ningsvorm, zoals het rapport het zo fraai uitdrukt, maar in het
unieke lineaire karakter dat tot in de 208 eeuw de stedenbouw
kundige ontwikkeling van de wijk heeft bepaald. Een lijnbaan
kan je immers niet ongestraft doorkruisen zonder het produc
tieproces te schaden. Begin i7e eeuw lag de baan in het open
weiland, in de richting van de percelen, en alles dat erna ge
bouwd werd, volgde min of meer automatisch deze richting,
Het meest tastbaar voel je dat als je de Prins Hendrik-, Stations
en Pieter Karei Drossaartstraat doorloopt, keurig in het gelid
van de Touwbaan.
Het ontbreken van de identificatie met de Touwbaan door
de hedendaagse bevolking wil niet zeggen dat de baan als on
derscheidend en karakteristiek element hiertoe niet kan bijdra
gen. Dit uitgangspunt huldigt het Delftse architectenbureau
Van Roosmalen en Van Gessel, dat in opdracht van de ge
meente een lange termijnvisie op papier heeft gesteld. Bewust
gaven Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel het rapport
de titel 'Wat stevig bindt, vereent door de eeuwen heen'. Deze
tekst stond gegraveerd op een zilveren object dat de directie
van 'De Oude Lijnbaan' bij het 350-jarig bestaan en kort voor
sluiting ten geschenke kreeg aangeboden. De Touwbaan is
een onvermijdelijk teken uit de (verleden) tijd en biedt de uit
drukkelijke mogelijkheid de stad een cultuurhistorisch verhaal
te vertellen dat nergens anders bewaard is gebleven. Een ver
haal dat uiteraard verband houdt met de visserij, koopvaardij, de
scheepsbouw en -onderhoud en de plaatselijke nijverheidsge
schiedenis. Een middel om het verleden beleefbaar te maken
voor de (nieuwe) Vlaardingers en iedereen die hier op bezoek
is. Of om het met de woorden van het rapport te zeggen: 'De
touwbaan maakt deel uit van het geheugen van Vlaardingen en
kan identiteitsdrager worden. Het is daarom zinvol om de touw
baan zodanig te herstellen en te bestemmen dat deze beteke
nis voor bewoners, buurt en stad krijgt.'
Daarmee is meteen een dilemma aan de orde. Om de Touw
baan betekenis te geven, zal deze niet alleen gerestaureerd
moeten worden, maar vooral ook een verhaal moeten vertellen
om deze identiteit te duiden. Noodzakelijk is dat niet, de vele
prachtige voorbeelden van overdekte pergola's en wandel-al-
lee's waar dan ook in de wereld bieden mooi referentiemateri
aal, maar voor identiteit is duiding noodzakelijk. Toen de restau
ratie van de Touwbaan in 1973 gereed was, bestond dit besef
ook al. Onder leiding van Joop van Dorp, destijds directeur van
het Visserijmuseum, werd een plan ontwikkeld dat voorzag in
een functioneel gebruik van de uit 1873 daterende overkapping.
Het idee behelsde verschillende aan de visserij gerelateerde
ambachten in compartimenten te visualiseren. Het plan vond
nooit doorgang, in ieder geval niet hier, en vanaf dat moment
ontbrak het perspectief voor een zinnige rol van de in het ste
delijk weefsel zo dominante structuur. De stad stond niet stil en
de wijk rondom de Touwbaan ontwikkelde zich zonder een vast
omlijnd plan verder. De fabriekshallen van 'De Oude Lijnbaan'
werden ingericht als sport- en evenementengebouw, en langs
zij verrees een typisch staaltje jaren 1980 sociale woningbouw.
Met het bijbehorende buurtparkje annex speelterrein. Een rat
jetoe aan stedenbouwkundige principes, of beter: het ontbre
ken daarvan, zorgde voor een rommelig geheel dat al snel tot
verwaarlozing aanleiding gaf. De buurt had zijn rug naar de
Touwbaan gekeerd, alsof de stad het onverschillig was wat er
mee gebeurde.
Na lange voorbereiding, het eerste verkennende rapport
verscheen in 2008, is de herbestemmingsopgave nu vast om
lijnd en zal, zolang de gemeentekas het toelaat, de komende
jaren de geformuleerde visie worden uitgevoerd. Het gemeen
telijk persbericht ter gelegenheid van het startsein van de
grootschalige opknapbeurt rept van een 'Vlaardings Mont-
martre' in de dop. Dat is nog ver, maar geeft de ambities goed