Schiedam noch Vlaardingen wisten hun ambities te realiseren. Ook ondervonden de bestuurders van beide steden dat tradities zich niet altijd lieten overdonderen door de megalomane ontwikkelingsplannen uit de naoorlogse jaren. Detail van een kaart uit 1959 met het stratenplan van de Babberspolder. (Stadsarchief Vlaardingen) der-(i933) en Plaslaanflat (1938), Maaskant verpletterde bou wend Nederland in 1949 met het massieve Groothandelsgebouw in Rotterdam dat kort daarna decorstuk zou zijn aan het Rotterdamse Stationsplein, met de gevel van het Rotterdams Centraal Station van Sybold van Ravensteyn als afsluiting. In 1950 had Willem van Tijen bovendien een onderscheiding ontvangen van het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw voor het werk dat hij had gedaan als voorzitter van de Studiegroep voor Woning-architectuur. Deze studie groep had zich in oorlogstijd bezig gehouden met de ontwikke ling van nieuwe woningtypen en met stedenbouwkundige pa tronen voor het naoorlogse en herbouwde Nederland. Hij was daarin geen uitzondering. Overal in Nederland hiel den stedenbouwkundigen en architecten zich - bij gebrek aan concrete opdrachten en om uit handen te blijven van de door de Duitsers gevorderde Arbeitseinsatz - bezig met het ontwerp van het Nieuwe Nederland. Grote projecten kwamen daarin tot stand zoals het verkavelingsplan Noordoostpolder en het 'ide ale polderdorp Nagele' waarin het architectencollectief 'de Acht' z'n sporen trok, Pendrecht in Rotterdam en - in Schiedam - de opstelling van het 'Memorandum over de Stedenbouw kundige ontwikkeling' dat volgens Hans van der Sloot in zijn vrolijke monografie 'Een omgeving licht en blij van kleur' tot in de jaren 1970 leidraad zou zijn voorde stedenbouwkundige ont wikkeling van Schiedam Schiedam volgde een andere weg. Van der Sloot beschrijft deze, aan de hand van gesprekken met afdelingshoofden, ar chitecten en stedenbouwkundigen van de dienst gemeente werken nauwkeurig in het hierboven genoemde 'Een omgeving licht en blij van kleur'. En schetst daarin nauwkeurig de aanpak van de wederopbouw in Schiedam. De conclusie nu is dat deze sterk verschilde van de aanpak in Vlaardingen, In beide geval len was de opdracht overigens gelijk: realiseer binnen het ka der van de stadsuitbreiding stadsdelen waarin de bewoners een optimaal wooncomfort genoten. De stedenbouwers van dat moment spraken niet zonder reden van hygiënische woon wijken. Hierin moesten zoveel mogelijk open ruimten worden 26

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2014 | | pagina 26