Christaan Huygens
30 n nis
©Fries
Scheepvaartmuseum
Sneek
Hoe komt een scheepsportret van de
Schiedamse bark 'Christiaan Huygens'
in de collectie van het Fries Scheepvaart
museum in Sneek terecht? Veel relaties
tussen beide steden lijken er nu en in
het verleden niet te bestaan. Hoewel
de gouache uit 1842 in het Stedelijk
Museum Schiedam niet zou misstaan,
is er echter een goede reden voor het
verblijf in Friesland.
Het Sneeker museum bestrijkt de
gehele Friese scheepvaartgeschiede
nis en de gemene deler schuilt in de
Friese kapitein van het schip, Teunis Barend
Teunissen. Deze werd in 1791 in Hindelopen
geboren en voer tot 1839 voor de Amster
damse reder Bosscher. Zijn kapiteinscarrière
zette hij voort bij De Groot Roelants Co.
in Schiedam, waar hij gezagvoerder was op
de 'Prins Veldmaarschalk', de 'Christiaan
Huygens' en de 'Soolo'. Op de Christiaan
Huygens, een tweedeks koopvaardijbark was
Teunissen slechts een jaar kapitein, in 1842.
Juist in dat jaar werd het schip tweemaal
door Jacob Spin (1806-1875) geportretteerd.
Naast het Fries Scheepvaartmuseum bezit
ook het Maritiem Museum Rotterdam uit
hetzelfde jaar een exemplaar, doch dan aan
stuurboordzijde gezien. Gebruikelijk was dat;J
Spin, die tientallen zo niet honderden van der
gelijke scheepsportretten heeft vervaardigd,
dit deed in opdracht van de kapitein of eerste
stuurman, dan wel de reder waarvoor het
schip voer. Dit kan het bestaan van twee
gelijktijdig geschilderde voorstellingen
verklaren. Spin schilderde de schepen zoals
de opdrachtgever het wilde. Aan de kade, op
volle zee, in de Indische wateren, bij storm,
noem maar op. Hij had zijn atelier in Amster
dam en naar verluidt heeft hij zijn ervaringen
als zeeman later zo te gelde gemaakt.
Scheepstechnisch gezien kloppen de
schilderijen goed, waaruit zijn kennersblik
blijkt. Artistiek valt er wel wat op de talloze
scheepsportretten af te dingen. Heel realis
tisch zijn de zeeën bijvoorbeeld niet. Ook de
personen en, indien aanwezig, de landstreken
en havens op de achtergrond doen houterig
en haast naïef aan. Maar daar ging het de
toekomstige eigenaren niet om als ze hun be
stelling plaatsten. De 'Spinnen' vormden een
zeer toepasselijk souvenir aan een vaak ener
verend zeemansbestaan, waar thuis aan de
wand ook enige status van uitstraalde.
De 'Christiaan Huygens' op de afgebeelde
gouache voert drie vlaggen en een wimpel.
De witte vlag met de letters DG maakte het
andere schepen en toeschouwers aan de
wal duidelijk dat het een schip van De Groot
Roelants Co. was. De rode vaan met witte
letters is de naamwimpel en de rode vlag met
het ankertje in de hoek is een 'kapiteins-' of
'nummervlag'. In dit geval van het Amsterdams
College Zeemanshoop, waar Teunissen onder
nummer 347 stond ingeschreven, Rechts op
de achtergrond is het kofschip 'Fortuna' zicht
baar met de vlag van het Rotterdamse Colle
ge (R. 130 van kapitein Dirk Guit). Als achter
glasschildering, in zwart en goud, is de
scheepsnaam, die van de gezagvoerder
en het jaartal van de voorstelling vermeld:
'Christiaan Huigens Kaptn T.B. Teunizen in
het jaar 1842'. De bark 'Christiaan Huygens'
werd op 13 augustus 1840 op stapel gezet op
de werf De Nijverheid aan het Schiedamse
(oostelijke) havenhoofd. Scheepsbouw
meester Dingeman Gips leverde het schip
in 1841 op. Het voer ruim twintig jaar onder
de kapiteins Teunissen, Muller, Butter, Jansen
Ihlower en Van Katwijk voor De Groot Roe
lants Co.. In 1862 werd het schip op een
veiling aan een Noorse reder verkocht voor
19.500 gulden en kreeg het een nieuwe n
aam: 'Prima'. Teunissen overleed eind 1846
aan boord van de 'Soolo' toen hij voor
Brouwershaven lag, net aangekomen uit
Batavia. Zijn vrouw verliet Schiedam en
keerde vermoedelijk, met het scheepsportret,
terug naar Friesland. 4