Banketbakl«
Nieuwian
Een KabouierijeALTIJD SUCCES
Nieuw/lands HISTORIE
VOOGT's ZELFBEDIENING
fllf
„DE FAVORIET"
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag
ter kennismaking
250 gr. roomboterspeculaas
van f 1.10 voor 0.95
Cerises een heerlijk gebakje met
amandelbeslag en duchesse creme
van 35 ct. voor 32 ct.
Mgr. Nolenslaan 694
Telefoon 65480
KAPSALON ELLEN
Wij OPENEN donderdag 26 oktober
9 uur aan de PARKWEG No 1.
^n2ngdeanverende Voogts Leveiisiiiiddelenbedrijven
Het ad res
v/oor goed
verzorgd
kapsel
RIJWIELHANDEL
Mgr. Nolenslaan 696
heeft een grote keus in regen-
kleding en lederen wanten.
heeft de oplossing voor de zorgen van elke dag.
LET OP!
Mgr. Nolenslaan 700
Boerhaveplein 7
Franselaan 281 - Rotterdam
Meyenhage 308 - Rotterdam
De zaak die alles heeit
En service geeft
De Kortlandse polder liep onder
van de Kortlandse polder, mogen wij niet verzui-
mjen nog een korte beschrijving te geven van de
kapel op de Katholieke begraafplaatb. In de
„Schiedamsche Courant" van 24 augustus 1854
wordt betreffende de bouw van deze kapel het
volgende verm eld:
„De Kapel, door de Familie W. A. v. d. Burg ge-
schonken, munt uit door sierlijkheid van bouw-
trant, zij is in een achtkanten vorm met vier uit-
sprongen opgetrokken op een door treden omge-
ven voetstuk, waaronder de grafkelders zijn aan-
gebracht. Deze treden, zoowel als de geheele bui-
tenomtrek tot en met de kroonlijst, zijn uit ge-
houwen steen vervaardigd. Een toren met klok
rijst in het midden van het gebouw omhoog en
draagt niet weinig bij om het aanzien er van te
verhoogen. Het geheel is in klassieken stijl ge-
bouwd, terwijl het inwendige van dit monumen-
tale gebouw aan het fraaie uitwendige beant-
woordt, geeft het aan den heer W. Thijsen te
Rotterdam alle eer, zoowel wegens het ontwerpen
als het toezigt op den bouw en evenzeer aan de
aannemers, die zich zoo uitmuntend gekweten
hebben".
Bovengenoemde kapel werd 23 augustus 1854
plechtig ingezegend door de Hoogeerw. pater
Provinciaal van de Orde van St. Dominicus, J.
D. Raken, op last van de bisschop van Haarlem.
Na deze inzegening werd het H. Misoffer opge-
dragen, waaronder door de eerw. heer Kerstens,
pastoor te Hillegom, een predikatie werd ge-
houden.
Nog altijd blijft het een open vraag of de ge-
meente Nieuwland c.a. in het bezit van een brand-
weer is geweest. En toch is daar wel eens brand
geweest, zoals wij lazen in het volgend bericht:
SCHIEDAM, 28 November 1851. Hede morgen
ten half zes ure is aan den Spoorweg in de Ge-
meente Nieuwland even buiten deze stad, eene
arbeidershut afgebrand, welke bewoond werd
door W. Hofman en L. den Uil met hunne gezin-
nen te zamen uitmakende zes personen. Hoewel
de bewoners gered zijn, is alles wat zij bezaten,
eene prooi der vlammen geworden. Ter voorzie-
ning in de eerste behoeften zullen zij in de om-
liggende gemeenten eene inzameling van liefde-
giften doen; verder hebben zij aan het bestuur
dezer stad toestemming verzocht om aanstaande
Maandag primo December ook alhier een inza
meling te doen plaats hebben.
En nu de Kortlandse polder, waar het weide- en
hooiland in 1855 ten onder liep. Wij schreven reeds
eerder, dat de heer W. H. Jansen, Korenwijnstoker
alhier in genoemde polder enig land bezat, het-
welk na zijn overlijden in eigendom kwam van
zijn weduwe, Maria Smits. Genoemde Kortlandse
polder waterde uit in de Nieuwe Haven door mid-
del van een duikertje, ook wel „Sluisje" genaamd.
Uniek spaarsysteem PARKWEG 1 - Dam 29 ('t Zuivelhuis) - Tel. 66684
Dit duikertje schijnt niet volmaakt in orde te zijn
geweest, althans daar werd in het begin van mei
1855 door de ingelanden van deze polder waar-
toe behoorden de Weduwe W. Jansen-Smits, de
Wed. Jac. Visser Pzn., Anthony Nolet en Arnoldus
van der Burg, alien wonende te Schiedam een
adres gezonden aan de heer Commissaris van de
Koning in de provincie Zuid-Holland, waarin een
klacht werd geuit over de slechte toestand van
het „Sluisje", met verzoek het Gemeentebestuur
van deze stad te gelasten tot herstelling van ge-
noemd Sluisje over te gaan en vervolgens, dat
een afzonderlijk bestuur over deze polder zou
worden benoemd en een reglement voor dezelve
mocht worden vastgesteld.
Bovengenoemd rekwest van de Wed. Jansen-Smts
cum suis werd 9 mei 1855 verzonden aan B. en
W. van Schiedam ten fine van bericht en raad.
In hun vergadering van 12 mei d.a.v. werd door
B. en W. deze klacht en het daarbij gevoegd ver
zoek in behandeling genomen en besloten het-
zelve adres te stellen in handen van de Commissie
van Fabricage - thans gemeentewerken ten
fine van consideratien en advies, na alvorens
daarop de Gemeente-Architect gehoord te hebben.
In de vergadering van B. en W. van 26 mei d.a.v.
werd bij monde van de vorzitters van de Commis
sie van Fabricage, de heer Wethouder Poortman,
het rapport over de toestand van bovengenoemd
Sluisje" utgebracht en daarbij tevens overge-
legd een kopie-memorie van de Gemeente-Archi-
tect betreffende deze zaak. Na deliberatie werd
besloten zich met het rapport van de Commissie
van Fabricage te verenigen en met inzending van
genoemde kopie-memorie van de Gemeente-Archi-
tect aan genoemde heer Commissaris het volgende
te berichten:
dat de door de adressanten aangeheven klachten
deels ongegrond, deels overdreven waren en de
oorzaak van die klachten in alle gevallen en bij
hen zelven en in de minder gunstige ligging van
hun landerijen moest worden gezocht.
Aldus werd door B. en W. bij missive van 30 mei
d.a.v. aan de heer Commissaris van de Koning in
de provincie Zuid-Holland medegedeeld. Hiermede
was echter de kwestie van het zogenaamde
„Sluisje" geenszins van de baan en weldra zou
dan ook blijken, dat de klachten door de inge
landen van de Kortlandse polder geuit wel dege-
lijk gegrond waren en geenszins overdreven.
Want weldra zou dit genoegzaam blijken. Daar-
over in ons volgend artikel.
Li. A. Abma.