Net als bij de Schreierstoren in Amsterdam ging men er vanuit dat het zo genoemd werd om het schreien van de vrouwen bij het afscheid van hun zeevarende echtgenoten. M »is Het beweende wegroeiende mannetje van Michel Snoep. toen het dijklichaam eind jaren 1970 werd opgehoogd verdwe nen die straten. Ook de voorhaven werd gesloopt. Toen veran derde er veel. Want met de teloorgang van de RDM en de an dere werven verdween ook de bedrijvigheid die de plek zo aantrekkelijk maakte. Geen tewaterlatingen van grote schepen meer bijvoorbeeld. Het Hoofd werd een ongure plek en het Schrei(ers)huisje gedegradeerd tot pishok. Er gebeurde dingen die het daglicht niet konden verdragen en het werd met graffiti beklad. In 2008 kwam daar verandering in. Het werd schoongemaakt met het idee om jongeren er een graffiti te laten maken van de ge schiedenis van Schrei(ers)huisje. Het kwam niet van de grond, maar het tij was wel gekeerd. Wijkprocesmanager Marcel Kreuger bracht het onder de aandacht van de cultuurscout In eke Hagen. De wijkprocesmanager zorgt voor zijn wijk en de cultuurscout kijkt op welke manier kunstenaars daar een bij drage aan kunnen leveren. Opnieuw pleit iemand, net als het SDAP-raadslid begin jaren 1930, voor een pico bello Schrei(ers) huisje. Toen voor de wachtenden, nu als geliefde plek voor de buurtbewoners. Er was een aantal plannen, maar het plan van Esther Zitman en Sjef van Duin werd het. 'We willen kunstenaars iets laten doen met het gegeven van de plek, het Hoofd, het schreien, het hoge water, de functie van het wachthuisje, of iets nieuws. In elk geval laagdrempelig en dichtbij de bewoners', aldus het duo. Het idee is om iets tijdelijks te doen en er ook een multipel, een kunstwerkje in oplage, bij te maken. In november 2012 kwam er een werk van Carolina Koster. Ze maakte voor de binnenwand de dichtregel "tussen de mazen van mijn tranen stroomt het zoetzilte woorden" en gaf die vorm in een lettertype uit de jaren 1930. De multipel werd een zakdoek met de dichtregel. Michel Snoep nam voor het tweede kunstwerk de tranen van het ge dicht over in zijn schildering van een mannetje in een roeiboot. De multipel werd een prent van het roeiende mannetje op wa ter, dat achter hem een waterval wordt. En toen kwam Roel Crul, ruimtelijk vormgever en wijkbewoner, hij maakte de inter actieve installatie De vrouw op de kade, naar het verhaal van Bart Schouten. In het huisje liet hij een laag water van 5 cm staan. Daarin legde hij een hart van goud en een schip van zil ver. Aan het plafond bevestigde hij een constructie van water buizen met gaatjes erin, waaruit het volgens een bepaalde route druppelde op het onderliggende water. Het water bleef daardoor in beweging en de rimpeling werd door middel van licht op de muur geprojecteerd. En nu is er dus Hoofd onder Water, gefinancierd door de gemeente Schiedam. De verhalen van buurtbewoners over het hoge water bundelt Sjef van Duin tot een boekje. En ja, zelf hebben ze zeker ideeën wat ze er zelf als kunste naar zouden doen. 'Maar dat is voorlopig niet aan de orde', zeg gen de bescheiden kunstenaars. Misschien moeten we wach ten op een gat in de programmering. Hopelijk mogen ze dan iets van hun zelf laten zien. Maar, belangrijker misschien, het Schrei(ers)huisje staat weer op de kaart! M 12

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2014 | | pagina 12