gtlupcftt dtmpcht.
Ititimtlaidfiïfy Juichten.
Mogen de heeren der commissie, die
zich zoo belangeloos aan deze moeielijke
taak hebben gewijd, hunne moeite beloond
zien door eene ruime inteekening op de
daarvoor bestemde lijsten. Het is een
aalmoes voor onze katholieke armen, maar
een aalmoes waarvoor men een schoonen
genotvollen avond in ruil ontvangt.
DUITSCHLAND.
Wij moeten weer terugkomen op het debat,
dat eergisteren in de Pruisische Kamer van
Afgevaardigden gevoerd is, naar aanleiding
van de motie-Aachenbach. Die motie-Aachen-
bach heeft een zeer bijzondere bedoeling, en
is reeds daarom opmerkelijk, wijl zij eene
zaak, welke Bismarck in den Rijksdag niet
wilde bespreken, nl. die van de vervolging
en de uitdrijving der Polen, nu toch weer
ter sprake brengt, zelfs van jegens von Bis -
marck bevriende zijde. De bedoeling van de
motie is deze, dat in de eerste plaats hulde
wordt gebracht aan de Regeering, voor den
ijver waarmede zij het duitsche element be
schermt tegenover het poolsche, terwijl ten
tweede geheel vooraf, zonder dat men nog
iets weet van wat de Regeering van plan is
met de Polen te doen, goedkeurt wat in de
Troonrede zoo onbestemd mogelijk werd aan
gekondigd, met betrekking tot diezelfde Polen.
Natuurlijk is het, dat het Centrum tegen zulk
eene motie gekant is, en nadat Bismarck zijne
gisteren vermelde heftige rede had gehouden,
kwam dr. Windthorst ook krachtig tegen de
strekking daarvan op zijne rede was geestig
en fijn spottend tevens.
Hij constateerde in de eerste plaats, dat
de poolsche qusestie in den pruisischen Land
dag ter tafel is gebracht door de gouverne
menteele of ministerieele partijen, terwijl de
Polen en het Centrum enkel defensief op
treden. Hij achtte het noodig dit vast te stel
len, zeide hij, om te voorkomen, dat straks
misschien Von Schlözer te Rome weder gaat
boodschappen, dat Windthorst alle verzoening
onmogelijk maakt. De heftige uitvallen van
daareven, door Bismarck tegen zijn persoon
gericht, maakten zulks al heel waarschijnlijk,
meende Windthorst. Met bij'.onderen nadruk
constateerde hij dus bij voorbaat, dat Von
Schlözer zich ditmaal niet achter de ver
meende strijdlustigheid van Windthorst zal
kunnen verschuilen. Van den anderen kant
echter verklaarde hij, geenszins bereid te zijn
om als Prügclknabe te dienen en zich zonder
zelfverdediging door den Kanselier te laten
beschuldigen. Dat deze hem bij voorkeur
als een »WelP' voorstelt, die niet in staat
zou wezen om duitsch te voelen, is onver
diend. „Ik behoor aan Hannover", zoo sprak
hij, „door geboorte, opvoeding en door mijn
ambtelijke diensten, en daar stel ik een groote
eer in [Levendige toejuichingen in het Cen
trum] maar ik tart den Kanselier, mij één
enkel bewijs te leveren, dat ik daarom ooit
mijn plicht als Duitscher verloochend heb
[Bravoin het Centrum]. Aan bekoorders
heeft het waarlijk niet ontbroken; daar zal
ik te gelegener tijd ook nog eens van spre
ken maar ik laat mij door niets van de wijs
brengen en vo'g mijn eigen wegeen sleep
drager word ik nietOok is het onwaar,
dat ik de poolsche opstanden zou goedgekeurd
hebben. Ik begrijp ten volle het nationale
gevoel der Polen, maar als katholiek veroor
deel ik den opstand tegen het wettig gezag.
Wat de strekking der motie zelve aangaat,
deze werd door Windthorst in al haar be
spottelijkheid ten toon gesteld, en meer nog
was dit het geval met de wordingsgeschiedenis
er van, welke hij, tot groote ontsteltenis der
heeren voorstellers, in al haar phasen aldus
»onthulde"Zoodra de Rijksdag de be
kende resolutie had aangenom n, kwam de
frankforter opperburgemeester Miquel naar
Berlijn over en stelde daar een contra motie
op, welke in de pruisische Kamer zou
dienst doen. Hjj legde ze voor aan Von
Eynern en Eneccerus, die haar excellent von
den. Toen werd zij aan Bismarck zeiven voor
gelegd, en ook deze hechtte er zijn goedkeu
ring aan. Vervolgens sprak Von Eynern er
over met de duitsch-conservatieve leiders Von
Rauchhaupt en Minnigerode Deze echter, zei
Windthorst ondeugend, waren te liberaal om
het werk der »ex-liberalen geheel goed te
keuren Daarom werd de oorspronkelijke motie
zoodanig gewijzigd, als zij thans bij de Kamer
aanhangig is. De oorspronkelijke tekst was
echter zeer merkwaardig. „Mijn zwak ge
zicht", zei Windthorst, terwijl hij een papier
te voorschijn bracht, „veroorlooft mij niet,
het u voor te lezen. Misschien wil mijnheer
Von Eynern zelf wel zoo goed zijn 1 Dan zou
men hooren, dat daarin o. a. ook een beris
ping werd toegediend aan den vroegeren mi
nister van Binnenlandsche Zaken en ook aan
den tegenwoordigen, Von Puttkamer. Dat
geeft stof tot nadenken."
Gisteren is het bebat in den Landdag over
het voorstel-Aachenbach voortgezet, en er
moeten daarbij scherpe woorden gevallen zijn.
De heer Stablewski verklaarde, dat de Polen
niet met geweld de Pruisische grenzen willen
naderen, maar dat zij de hoop op een herstel
van het Poolsche Rijk niet laten varen. De
minister Puttkamer zeide daarop, dat als de
Pruisische Polen het Poolsche rijk trachten
te herstellen, dit niets anders is dan afschei
ding van een gedeelte van het Pruisische land
en ten landsverraderlijk ondernemen. Mm wil
noch aan de taal noch aan den godsdienst
der Polen te kort doen, men wil uitsluitend
eene gevaarlijke beweging onschadelijk maken
en tegen het verbazend toegenomen Poolsch
worden van Posen, Opper Silesie en Oostprui
sen op zijn hoede zijn.
In den loop van het debat zeide Bismarck
ook, dat hij den keizer dikwijls heeft aange
raden, om dr. Windthorst Kanselier en Prui
sisch minister-president te maken. Ook ver
klaarde hij, dat een herstel van Polen langs
wettigen weg onmogelijk is.
De Dultsch-vrijzinnige partij schijnt op een
retraite bedachtzij heeft althans een bemidde
lend voorstel ingediend, waarin gezegd wordt
dat de Kameralle voorstellen, welke het Duitsch
karakter moeten versterken, zorgvuldig zal on -
derzoeken. Dat is dus niet een bij voorbaat
goedkeuren van alles wat de Regeering tegen
over de Poolsche onderdanen zal ondernemen,
gelijk Aachenbach dit voorstelde.
ENGELAND.
Naar gemeld wordt, heeft de Koningin
het ontslag van het ministerie aangenomen,
maar Gladstone was tot gistermiddag nog
niet ontboden om over de vorming van een
nieuw kabinet te spreken.
Ten opzichte van de Grieken schijnt
lord Salisbury krachtdadig te willen optre
den. Aan den admiraal, sir Hay, die het
bevel voeit over het Engelsche eskader inde
Grieksche wateren, is althans bevel gegeven,
om onmiddellijk, waar het ook zij, tegen de
Grieken geweld te gebruiken, als zij een aanval
op de Turken willen beproeven.
FRANKRIJK.
Sprekende over het oproer te Decazeville
en den daarbij gepleegden moord op den
directeur der mijnen, Watrin, vinden wij in
een »liberaal" blad eene zeer opmerkelijke
bekentenis. De reden van het bedoelde op
roer, waaraan een paar duizend kolenmijn
werkers deelnamen, was gelegen in eene ver
mindering der werkloonen, welke de Maat
schappij had toegepast, omdat er sinds eenige
jaren geen dividenden konden uitgekeerd wor
den. Met die vermindering namen de heeren
werklieden echter geen genoegen, en dus sloe
gen zij aan het muiten en vermoordden zij
hun directeur op laaghartige wijze. En
wat zegt nu de directie der Maatschappij.
Deze, welke onder voorzitterschap van den
heer Léon Say te Parijs zetelt, klaagt over
voortdurende revolutionaire propaganda onder
de werklieden in het district Aveyron, die wel
steeds hunne rechtenmaar minder hunne plich
ten schijnen t3 bestudeeren Het schijnt ook, dat
het nieuw opgerichte ministerie van nijver
heid, met zijn weidsche plannen tot heil van
den werkman, de gegadigden in Aveyron zeer
koud gelaten hseft, en de dood van den on-
gelukkigen Watrin is een treurig bewijs, hoe
weinig bevrediging eene woedende menigte
vindt in de oprichting van een nieuw minis
terie.-'
Ziet nu eens aanDezelfde mannen, die
indertijd hun heil zagen in het prediken of
doen prediken van de revolutie, en die zelf
van den voortgang der revolutionaire denk
beelden profiteerden om er „boven op'' te ko
men, die mannen klagen thans over de revo
lutionaire propaganda onder de werklieden,
die wel weten te spreken van rechten, miar
niet hun plichten vervullen of trachten die te
kennen. En zij worden nu door diezelfde opge
ruide lieden vermoord, die zij eerst gevleid
hebben, om wier stem zij bij verkiezingen
wellicht hebben gebedeld 1 Zoo ziet men weer,
dat de revolutie haar eigen kinderen verslindt,
en ook dat de opmerking gepast is welke
mede in bedoeld liberaal blad werd gemaakt
dat het niet genoeg is om het woord
Republiek op de instellingen van een land te
schrijven, en dan te verwachten dat het laat
ste woord van menschelijk geluk daarmede
gesproken is. Neen, men moest eerst trach
ten de menschen te verbeteren, in plaats van
ze slechter te maken; daarna zou men kun
nen verwachten dat zij redelijk waren en niet
enkel aan rechtenmaar ook aan plichten
dachten.
Sc i]edam, 30 Januari 1886.
Blijkens achterstaande aankondiging zal
Woensdagavond a. s, in Musis Sacrum een
concert gegeven worden door den heer L. F.
Brandts Buys, met medewerking van deMan-
neuzmgvereeniging »Rotte's Mannenkoor" en
van mej. F. Fontain (sopraan), den heer H.
van Hemert (Baryton) en den heer H. L.
Jocbems (pianist).
Wij kennen het uit te voeren programma
voor dien avond niet, maar meenen toch te
mogen verwachten, dat de heer Brandts Buys,
die de Schiedammers wel zoowat zal kennen,
het niet ondernemen zal met minder dan iets
goeds voor den dag te komen. Reeds op dien
grond durven we zijn concert gerustelijk aan
te bevelen.
De katholieke kiesvereeniging te Maastricht
heeft tot candidaat gesteld voor de Tweede
Kamer den heer M. F. H. 0. Ruland, burge
meester van Vaals.
Bj de beh ndeling der begrooting van
waterstaat in de Eerste Kamer besprak de
heer Tak van Poortvliet de spoorwegen en
zeide o. a. het volgende
»Nog onlangs weid in d ze Kamer tef
sprake gebracht de spoorweg van Rotterdam
naar den Hoek van Holland, op welks vol
tooiing in Rotterdam terecht wordt aange
drongen. De regeering heeft bij die gelegen
heid toegeze.rd, dat met den aanleg van die11
spoorweg niet langer zoude worden gedraal^'
Geen onzer zal er aan twijfelen, ol aan dez®
toezegging zal worden gevolg gegeven. Man*
ais nu ijverig met dit werk wordt voortg0'
gaan, kan hij, die eenigszins met den toesta0
bekend is, thans reeds zien wat er gescb01"
den zal, wanneer het na eenige jaren zal^a