DE EERSTE ROEIWEDSTRIJD OP DE MAAS Toeschouwers op en rond ae tribune van de KNYC-wêdstrijd, 24 juli T85Ü. Ch. Rochussen. Maritiem Museum Rotterdam tekst: Jeroen ter Brugge foto's Maritiem Museum Rotterdam Musis 14 'De Nijverheid', namen deel aan het Rotterdamse societyleven. Dat laatste als lid van de Koninklijke Nederlandsch Yacht Club (KNYC). De in 1845 opgerichte KNYC was het initiatief van Prins Hendrik, broer van de latere koning Willem III. Hij deed zijn bijnaam 'De Zeevaarder' eer aan door niet alleen bij de marine zelf een actieve maritieme loopbaan te doorlopen, maar zeker ook door zijn pogingen de Nederlandse scheepvaart op een hoger plan te brengen. Hiertoe stimuleerde hij in den lande de oprichting van lokale zeil- en roeiverenigingen. De KNYC was daarbij niet alleen de eerste maar ook de enige die een landelijke dekking had. Het lidmaatschap stond open voor leden vanuit het hele land. Uiteraard werden veel Rotterdammers lid, maar ook een substantieel aantal Amsterdammers, Hagenaars en anderen. De meeste leden hadden een binding met de maritieme wereld. Naast zakelijke betrokkenheid bij de scheepvaart beschikten velen over een eigen jacht of ander pleziervaartuig. De club verenigde welgestelde enthousiastelingen voor de maritieme sector. Natuurlijk door het organiseren van zeil- en roeiwedstrijden maar vooral ook door het zijn van een sociëteit idden 19e eeuw was Rotterdam als (wereld-)havenstad in opkomst. De Nieuwe Waterweg zou vanaf 1872 de bereikbaarheid van de Maasstad nog sterk verbeteren, maar de latere vooraanstaande positie zat er aan te komen. De Nederlandse Handel Maatschappij (NHM, opgericht in 1824) verzekerde Amsterdam nog van het grootste aandeel in de handel op voornamelijk Nederlands- Indië maar Rotterdam volgde kort daarop. Met een gunstige ligging, aan de internationale handelsroutes en met het Duitse achterland, streefde het de hoofdstad voorbij. Diezelfde omstandigheden golden ook voor andere steden in de Rijn-Maasdelta, zoals Dordrecht, Schiedam en Vlaardingen. De eerste was van oudsher actief op het gebied van de internationale overzeese koophandel wat in veel mindere mate voor de beide kleinere Maassteden gold. Dordrecht genoot in bescheiden mate van de privileges van de NHM, een positie die de andere steden aanvankelijk niet bereikbaar waren. De ambities en daadkracht van Schiedam zouden hierin lokaal verandering brengen. De weg naar de rivier werd gezocht en gevonden. Niet alleen door een serieuze participatie in de koopvaart, maar ook in de scheepsbouw. Het ondernemende deel van de stedelijke elite, met burgemeester Jan Loopuyt voorop, nam het voortouw. Schiedam werd een havenstad in de dop, met Rotterdam als voorbeeld. Hoewel in theorie concurrenten, vonden over en weer participaties plaats. Rotterdamse rederijen bestelden schepen in Schiedam en de aandeelhouders in de Schiedamse rederijen en scheepswerf

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2013 | | pagina 14