijf zelf kocht ook
concurrenten op. In 1989 sloot Bols
een joint venture met bierbrouwer
Heineken en ging een fusie aan met
voedingsmiddelenbedrijf Wessanen.
Na een uitkoop door de directie in
1998 wist Rémy Cointreau in 2001 de
parel van het Nederlands gedistilleerd
aan haar bezit toe te voegen. In 2006
werd Bols weer een zelfstandig bedrijf
en vestigde zich op vertrouwde
grond: in Amsterdam. Het bedrijf
is tegenwoordig in handen van de
familie Van Doorne, een naam die
eerder bekendheid verwierf in de
vaderlandse automobielindustrie. De
producten zijn nog steeds wereldwijde
bestsellers.
linnen, juwelen, een bibliotheek
en een verzameling gouden en
zilveren medailles en penningen, een
trekjacht en paarden en rijtuigen om
de buitenplaatsen aan de Vecht te
bezoeken."
Door minder kundige opvolgers
en economische tegenslagen
zoals beperking van de
exportmogelijkheden tijdens de Franse
bezetting verliep het bedrijf en trad
de familie Bols in 1816 terug. Volgende
eigenaren (Van 't Wout, Temminck,
Moltzer) wisten het merk opnieuw
groot te maken. In de negentiende
eeuw groeide de export en konden
Vergeleken bij die van Bols lagen en
liggen de eigendomsverhoudingen
bij Koninklijke De Kuyper veel
eenvoudiger. Dit bedrijf wordt sinds
1695 geleid door één familie en het
geldt dan ook als een van de oudste
familiebedrijven ter wereld.
De naam De Kuyper
lijkt verweven met
Schiedam, maar
vindt zijn oorsprong
in Rotterdam, waar
de distilleerderij tot
1911 was gevestigd, ongeveer op
de plek waar nu het oogziekenhuis
staat. Verhuizen werd noodzakelijk
toen de productie in Rotterdam
onder druk kwam te staan door de
stadsuitbreiding en het wegvallen
van de directe transportverbinding
met de Maas. Vestiging in buur- en
jenevergemeente Schiedam lag voor
de hand, maar hoe gunstig het
klimaat ook leek en hoe gunstig het
bedrijfspand aan de Buitenhavenweg
ook was gelegen, de overplaatsing
verliep allesbehalve van een leien
dakje. Bob de Kuyper: „Mijn opa
Paul werd in Schiedam met de nek
aangekeken. De andere distillateurs
lieten ons links liggen. Het werd
ons kwalijk genomen dat wij ons
niet aansloten bij de gangbare
instituten. Maar wij hadden de
andere distillateurs niet nodig, wij
produceerden zelf onze moutwijn,
we hadden een eigen molen en
produceerden vooral voor de export.
We gingen helemaal onze eigen gang."
Dat De Kuyper op zijn etiketten
Rotterdam als vestigingsplaats bleef
vermelden, deed de verstandhouding
met de Schiedamse collega's ook geen
goed. De animositeit hield lang aan
- ook Remi de Kuyper, Bobs vader,
werd niet als "one of the boys"