'We willen kunstenaars iets laten doen met het gegeven van de plek, het Hoofd, het schreien, het hoge water, de functie van het wachthuisje, of iets nieuws. In elk geval laagdrempelig en dichtbij de bewoners' r/i »is 11 Roel Crul: het hart van goud van 'De vrouw aan de kade' onder een laag water. riode uit de geschiedenis vanaf de zestiende eeuw tot aan van daag. Dat kan je zien aan de kleinere prenten en kaarten per deel. Kaarten van Nederland, de Maasmond en Schiedam in het bijzonder. Een panorama van de Gorzen uit de achttiende eeuw, waarop het nog landelijk en onbewoond was, iets wat huidige bewoners zich maar moeilijk kunnen voorstellen. Of foto's uit de jaren 1950 van buurtbewoners die in het hoge wa ter staan, waar juist menig bewoner op herkend wordt. De grote delen worden onderbroken door kleine repen hui selijk behang met daarop ansichtkaarten, krantenberichten over de stormen en de tabellen van waterstanden van verschil lende plaatsen in Nederland. Op drie plaatsen staan waterstan den aangegeven van momenten waarop het water uitzonderlijk hoog stond. De hoogste is zo'n 3,5 meter boven NAP, waarbij het Schrei(ers)huisje bijna helemaal onder water moet hebben gestaan. Sommigen noemen het het Schreihuisje, anderen, de inwo ners van de Gorzen zelf, noemen het het Schreiershuisje. Net als bij de Schreierstoren in Amsterdam ging men er vanuit dat het zo genoemd werd om het schreien van de vrouwen bij het afscheid van hun zeevarende echfgenofen. Maar of daf ook werkelijk zo was, valt te betwijfelen. 'Het Oudnederlandse woord schray betekent ook 'scherpe hoek', vertelt Zitman, 'en in Amsterdam staat de toren op een scherpe hoek.' Het Hoofd was altijd een bedrijvige plek, schepen kwamen en gingen, er was een aan- en afvoer van goederen en men dreef handel. Hef huisje was misschien een soort douanehuisje of een uitspanning. 'En was bovendien een halte in het fijnma zige netwerk van passagiersschepen, die in de negentiende en twintigste eeuw heel Nederland aandeden', vertelt Sjef van Duin. En ja, de functie van wachthuisje, die had het ook in de twintigste eeuw. De Rotterdamse Droogdok Maatschappij, een van de drie grote scheepswerven, had een eigen veerdienst, waarmee de werknemers van her en der werden opgepikt en afgezet. Aan het Hoofd stapten zo'n tweehonderd mensen op, waarvoor het Schrei(ers)huisje als wachtruimte diende, Maar ook functio neerde het als ontmoetingsplek voor de velen die in het gebied werkten,zoals het personeel van de vele havenslepertjes en voor de mensen die door de bedrijvigheid getrokken werden. Het huidige huisje werd op 30 juni 1931 in gebruik genomen met een bank voor veertig wachtenden. Het oude was een jaar daarvoor bij de werkzaamheden aan het Hoofd afgebroken. Een SDAP-raadslid drong er bij de burgemeester op aan, dat er een fatsoenlijk nieuw huisje moest komen, vergelijkbaar met de paleizen van wachtruimtes in de Rotterdamse havens. En het liefst zelfs met een trapje vanwege de grote verschillen in wa terstand. Er kwam een plantsoen met een huisje voorzien van urinoir. Met een open kant naar de Maas, minder beschut, maar met mooi uitzicht. In het verslag van deze vergadering kwam zelfs hef voorstel voor een huisje op een draaischijf. In elk geval, het Schrei(ers)huisje heeft een belangrijke plek in het hart van menig bewoner van De Gorzen. Zitman en Van Duin horen veel verhalen, van mensen die er als kinderen heb ben leren zwemmen, die het soms waagden naar de overkant te gaan, verhalen over hutten bouwen en bramen plukken, over het Schrei(ers)huisje als 'vrijershuisje' waar geliefden elkaar ont moeten en waar bruiden omheen geleid werden, Van mannen die schepen kwamen kijken en met elkaar spraken over het le ven, of over Feyenoord. Van iemand die bij de Koninklijke Rot terdamse Lloyd werkte en regelmatig langs het Hoofd voer, waar zijn ouders, en later zijn vrouw, hem stonden uit te zwaaien. 'Het was een mooi uitkijkpunt, maar ook een gezellige plek. Het Hoofd was het eind van een aantal oude straten met mooie gebouwen en winkeltjes', vertelt ook Hans van der Sloot. 'Maar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2014 | | pagina 11