WIM KERKHOF
REIST OVER
DE WERELD
OM WEER
THUIS TE
KOMEN
tekst: Peter de Lange
foto: Liesbeth Bouwers
Wim Kerkhof
Musis 20
Een countryzanger kan niet zonder
eigen biotoop. Hoeveel landen Wim
Kerkhof ook heeft bezocht, de ideale
plek heeft hij nooit aangetroffen.
Nergens voelt hij zich beter thuis dan
thuis. In Vlaardingen-Ambacht en
omliggende Rijnmondgemeenten ligt
voor de frontman en liedjesschrijver
van The Amazing Stroopwafels de
inspiratie voor het opscheppen.
Welzeker, een duizenden kilometers
lange strook leeg en zinderend asfalt
in Australië kan hem ook op muzikale
ideeën brengen. Maar dat wordt dan
toch weer een lied over thuis. Over de
eindeloze weg tussen Schoonhoven en
Lekkerkerk.
"Ik woon sinds mijn halfde in
Vlaardingen. Mijn ouders verhuisden
vanuit Rotterdam omdat ze hier
een huis konden krijgen. Ik heb
altijd rond de Van Hogendorplaan
gewoond, ook toen ik eenmaal het
huis uit was bleef ik deze wijk
trouw. Om te beginnen woonden
we van 1953 tot 1970 in de Van
der Heimstraat. Daarna was ik
vijfjaar weg omdat ik in Leiden
geschiedenis studeerde en op kamers
woonde. In '75 kwam ik terug naar
Vlaardingen en woonde ik heel even
in de Coornhertstraat. Daarna werd
het de Johan de Wittststraat, in '88
het Narcisplein en sinds 2000 de
Kethelweg.
Mijn vader kwam oorspronkelijk uit
Delft, hij was radiomarconist op de
wilde vaart. Hij voer in de oorlog
in konvooi op Shelltankers en is
verschillende keren gebombardeerd.
Mijn moeder was verpleegster in
Dordrecht. Ze waren verloofd, maar
tijdens de bezetting zagen ze elkaar
vijfjaar niet. Ook na de oorlog was
hij vaak op zee. Hij kwam pas aan de
wal nadat ik was geboren, in 1953.
Hij ging werken bij Radio Holland,
een bedrijf dat radiotelegrafisten aan
schepen uitleende.
In mijn ogen leidde hij een
avontuurlijk leven. Toen hij nog
voer stuurde hij kaarten naar huis
met postzegels uit exotische streken
zoals Buenos Aires en Aden. Hij
was reislustig van aard en deed
in schriftjes verslag waar hij was
geweest en wanneer en wat hij er had
gezien. Hij was geen zeeman van het
soort dat in iedere haven een ander
schatje heeft. Eerder een rechtlijnige
zeeman die niet van drinken hield en
geen tatouages liet zetten. Hij hield
alleen van het water. Een verhaal dat
kenmerkend voor hem is, overkwam
hem in de oorlog in Middlesborough
waar zijn schip aan de kade lag toen
het luchtalarm afging en allerlei
mensen halsoverkop dekking zochten
aan boord. Opeens kwam er een
naakte vrouw de hut van mijn vader
binnenrennen. Later, toen hij dit
verhaal vertelde, zei hij: En ik heb
niet eens gezien hoe 't eruit zag! Als je
daar niet op let ben je toch niet echt
een stereotype zeeman.
Net als mijn vader hou ik van reizen,
maar zijn voorliefde voor het water
deel ik niet. Ik heb nooit naar zee
gewild. Ik hou helemaal niet van
water. Ik was blij toen het Kolpabad
werd gesloopt. In tegenstelling tot
veel Vlaardingers had ik er geen
prettige herinneringen aan. Een
neefje van mij was verdronken. Om
te voorkomen dat mij hetzelfde zou
gebeuren moest ik elke dag naar
zwemles. Andere kinderen vonden
zwemmen heerlijk. Ik had er een
vreselijke hekel aan.
Ik hield sowieso niet van dingen die
andere kinderen leuk vonden. Ik heb
nooit cowboytje of indiaantje gespeeld
en voetballen vond ik ook niets
aan. Ik was meer een boekenwurm.
En vooral een fietswurm. Fietsen
was mijn ding. Op de fiets kon je je
eigen omgeving ontdekken. Zodra
ik kon fietsen ging ik alle straten
in onze wijk bekijken, ik reed ze
een voor een door. Daarna deed ik
hetzelfde in andere wijken. Ik sloeg
geen straat over. Ik wilde zien wat
er allemaal was. Toen ik alle straten
in Vlaardingen uit m'n hoofd kende
ging ik in het stadsarchief op zoek
naar verdwenen straten en schreef
de namen op. In de schoolvakanties
ging ik andere steden verkennen.
Dan fietste ik bijvoorbeeld naar
Zwartewaal of naar Krimpen aan den
IJssel. Ik ben heel nieuwsgierig van
aard.
Mensen die zeggen dat veel straten
op elkaar lijken, kijken niet goed. De
ene straat is smal, de andere breed.
Je hebt straten waar hoge huizen
staan en straten met van die lage