Trappenhuis en kantoor Herman Jansen sr,
Zijlstraat nr. 2
Republiek Schiedam
13 Musis
telde 24 leden en deze kleine groep van welgestelde
patriciërs vervulde de belangrijkste ambten en voerde het
bewind over de stad. De hield de burgers bewust uit de
politiek en maakten het voor hen nagenoeg onmogelijk om
tot het regeringscollege toe te treden door de erfopvolging
in mannelijke en vrouwelijke lijn tot hoeksteen van hun
benoemingsbeleid te maken. Tevens schoof de vroedschap
hierbij de rol van erfstadhouder Willem V terzijde die
formeel nog altijd het recht had van recommandatie en
daardoor invloed kon hebben op de lokale vroedschappen.
In 1782 benadrukte de vroedschap z'n plaatselijke almacht
in een desbetreffend voorstel van zijn leden Jan Jacob
Mispelblom Beyer, Eduard Penning en Leonardus den
Beer. Dit, voor Schiedam meer dan verstrekkende, voorstel
kwam overigens niet uit de lucht vallen. Vroedschappen in
meerdere Hollandse steden wilden zichzelf met soortgelijke
voorstellen tot autonome stadsregering verklaren. Schiedam
regelde dit in de Onderlinge Conventie der Vroedschappen.
Deze werd begin november aangenomen. Als één der
eerste steden in Nederland stuurde Schiedam daarvoor
'Eene plegtige afzending, bestaande uit de Heeren Raad en
Regeerend Oud-Burgemeester J.Heerenman, twee Raden
en Oud-Burgemeesteren J.J. Mispelblom Beyer, Heer van
Zuid-Scharwoude en L. den Beer, benevens Pensionaris
Mr. W. Jager die te 6 november (1782) in 's Hage waren
verschenen'. Hier deelden zij de prins mee dat zij 'bij
eene plegtige Overeenkomst hadden beraamt dat men in
het vervolg geen aanprijzingen (voor het vervullen van
vacatures in de vroedschap) van Z.D. Hoogheid meer
konden aannemen'. Willem V hoorde dit onbewogen aan
en gaf als eenige reactie dat de vroedschappen mochten
afspreken wat ze wilden, maar dat het hem vrij stond zich
daar niets van aan te trekken. In de praktijk kwam dit er
echter op neer dat de vroedschappen hun gang konden
gaan en dat de prins geen vuist maakte. Van zijn voorrecht
maakte hij immers zelden gebruik en middelen om invloed
af te dwingen had hij feitelijk niet.
Die genoemde 'plegtige Overeenkomst' hield echter heel
wat meer in. De stadspensionaris Jager had de regenteske
wensen vervat in een geheim stuk van 26 artikelen. Behalve
het erfelijk lidmaatschap regelden de allermachtigsten
hierin ook tal van andere voorechten alsmede het vergeven
van winstgevende openbare ambten. Letterlijk zegt de
'Overeenkomst'; 'dat een ieder der Leeden die het Ligchaam
de Regeering van Zoodanig een Burgerstaat komen uit te
maken, volgens de Schaal van een Rechtvaardig evenwigt,