HERINNERINGEN
AAN DE
OPRICHTING
VAN DE
BEWONERS
VERENIGING
SCHIEDAM-ZUID
tekst: Herman Noordegraaf
Musis 20
Op 20 oktober 1972
vond de oprichting
plaats van de
Bewonersvereniging
Schiedam-Zuid. De
vereniging bestaat
dus inmiddels veertig jaar. Als
één van de oprichters wil ik enige
herinneringen ophalen en daarbij
ook ingaan op de achtergronden
van het ontstaan. Vanaf de
tweede helft van de jaren zestig
veranderde er veel in Nederland.
De jaren van wederopbouw waren
voorbij en een periode van welvaart
was aangebroken. Het waren jaren
dat er de roep kwam om inspraak en
verzet ontstond tegen het opleggen
van plannen. Dat was ook in de
oude wijken het geval. In Rotterdam
kregen acties in het Oude Westen en
andere wijken van actiecomités veel
aandacht. Zij kwamen op tegen de
verwaarlozing van hun wijken en
tegen grootschalige sloopplannen. De
huren moesten betaalbaar blijven en
was renovatie uit het oogpunt van
betaalbaarheid en het leefklimaat in de
wijk niet te verkiezen boven sloop en
vervangende nieuwbouw? Renovatie
was toen een nieuw begrip dat een
verandering in het denken het zien.
Vooral de Partij van de Arbeid was
toen actief op dat terrein. Vanuit
het Landelijk Bureau werden lokale
afdelingen gestimuleerd om acties
in de oude wijken te ondersteunen
en bijvoorbeeld huurspreekuren te
organiseren als het weer de tijd was
van de jaarlijkse huurverhoging, die
toen op 1 april was. Bewoners konden
immers huurverhoging weigeren als
de verhuurder te weinig deed aan
onderhoud. Het Partijbureau voorzag
de lokale afdelingen van materiaal.
Tweede Kamerleden als Hans van
den Doel en Hans Kombrink en een
komende nieuwe man de Amsterdamse
banketbakker Jan Schaefer deden
van zich spreken. Schaefer was zeer
actief geweest in de Amsterdamse
wijk De Pijp in het verzet tegen
grootschalige sloopplannen. In
1971 kwam hij in de Tweede
Kamer waar stadsvernieuwing zijn
hoofdaandachtspunt was. Van 1973
tot 1977 was hij staatssecretaris van
stadsvernieuwing op het Ministerie
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening in het kabinet-Den Uyl.
In Schiedam was er toen een nauwe
samenwerking tussen de Partij van
de Arbeid en wat toen heette het
plaatselijk actiecentrum van de PPR
(de Politieke Partij Radicalen was een
kleine politieke partij die in 1990 op
zou gaan in GroenLinks). Zo waren bij
de gemeenteraadsverkiezingen van
1970 de PvdA en de PPR gezamenlijk
de verkiezingen ingegaan en vormden
zij in de nieuwe gemeenteraad de
fractie PvdA/PPR. In 1970 was ik
penningmeester geworden van
het PPR actiecentrum en in 1971
voorzitter. In die hoedanigheden
werkte ik nauw samen met Herman
Posthoorn, voorzitter van de PvdA-
afdeling. Hij deed de suggestie om
ook in Schiedam een huurspreekuur
te houden. Rond 1 april 1971 deden
we dat voor de eerste keer. We kregen
heel wat mensen langs die huurders
waren bij particuliere huisbazen.
Als het duidelijk was dat er sprake
was van achterstallig onderhoud
adviseerden wij om de huurverhoging
te weigeren. Als de huisbaas het daar
weer niet mee eens was, dan kwam de
zaak voor de Huuradviescommissie en
als dat niets oploste uiteindelijk bij
de kantonrechter. Dat alles bepaalde
ons bij de problemen in de oude
wijken. Het PvdA-gemeenteraadslid
Tiny Krike-Hein sprak Posthoorn
en mij gezien onze betrokkenheid
bij de oude wijken in 1972 aan
op de specifieke problemen in de
Gorzen. Tiny Krikke, woonachtig in
de Lekstraat, was van 1962 tot 1974
gemeenteraadslid voor de PvdA. Zij
was echt een aanspreekpunt in de wijk
en kende de Gorzen door en door.
Zo was zij erg actief geweest voor de
realisering van het zwembad Schiedam
Zuid. Zij legde ons de kwestie voor
van de renovatie van woningen
aan onder meer de Havendijk
door woningbouwvereniging
Volkshuisvesting. Zij had heel veel
klachten van de bewoners gehoord.
Het ging om één van de eerste
renovatieprojecten in Schiedam, maar
deze was zonder veel inspraak met
de bewoners gebeurd (inspraak stond
toen nog in de kinderschoenen!).
Daardoor was er bijvoorbeeld
onvoldoende rekening gehouden
met door bewoners zelf aangebrachte
verbeteringen. Bewoners uit de
IJsselmondensestraat verzetten zich
tegen de voorgenomen renovatie
van hun woningen. Deze zou zeer
grondig zijn en de bewoners vreesden
dat de verbeteringen, die zij zelf
hadden aangebracht en waardoor
sommige huizen kleine paleizen waren
geworden, weg gesloopt zouden
worden. Tiny Krikke nam ons mee
naar de IJsselmondensestaat. Ik
herinner mij de namen van Keemink,
Wies en De Hartog. We wilden met
Volkshuisvesting overleggen. Tiny
Krikke deed de suggestie om daar
Piet de Ruiter bij te halen. Deze was
Tweede Kamerlid voor de PvdA,
woonachtig in Krimpen aan den IJssel,
maar afkomstig uit en opgegroeid
in Schiedam. We zijn toen op een
vrijdagavond in het kantoor van
Volkshuisvesting in de Laan van
Bol'Es bij elkaar gekomen. Enige
mensen uit de werkorganisatie van
Volkshuisvesting, enige bewoners,
Tiny Krikke, Posthoorn en ik, en
Piet de Ruiter. Deze laatste had
zijn mede-Kamerlid Jan Schaefer
meegenomen vanwege diens
deskundigheid op het terrein van
stadsvernieuwing. Dit gesprek legde
de basis voor verder en beter overleg
met de bewoners, ook al zou ook
later de communicatie niet altijd goed
verlopen. Door al die besprekingen