tótmengdt Jtertyhten.
BIJVOEGSEL
FEUILLETON.
behoorende bij de
van 7 en 8 FEBR. 1886.
Van uit mijn raam.
II. {Slot.)
Vlak hier boveu woont de amerikaansche
familie. Wij betwijfelen of de man of de
vrouw of de jeugdige deugniet van ean acht
jarigen zoon ooit, de Vereenigde Staten gezien
hebben, maar bij elk feest der Unie wappert
de amerikaanscbe vlag uit hun venster, en op
het fête notionale wordt deze door twee
fransche vlaggen geflankeerd. De m n, in
zijn hoogen rug gedoken en met zijn boea
achter op bet hoofd, dien bij door zijn ges-
ticuleeren met zjjn armen ieder oogenblik
dreigt te zullen veiliezen, schnnt ons bijua
den dubbelen leeftijd dtr vrouw te hebben,
die geheel ue >ypo van tece normandi.-che
boerin vertegenwoordigt. Deze gezonde cam-
pagnarde kleeot zich gaarne zoo opzichtig
mogeliik en draait op de klnchtigste wijze
n,et haai tournure, die dikwerf hot ongeluk
heeft scheef te zitten. Hierbij neemt zij de
meest geaffecteerde poses aan en is zoodoende
de bespotting der geheele buurt gewordeD.
Deze familiegroep neeft als lijst hun ven
ster, waaraan zij dikwerf paradeert, des zomers
omringd van zonnebloemen en asters, die zij
om hnn raam laten groeien en iu groote bak
ken geplant zijn, en op dit oogenblik met al
de afhangendeverdorde, stengels en bladeren
veel van een mesthoop beeft.
Op de verdere verdiepingen vinden wij nog
de epaulettenmaakster, die met haar doch
tertje tnsschen bergen van die schouder-
VersierseleD, dagen en Dachten zit te werken,
terwjjl papa geheel het air beeft een liefheb
ber van wandelen te zjjn. Ook echt fransch I
Verder nog een paar modistjes zonder dien
telle en een architect, die ons door zijn recht
lijnig teekenen zijn vak verried.
Nu zijn wij op de vjjfde verdiepingen deze
alleen heeft een balkon, zeker om, na de hon
derd en zooveel treden opgegaan te zijn, ge
legenheid te geven eens in de rnime lucht te
ademen. Een andere reden heb ik er nooit
voor kannen vinden.
In een dezer appartementen, die zoo hoog
gelegen zijn dat men er de engelen in den
hemel zou kunnen booren zingen, houdt zich
de marmot schuil. 's Morgens komt deze
ronde jnffer met hare verwarde haren, die
haar gelaat soms geheel bedekken, nit aller
hande wollen doeken eu shawls kruipen, wat
haar indeidaad zoo wonderlijk veel op het
beestje, dat wij daar zoo even noemden, doet
gelijken, dat de naam ons als van zelf op de
lippen kwam. Evenals het r inde vette diertje,
heeft zij een snor, die menig twmtigjarigen
melkmuil zon doen watertanden. Zij is daar-
bjj zeer bewegelijk, en eenmaal benedengeko
men, ziet men haar den ganschen dag rond
trippelen.
Met dat uit mijn raam kpken is de avond
gekomen eu de duisternis gevallen. Ik wilde
juist mijn ooben wat rust gaan geven, toen
voor de porte cocbère eenLe menscbeu staan
bleven en naar iets op den grond beken. De
concierge van ons huis was bij den matoband
de vin teel vlug en steelsgewpze eene absinihe
gsan drinken reeds nummer vijf sedert zijn
dejeuner, en mengde zich ook by de nieuws
gierigen, toen een net gekleed heer door ce
groep heendrong. Onmiddellijk daarop zeg ik
hem met een bleek misvormd jongentje van
ongeveer tien jaren aan zijn hand de straat
oversteken, terwijl het arme ventje n:et zijn
vinger iets scheen aan te wijzen. Enkelen dor
omstanders liepen ook in die richting, en onze
concierge met ben.
Zeer geintrigeeid verliet ik mijn raam en
haalde me hondeide gevallen voor mijn geest,
waarin de kleine ougelakkige knaap natuur
lijk de hooldrol vervulde.
Toen van morgen de concierge de brieven
en couranten boven bracht en vroeg hoe het
met den patient ging, vei zocht ik hem even
binnen te komen.
Wel, zoo begon ik, vertel me toch eens
wat was dat voor een oploopje gisterenavond,
met dien kleinen bedelaar hierover?
Een treffende scèae, Mijnheer U moet dan
weten, dat die kleine jongen met zijn bleek
en uitgeteerd gelaat, waar het gebrek eu het
lijden duidelijk op te lezen stonden, bij de deur
was gekropen en vol angst naar den overkant
siaarde, toen een heer hem naderde U zult
dit zeker gezien hebben en hem vroeg of
hij zoo alleen dier bedelde en zijne ouders
hem maar in de straten lieten ronddolen.
Ach 1 antwoordde de knaap, snikkende, ik hob
geen vader of moeder meer, en het is die
vrouw daar, aan de overzijde op het trottoir,
die mij na t un tiuod h- eit medegenomen en
mat bedel n, - en hieiop zachtjes, met een ban
en blik mar het wijf, eu die mij slaat als
ik om eten viaag. Door zooveel ellende ge
troffen, natn de weldadige aan het kind bi)
de nand, vast besl ten dezen armen tobberi
nir de klauwen van dit verschrikkelijk on-
mensch te reddeD, en liep in oe richting
waar het wijt, dat nog een t ei jarig kind m
de arte en orutg, was heen gig an. Zij zette
het nu zelfs op e n loopen, doch werd yelna-
kig achterhaald en tn-schen een paar toege
snelde agenten naar den Oommisaris van
politie gebracht.
De kleine jongen, met zijn geleider, was
baar duar gevolgd en vertelde dat hij Louis
heette, doch meer bekend was onder den bijnaam
van den Krates, en somde al de mat telingen
en ontberingen op, die dat ellendige Wijt hem
deed verduren. Het verhaal van dezen klei
nen verschoppu'iug, dien niemand zich aan
trok, bewoog tct tranen toe de omstanders.
Hel verachtelijk schepsel zeide Sophie Massi-
cault te beeteD, en in een oud kret op de zesde
verdieping in la Villette te wonen. Het jonge
schaap, dat zij droeg, was haar dcor een«
dienstbode geschonken, vier adres zij echter
niet kon opgeven, dus kunnen wij germt aan-
nemeu, dat ait een gestolen kind was. Sophie
Massicanlt werd in verzekerde bewaring ge
houden en de kinderen naar het vondelinge
huis gezondon.
De kleine Louis, na zijn redder vuriglijk
bedankt te hebben, was gelukkig vert-okken,
zijne zakken vol stuivers en gebakjes, die de
omstanders hem gegeven hadden.
Toen een vronw hem bij het weggaan har
telijk omhelsde, begon hij van vreugde te
sihreien, zeggende, dat hij nog nooit ge
kost was.
Ziedaar, Mijnheer, alles wat ik te weten ben
gtkomeD, zoo eindigde de concierge, dien ik
vriendelijk voor zijn verbaal bedankte en in
wiens oogen een paar tranen blonken.
Kwamen zij van den konden morgenlucht
of nit een warm en gevoelig hart Waarom
zonden wij het laatste niet gelooveu
EI DÉ LI US.
Pakijs, 1 Februari 1886.
Moord te Maxenzeele.
Omtrent de vermoedelijke aanleiding tot
den vreeselijken vijivoudigeD moord, in het
Belgisch dorpje Maxenzeelc gepleegd, verneemt
men nader: lo. de van zelf sprekende bijzon
derheid, dat Lornelis Buys (zoo heet de kui
per, die vermoedelijk zijn geheele gezin uit
moordde) een dronkelap was 2o. dat hjj met
zijn gezin in oneenigheid leefde wegens heb
zucht hij zou het nl. op bet kleine vermo
gen gemunt hebben gehad, van de bij hem
inwonende schoonzuster Van Buggenhont.
Hoe door a persoon deze vijfvoudige moord
is knnnen gepleegd worden J 't Was in den
nacht, allen sliepen en de woning is volgen
derwijs mgedeeld.
Het portaal is tamelijk breed daar bevindt
men zich voor een klein kamertje, waar de
schoonzuster van Buys sliepeen meisje van
27 jaar dat verloofd was. Gelijkvloers bevindt
zich ook de huiskamer. Daarnaast is de slaap
kamer van het gezin Boys, waar zijn vronw
sliep, wier lijk aantoont, dat zjj een zware
worsteling doorstaan heeft. Zij was zwanger.
Ia dezelfde kamer sliepen twee der kinde
ren, jongentjes van 6 en 10 jaar. Eeu hunnei
schijnt voor den doodelijk en Blag weggekropen
of ten minste zich achter zijn broeder ver
scholen te hebben.
Op de bovenkamer lag de aebt-en-twintig-
jarige schoonbioeder.
Nabij het bed der vronw lag hetjongstge-
boreu kind in zijn wiegje. Dit arme schaap
is gespaard en met dat kind op den arm wekte
Buys de baren, om huu te vertellen, dat moor-
denaas s in zijn woning waren binnengedron
gen en dat zij gedreigd hadaeD, ook hem te
vei moorden, als hij cm bnlp riep.
Bays werd door tien gendarmen, met het
paiket aan het hoofd, weggevoerd. Hij heeft
een onbeduidend gezicht, is bleek, baardeloos
en ziet er zwak uitmen zou het hem niet
aanzeggen, dat hij een zoo afschuwelijke moor
denaar zijn zou. Het volk beweert zelfs, dat
bij over het algemeen goed oppaste. Hij zegt,
groot verdriet te hebben, maar is overigens
voor bet gerecht kalm gebleven 9u blijft vol-
houdeu, dat twee kerels, wier uiterlijk oy zelfs
beschrijft, den moord heobea gepleegd. Deze
zonden dan ongewapend zijn gekomen en zich
van het hauglood der klok hebben bediend.
De bevolking is verbitterd en wilde hem
te lijf.
Het wordt zoo blijkt nader meer
en meer waarschijnlijk, dat Buys de bedrij
ver is van den vyfvoudigeu moord op zijne
familie. Hij had opgegeven dat eeu paar ke
tellappers de daders waren, maar m«n heeft
hen opgespoord en ondervraagd, waarbij zij
hun alibi volkomen konden bewijzen. De stak
kers zijn daarna dadelijk weer vrijgelaten.
Bij de schouwing der lijben, aan welke men
het hoofd, do ingewanden en het hart heeft
ontnomen, voor het gerechtelijk onderzoek, is
gebleken dat de moord niet met het gewicht
van de klok kan zjjn bedreven. Men vond
dan ook in eene kast, onder een hoop vodden,
een zwaren hamer en een knipershamer,
waarvan de eerste miu of meer met bloed
was bedekt. Buys zeide dat de kuipershamer
van hem was, maar de andere niet. Ook
vond men in het bed van Melanie een zwaar
stuk ijzer, in den vorm van een haak en
dienende om duigen vast te honden. Boys
beweetde dit voorwerp niet te k-nnen en zeide
ook, dat het geen kuipersgereedscbap was.
Doch de moord op Melanie is er zeker mede
gepleegd, want het ijzer was geheel met bloed
overdekt. Het hemd van Buys droeg ook
sporen van bloed, en het kostte eenige moeite
om hem zijn kiel te doen uittrekken. De
verdachte blijft overigens kalm. Een later
bericht zegt, dat de vader van Boys, die ook
kuiper is, de mogelijkheid niet loochent dat
zijn zoon de dader is, maar volgens een andere
tijding wordt die vader zelf van medeplichtig
heid verdacht, en zou hij waarschijnlijk even
eens gearresteerd worden of ten minste on
dervraagd.
Eergisteravond zijn de lijken, of wat erna
de onthoolding enz. nog van over is, in
plechtigen stoet naar de kerk gebracht, alwaar
zij 's nachts zouden blijven. Die stoet maakte
een treffenden indruk. Vijf wit houten kisten,
met een zwart kruis beschilderd, droeg men
achter elkander weg, gevolgd door de voor
naamste inwoners der gemeente en den luite
nant der gendarmerie, alles voorafgegaan door
don pastoor, die de gebeden voor de overle
denen bad.
Het Engelsche pauterschip Resistance, eeu i
der oudste schepen van de Eng lsche vloot,
wordt thans voor een belangrijke proefneming
ingericht. Het schip krjjgt nameljjk eene ca-