30 M«« vis Foto: Stadsarchief Vlaardingen. Met dank aan het Vendue Notaris huis Rotterdam 'Een gezigt van de haringjagerij op de Noortzee': een intrigerende titel van een aandoenlijke aquarel die onlangs op een Rotterdamse veiling opdook. Bij jagen denken we vooral aan geweren, bossen of het open land, maar niet aan de zee. Werd er dan op de haring gejaagd? Nee, de jacht waarop hier geduid wordt, vond plaats als de haring al verschalkt was. Het betrof een heel andere 'sport', name lijk die om de vangst zo snel mogelijk naar de afzetmarkt te brengen. Bij voor keur tegen een zo hoog mogelijke prijs uiteraard. et woord jagen betekent hier dus het met spoed vervoeren en achter deze jachtige bezigheid zaten veel belan gen en emoties. De eerste haring van het seizoen, vet en licht gezouten het best van smaak, vond gretig aftrek en vooral de eerste 'kantjes' (vaatjes) van het haringseizoen brachten de hoogste prijs op. De vraag was groot en het aanbod in eerste instantie klein. Wie het echt breed kon laten hangen, nodig de zijn relaties uit op een haringbanket waar deze eerstelingen werden geserveerd. Datje diep in de buidel moest tasten voor een der gelijk statusverhogend partijtje, waarbij het hoe eerder hoe beter gold, mag duidelijk zijn. Dat de allereerste haringen na keuring in al lerijl aan de stadhouder en later aan de ko ning werden gezonden, past helemaal in dit beeld. Er viel veel geld te verdienen en van daar dat het aanbrengen van de eerste haring strak georganiseerd werd. Hoewel over de oorsprong van de haringjagerij weinig bekend is, hangt die samen met het ventjagen, waar bij seizoensgebonden consumptiegoederen door middel van schepen door het land naar de beste afzetmarkt vervoerd werden. Dit ge beurde vooral op de binnenwateren, maar wat de haring betreft was men uiteraard aan gewezen op zeegaand transport met daartoe geschikte schepen. Kenmerk van de Holland se haring was de kwaliteit en de relatief lange houdbaarheid, als gevolg van het snelle ka ken, zouten en zorgvuldig 'pakken' (in de va ten stapelen) van de haring, waarmee het een internationaal gewild artikel was. Met de ha ringjagerij werd de eerste vangst door snel zeilende buizen of hoekers van de haringvloot overgenomen en met spoed aan land ge bracht. Het College van de Grote (haring) Visserij, een semioverheidsinstelling, stelde hiertoe voorschriften op die bepalingen om vatte betreffende de actieve periode van de jagerij en de bevoegdheden van stuur- en kooplieden aan boord van de jagers. Eén van de bepalingen betrof de te voeren vlag, waar bij Vlaardingen een blauwe vlag met wit vlak waarop een haringbuis, kreeg toegewezen. Deze vlag, die tot diep in de 19e eeuw werd gevoerd, is op de hier getoonde aquarel op twee hoekerschepen/jagers te zien, aan een steng bevestigd aan de grote mast en bij het schip centraal op de voorstelling ook in de bezaanmast. De schepen, voor zover waar neembaar alle hoekers, zijn in zeil en daarmee niet aan de vleet. Dat wil zeggen, er wordt op dit moment niet gevist, want daarbij lagen de schepen met gereefde zeilen min of meer stil op zee. Treffend is te zien hoe een sloep een kantje haring bij de jager midden-vooraan aan boord heeft gebracht. Het vaatje wordt met een lijn door een aantal matrozen aan boord gehesen. Het zeil van de jager staat niet bol en is gedeeltelijk opgehaald om het werk te vergemakkelijken en de vaart te minderen. Hoewel de wat naÖeve voorstelling ongesig neerd is, kan deze wat stijl, penseelvoering en handschrift betreft aan Arij Storm worden toegeschreven. Van hem bevinden zich in de collectie van het Museum Vlaardingen en in het Stadsarchief enkele andere aquarellen, elk met de haringvisserij als onderwerp en te dateren tussen circa 1805 en 1835. De hier besproken voorstelling is inmiddels voor Vlaardingen veiliggesteld en aan de collectie van het Stadsarchief toegevoegd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2014 | | pagina 30