Museumvondsten TEKENLERAAR IN DE GROTE KERK ZIE OMMEZIJDE tekst Jeroen ter Brugge Collectie: W. van Twillert Musis 30 Het is eigenaardig dat er aan interieurs van de meeste kerken vaak veel aandacht en geld is besteed maar dat deze zo weinig met pen en penseel vereeuwigd zijn. Van de Grote of Sint Janskerk is daarvan maar een handjevol werken bekend en het is dat er wat vroege foto's zijn, anders zouden we van delen van de kerk niet weten hoe die er uit hebben gezien. Als er getekend en geschilderd werd dan konden orgel, preekstoel en doophek, als sieraden van de kerk, op de meeste aandacht rekenen. De eigenaardige bakstenen muur bijvoorbeeld, die het koor afsloot en in de jaren veertig werd gesloopt, mankeert in dit rijtje. Het schilderij toont de kerk op zijn mooist. Gesneden panelen, versierde eikenhouten banken, het imposante Tien Gebodenbord op de achtergrond en rechts het orgel met zijn fraaie snijwerk, nog bedekt onder de 19e eeuwse witte loodverf. Van de kunstenaar, Pieter van Ginkel, is verder geen werk bekend (maar voor meldingen houden we ons aanbevolen!). Het was dan ook niet zijn broodwinning. Van Ginkel was van oorsprong (huis-) schilder in Utrecht en bracht het daar tot bedrijfsleider van een schilderswerkplaats. Op dertigjarigeleeftijd maakte hij een overstap naar het onderwijs. Eerst in Appingedam en vanaf 1908 in Schiedam. Van Ginkel moet zich verguld hebben gevoeld. Uit 30 sollicitanten werd hij in 1908 tot leraar tekenen en schilderen aan de ambachtsschool in Schiedam benoemd. Maar misschien nog wel meer omdat hij in een toen hypermoderne en net gereedgekomen school mocht lesgeven. Schiedam had tot 1908 geen school waar 'nette' jongens uit de arbeidende en middenstand een opleiding tot timmerman, metselaar, meubelmaker en dergelijke konden volgen. In de gemeentelijke 'kamer van arbeid' werd dit als een gemis gezien en een commissie om de mogelijkheden te onderzoeken was snel opgericht (1907). Een schoolvereniging met deftige heren in het bestuur volgde, waarna tot daden kon overgegaan worden. Architect Piet Sanders, die zoveel in Schiedam gebouwd heeft, pas 25 jaar oud, won de ontwerpwedstrijd. In februari 1908 volgde de aanbesteding en op 15 september daaropvolgend, ruim een maand voor de officiële opening, werd de eerste les gegeven in het net opgeleverde gebouw aan de Sint- Liduinastraat (gesloopt in 1956...). Het enthousiasme was groot en werd kracht bijgezet door de minister van onderwijs die in aanwezigheid van onder andere de Commissaris van de Koningin de openingsplechtigheid uitvoerde. Van Ginkel vierde er in 1931 zijn 25-jarig ambtsjubileum en ging in 1939 met pensioen. Hoe plichtmatig of oprecht de woorden bij diens afscheid waren, kan moeilijk achterhaald worden, maar zijn oud-directeur Pomes '...schetste den heer Van Ginkel als een kundig vakman en leeraar, die het technisch gedeelte van zijn vak tot in de kleinste details beheerscht, maar die tevens het aesthetisch gedeelte niet verwaarlooscht.' Het was de tijd dat met tekenen getracht werd de kinderen te leren kijken en begrijpen. De Kethelse kunstenaar Jaap de Raat was één van Van Ginkels leerlingen en ontving van hem zijn eerste artistieke vorming. Ambachtsscholen hebben in de loop der jaren opvallend veel (amateur-) kunstenaars opgeleverd. Het hanteren van pen en penseel was de leerlingen immers niet vreemd. Hetzelfde geldt voor Van Ginkel zelf, getuige het schilderij. Het perspectief zit goed in elkaar, geen sinecure in een kerk met alle weglopende lijnen en vormen. Een artistieke vernieuwer was hij niet. Nauwgezet staat alles er op zoals hij het aantrof, zonder de frivoliteit van een Pieck en met minder gevoel voor ruimte dan Saenredam. Maar voor de oudere Schiedammer die de kerk uit zijn jeugd wil herbeleven en de documentair georiënteerde onderzoeker een heerlijke voorstelling. En een zeldzame in zijn soort. De tijden datje er op rommelmarkten over struikelde, zijn voorbij, maar oude foto's worden nog volop ter verkoop aangeboden. Internetsites zijn de belangrijkste markt plaats geworden. En ook 'gewone' portretfoto's en alledaagse kiekjes met enige leeftijd zijn inmiddels gewilde verzamelobjecten geworden. De waarde van een foto wordt bepaald door de ouderdom maar natuurlijk ook door wat er op staat. Bij portretten is dat laatste vaak een probleem. Ooit gekoesterd in een (familie-)album of op de schouw, zijn ze losgeraakt van hun oorspronkelijke context. Generaties volgen elkaar op en de vanzelfsprekendheid waarmee de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2013 | | pagina 30