9e Jaarg.
Vrijdag 5 Februari 1886.
No. 2395.
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
SPROOKJES
Bureau: Markt, E, 3 57.
HANDELSBLAD. O
NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Prijs van dit Blad
Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
Franco p. pest door geheel Nederland 2.
Afzonderlijke Nommers0.05
KW. iBWSSSHI
Prijs der Advertentiön i
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel tneer. „0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
VAN HET
Wij hebben een feilen winter, de avonden
zijn lang, de koesterende warmte van den
hniseiijken baard en het gezellig razen van
den waterketel, waaruit de theepot wordt aan
gevuld, noodigen nil tot lang schemeren, als
betgeen wij te doen hebben geen licht ver-
eischt. Zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als
kasteelen. JJau is het de tyd, waarin de
ouders de herirneringen hunner jeugd ophalen
en zoo de geschiedenis der famil e, die nooit
werd opgeschreven, nog voer ééa geslacht
althans aan de vergetelheid ontrukken.
Wat de oude lui uit hun eigen ervaring
of die hunner ondeis en grootouders verhalen,
is zuivere historie. Liegen wel wie
denkt er aan 1 De verhalen zijn boeiend, zijn
belangwekkend, zijn waarmen hoort ze
gaarne, doch men wil ook wel eens een af
wisseling, ten verhaal van 't welk men weet
dat het niet waar is, maar dat emotie geeft,
waarbij men angst, gevoelt, waarin de deugd
altijd zegeviert en de ondeugd altijd gestraft
wordt. Geschiedenissen van monsters en reu
zen en dwergen, onmogelijke gebeurtenis
sen, maar die toch waar zonden kannen zijn,
als er maar feiün en toovenaars bestonden.
Vooral de joDgste leden van het gezin, kin
deren die nog niet zoo heel lang het onbe
kende land vei laten hebben, die pas in deze
realistische woield zijn kernen kijken, maar
toch reeds begrijpen kunnen wat men hnn
vertelt, zijn vooral op sprookjes gesteld. Zij
verbeelden zich, dat zij nog eenige heiianering
bezitten aan een wonderland, waarin zg vroe
ger leefden, en zs ouden clieiden dat land nog
niet best van de wereld zonder wonderen,
waarin zij zijn aangeland
De sprookjes van Moeder de Gans worden
daarom weder opgehaald, van die goede
baker, die zeker van de nog n et aan aard-
sche i gica gewende kindertjes haar boeiende
vertelsels vernomen bad.
Deze herinneringen aan onze jeugd ver
vulden ons bootd, toen de rebel dezer dagen
aan onze deur overgiog. Daar was ie cou-
rautenombrenger. Aan het schemeren werd
een einde gemaakt; want ik vader was
Zeer nieuwsgierig naar het nieuws uit de cou
rant. Het Handelsblad zon ons misschien
Wel 't een of ander kunnen mededeelen om
trent een stand van den muizen- en kikvor-
tchenkrijg ik vergis me de bezetting
van de Nienwe kerk te Amsterdam. W^t
zul dis gtede Dr. Knyper wel hard moeten
stoken om daar niet te bevriezen, tenzij het
ijvervuur bem genoegzame warmte verschatt
Maar meer dan uoor die Amsterdamsche
ruzie woidt mijn aandacht getrokken door ten
mjjnur stokpaardjes. Daar zie ik een beschou
wing over het adres van de beeren Swarten
De Kot, waarin zy, in het belungvan de werk-
(1) Dit artikel, voorkomende in het Dagblvinden
wij zoo ilink en ter zake dienend, dat wij niet kunnen
nalaten het is ona blad over te nemen. lied.
lieden, verbooging vim invoerrechten vragen
wat zon bet Handelsblad daarover wel te
zeggen hebben
Ik wist, het spoedig, en niet zonder dat
ik mij glimlachend in de handen wreef, zag
ik hoe bet schemerlicht ook invloed uitge
oefend had op den schrijver van dit artikel.
Ja, daar las ik weder een verwe;kt sprookje
van onzen ouderi vriend Bastiat, die mij in
mijn jeugd zoovele aangename oogenblikken
bezorgü heelt d or zijo geestige staati nishoud-
kundige vertelsels. Ik beiinnerde mij den tijd,
dien elulikigen tijd, toen ook ik nog geloofde
aan de fantastische vertalen die hij opdischte,
een tijd die dror studie en zorgen ver achter
mij ligt, nu de grijsheid al geen wijsheid
moge gebracht hebber), maar de koode en
strenge noodzakelijkheid, allhaos in zekere
mate, fantasie beeft ieeren onderscheiden van
werkelijkneid.
Daar las ik dan waarlijk weder een paar
sprookjes zooals hij ze schreef. Deze dienen
om der gt gemtente duidelijk te maker, dat
het hefieu van inkomend recht op viet-mda
fabrikaten is in het nadeel van den biomn-
landschen werkman. Daar zag ik dan ook nu,
in de laatstehcllt der 19eeeuw,nog weer eens
gedrukt wat voor veertig jaren reeds, leen ik
nog een jongeling was in de weield der éco
nomie politique, door mij ie goeder tronw
als het Evangelie geioefd werd
»Stelde hoogere rechten, op meubelen
bv., waarvan voor 12 ton in 1884 is inge
voerd, komen op 20 j Ct. Dan zullen de
buitenlanders hun prijzen met 20 pCt. moeten
verhoogen, en de Noderlandsche meubel
fabrikanten kunnen, door deze verzwaring
der boitenlandscbe concurrentie, bv. voor 6
ton meer afleveren en dus aan meier meubel
makers werk geven. De verbrnikrs befalen
dau voor de meubelen ongeveer 2 ton meer
dan vroeger, ten üeele aan het buitenland,
ten deele aan het binnenland. Die 2 ton
kunnen da verbroikeis nu bv. niet beste
don voor kleedeien. De kleermakers krij
gen dus minder werk en bovendien
kunnen de burgers, die van beperkte in
komsten moeten leven, zich minder goed
kleodcü dau vooiheeD. Om dus aan zeker
gelul meubelmakers meer werk te verschaffen,
zon men even vele, wellicht veel meer kleeder-
makers op straat zetten, en tal van andere
burgers beletten om bv. voor de kinderen
boognoodige winterjas-en en mantels te koopen.
("Vroeger, toen ik nog bijna, een kind was,
zoouls ik boven vermeldde, huiverde ik bij
zulke voorstellingen. Denk eens aan, en dat
bij deze felle koude
,Eu als dan de kteedermakers ook om pro
tect ie vragen en de 4 millioen, aan kleede
ren nit het buitenland ingevoerr, met 20 pCt.
worèeu belast, zal de burgerij en daar
door ook de werkman weder 8 ton metr
hebben te betalen voor Kleeding, en die 8
ton weder niit kunnen ten koste leggen aan
voedmg, liggingverlichtingverwarming enz.
Duizenden, die iu de artikelen, voor die
li vent behoeften dieuei de, hnn brood viuden,
znllen dan worden benadeeld, en do werklie
den in de eerste plaats znllen de lijdeude
partij wezen."
'lis verschrikkelijk! En er zulien minder
abonnementen genomen worden op dagbladen
en tijdschriften, en minder boeken gekocht
en ook wij, arme letterkundigen, die nu al
zoo te tobben hebben, wij zullen ook al het
nadeel onde, vinden. Moeten de verdiensten
n g miader worden, dan zijn wij reddeloos
aan den bedelstaf! Waar n oet het met mij
been Ik zie op na; r mijn goede vrouw, ik
zie boe mijn lieve jongen, die nog niets van
het gevaar weet, bezig is met zijn schoolwerk,
even lastig en opgewekt alsof hij zich met
't een ot uiider spelletje vermaakte. Ik wrijf
mij even achter het rechteroor, bij de her
innering aan al de zorgen, maar ook aan al
het geluk v.m mijn leven; en de vraag rijt
is dat sprookje, ia den trant van bet ver
telsel van »Besje en het varken", van „het
huisje van Adriaan", van „den neus van der»
hertog van Wellington" (waarmee Funch
indertijd furore gemaakt üeelt), soms geen
sprookje Mag ik dau nog wel optreden als
protectionist? Mag ik medewerken om zoo
veel ellende te brengen over mijn landgenoo-
ten en over mijn eigen gezin
Maar die weifeling duurde niet zooveel tijd
als ik noodig had om haar op to schrijven.
Neen klonk het in mijn hoofd en deed
mijn hart van fierheid kloppen. Wat gij da r
gelezen hebt, is een sprookje nit de oude
doos, het is een leugeu De boeman, dijn
men u voorstelt, bestaat niet! Blijf den stiijd
moedig en rustig voort strijd n, dien ge hebt
aangebonden want bet is in et belau g van
nw vaderland, van den kleinen burger, v.;n
den werkman, dat gij strijdt. Ook in uw eigen
belang want als het allen welgaat, zal bet
u en den uwen niet slecht gaan en moge
lijk zoo gij zolf al geen vrachten van de
overwinning pinkt (de hoop verlaat ous nooit,
zij is dikwijls een illusie, maar eon die noc-
dig is om te blijven leven) mogelijk dat
nw jongen ze plukken zal
»Maar is het don niet waar wat gij zoo
even hebt voorgelezen vraagt mijn vrouw,
aan wie ik 't vertelseltje voordroeg. »Mij
dunkt hij beeft gelyk!"
Neen antwoordde ik bij beeft ongelijk
Hij gaat nit van een ongerijmde stelling;
zijn verhaal zou waar zijn, wanneer er slechts
één meubelfabriek bier te lande bestond, ot
alle menbelfabiikanten een coalitie sloten om,
hoewel zij hun meubels konden ifleverea tot
minderen piijs, ze toch 20 pCt. hooger te
stellen dan oen minimum-prijs, voor weiken
zij in staat zijn, ze at te zetten of als er
geen meubelmakers genoeg in bet land waren
om de gebruikers van meubelen behoorlijk te
vo-rzien van wat zij nooaig hebben. Maar
er zijn tal van meubelfabrikanten hier te lande,
die niet willen of kunnen coaliseeren, die met
elkander concurreeren tn boe meer meubelen
gevraagd worden, des te meer znllen zij er zieh
op toeleggen om veel en goed te produceereu en
vau zelf zullen zij de meubelen daardoor goed-
kooper kunnen leveren, en dat erkeansn
de spiookjes-Vsrtellers der festrade zelf, als
ze op een anderen keer verkondigen, dat door
hst heffen van inkomende rechten de produciie
hier te Jande zóó groot zal worden, dat er
overproductie zal komen, dat te veil zal