OM VAN TE SMULL VLAARD EN ZO NGS tekst: Peter de Lange foto's: Streekmuseum Jan Anderson Een weldadige uitstalling over maar liefst 22 vitrines Vlaardingen heeft naast haring nog veel meer lekkers voortgebracht, maakt een tentoonstelling in Streekmuseum Jan Anderson duidelijk. Veel inwoners verdienden tot een halve eeuw geleden hun brood in de vervaardiging en verkoop van zoetwaren. Maar het bleef bij willekeurige activiteiten, de productie van vis, snoep, koek en drank groeide nooit uit tot een volwaardige industrie. Zou er al een verband bestaan tussen haring en pepermunt, dan laat de tentoonstelling dat in het midden: de expositie mikt vooral op nostalgie Het Streekmuseum wil met de tentoonstelling "Vlaardings Lekkers" niet een deels verdwenen, deels nog florerende bedrijfstak in beeld brengen, maar allereerst een hommage brengen aan de haring als smakelijke hap. Exposities over de haringcultuur in het Vlaardings Museum zijn als gevolg van een verbouwing gedurende enkele jaren onmogelijk en Anderson wil die lacune opvullen. Hij meent dat het zilt smakende ikoon uit de plaatselijke geschiedenis beter verdient dan jarenlang in een koelhuis te worden opgeborgen. Een tweede aanleiding is de verschijning van "Vlaardingse IJzerkoekjes", een door bakker Frans Hazenberg geschreven boekje uit de reeks Streekmuseumpublicaties "Van 't Oft naar 't Oofd". Naar voorwerpen die de impact van beide lekkernijen op het dagelijks leven konden illustreren, hoefde Anderson in zijn immense collectie niet lang te zoeken. Om de tentoonstelling meer draagkracht te geven, nam hij ook memorabilia op van andere "typisch Vlaardingse" smaakmakers. In een weldadige uitstalling verspreid over maar liefst 22 vitrines zijn onder meer luxe verpakkingen voor flessen port en wijn van de firma Hoogendijk, houten boterschaapjes waarin grasboter werd "gegoten", een blikje "harinkjes" (visvormige koekjes) en vele andere voorwerpen uit de plaatselijke snoep-, drank- en levensmiddelennijverheid te bezichtigen. Plus attributen die aantonen dat ook particulieren thuis achter het fornuis een bijdrage leverden aan de plaatselijke keuken. Een bekend gerecht in dit verband was broeder - waarover meer aan het slot van dit artikel. Van alle Vlaardingse producten genoot de haring natuurlijk verreweg dc meeste bekendheid. Het zilveren visje uit de Noordzee was niet alleen een economisch product dat veel Vlaardingers werk en een inkomen bezorgde, het was tevens het symbool van de plaatselijke welvaart en sierde als zodanig een groot aantal gebruiksvoorwerpen binnen en buiten de keuken op. Pudding- en cakevormen werden van het haringsilhouet voorzien, evenals borden, schalen, mokken, koekblikken, asbakken en kalenders. De haring inspireerde zelfs andere bedrijfstakken buiten de stadsgrenzen. Een opvallend element op de expositie is een sigarenblikje met een afbeelding van nettenboetsters erop. Deze rookwaar van het merk Vlaardings Welvaren werd door de firma Van Kamen vervaardigd in Dordrecht. Tweede op de ranglijst van Vlaardings lekkers staat het onovertroffen ijzerkoekje. De ouderdom van het recept voor dit halfgare baksel van bloem, boter, (basterd)suiker, zout en kaneel is niet exact bekend. Historicus Jeroen ter Brugge stelde eerder al vast dat het reeds in de tweede helft van de 18e eeuw deel moet hebben uitgemaakt van het plaatselijk culinair erfgoed gezien het feit dat er een ijzerkoekjesijzer voorkomt op een inventarislijst uit 1760. Bakker Hazenberg neemt deze conclusie over in zijn monografie en neemt daarmee afscheid van de mythe dat het koekje zou zijn "uitgevonden" door kruidenierster Daatje de Koe (1838-1915). De Koe, in de biografie van het ijzerkoekje door het Nederlands Bakkerij museum freudiaans aangeduid als De Koek, was wel een vermaard adres voor ijzerkoekjes: vissers terug van de vangst repten zich naar haar winkel aan de Hoogstraat om een voorraadje in te slaan voor de familie thuis. Volgens Anderson namen de opvarenden van loggers naast blikjes gecondenseerde melk van Hollandia (ook uit Vlaardingen) ook altijd een rantsoen ijzerkoekjes mee aan het begin van een reis, voor hongerige momenten aan boord. Overigens hing dat af van de individuele smaak. Bevoorradingslij sten tonen aan dat ijzerkoekjes niet tot de officiële scheepsproviand behoorden, heeft Ter Brugge vastgesteld. Frank Hazenberg vult in zijn boekje over Vlaardings populairste koekje Ter Brugges onderzoek uit 2006 aan met ervaringen van collega-bakkers, herinneringen van bakkersnazaten, een verhandeling over de verschillen in bakken op een plaat of in een ijzer en 29 recepten van professionele bakkers en thuisbakkers. Is dat niet erg veel eer voor een simpel koekje? Allesbehalve —alleen al banketbakkerij Jan Boer verkoopt jaarlijks 250.000 stuks, vertelt eigenaar Bram Verhoeff. ,,Tel de verkoop van de andere bakkers en de thuisgebakken koekjes erbij op, en je komt aan een consumptie van minstens één miljoen ijzerkoekjes per jaar." Verreweg de meeste verdwijnen in Vlaardingse monden, liefhebbers 25 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2013 | | pagina 25