Het landelijk thema
van de Open
Monumentendagen is
"Macht en Pracht".
In Schiedam kom je
dan al gauw op de
achttiende eeuw uit,
op de Lange Haven
en de Plantage
want toen gaf een
energieke generatie
van bestuurders en
zakenlieden de stad
binnen een jaar of
twintig een geheel
nieuw aanzien. Zij
zijn verantwoordelijk
voor het merendeel
van de monumenten
in het centrum.
In het weekend
van 14 en 15
september - de Open
Monumentendagen
- krijgen zij dan ook
speciale aandacht.
Dat is een mooie
gelegenheid om het
mooie van Schiedam
nog eens tot je door
te laten dringen.
Er zijn historische
wandelingen
uitgezet en u kunt
ook profiteren van
het feit dat tegelijk
met de Open
Monumentendagen
ook de manifestaties
Open Ateliers en
Opera aan de Schie
plaats vinden. Dat
levert bij elkaar een
aantrekkelijke mix op
voor een bijzonder
weekend. Bijzondere
aandacht verdienen
de fraaie deurpartijen
van laat achttiende-
eeuwse woonhuizen
in de Schiedamse
binnenstad. Die vind
je zo nergens anders
in Holland en er zit
een heel verhaal
achter.
Pruiken
vergelijkbare grootte vaak tot
een of twee panden van de echt
rijken, maar Schiedam kent vele
voorbeelden. 'Tuinlaan 80, het
huis van Huib Sneep, is daarvan
een fraai voorbeeld. Je ziet een
rondboog met een bovenlicht
en een gesneden kalf. Een kalf
is de balk onder het bovenlicht.
De kalf is verlevendigd met fraai
gesneden bladmotieven. Bovenin
de rondboog vind je een sluitsteen,
bij Huib Sneep met een palmet,
maar elders in de stad zijn ook
veel Mercuriuskoppen te vinden.
Bijzonder zijn de zwaar aangezette,
natuurstenen consoles aan
weerszijden.
Medema gaat verder: 'Panden
vertellen met hun gevel een
heel verhaal. Dat wordt vooral
duidelijk als je de tijd neemt en
zo'n pand en detail bekijkt. Zo'n
achttiende-eeuws Schiedams
herenhuis oogt wellicht wat streng
en stijf. Toch hebben ze ondanks
de overeenkomstige architectuur
een grote eigenheid. De
opdrachtgevers, veelal regenten,
maakten deel uit van een heel
specifieke groep met een eigen
manier van doen maar daarbinnen
konden ze toch stuk voor stuk hun
eigen accenten leggen. Dat zie je
in die herenhuizen terug'.
Inderdaad hielden de Hollandse
regenten van de achttiende eeuw
er een heel stelsel van verfijnde
en gedetailleerde omgangsvormen
op na, die wij in deze losgeslagen
decennia als stijf zouden
Musis 20
aanduiden. Zij wilden laten zien
dat zij niet alleen hun omgeving
maar ook zichzelf beheersten.
Dat kwam tot uiting in het feit
dat de heren zorgvuldig gekamde
en gepoederde pruiken droegen,
in plaats van hun eigen haar en
kleurrijke kleding met kunstig
geknoopte strikken en elegante
vesten waarin een speciaal
zakje was genaaid voor één der
wonderen van de nieuwe tijd, het
horloge. De dames snoerden hun
lichaam in met korsetten zodat
zij een volstrekt kunstmatige
wespentaille toonden. Voor het
overige bleven de natuurlijke