bijvoegsel Binnenlandsche Berichten. behoorende bij de van 28 en 29 MAART 1886. Kerknieuws. 5° Vervolg.) SCHEVENINGEN. Iu den afgeloopen nacht is alhier overleden de heer J. Waterreus Lz., president van het R. K. Kerkbestuur albier. De overkdene bereikte den ouderdom van 89 jaar. UTRECHT. Gisteren-nacht te half 2 woedde alhier een zeer hevig onweder, vergezeld van zwaren regen, dat ongeveer een uur aanhield, een verschijnsel dat zeker voor dit seizoen ze#r buitengewoon kan genoemd worden, of schoon in de laatste twee dagen de thermo meter tusschen de 50 en 60 gr. teekende. De regen, in dat korte tijdsverloop gevallen, was 12.3 mM. De heer J. A. H. Borret heeft zjjn ont slag genomen als lid der Provinciale Staten van Utrecht. LEEUWARDEN. Gisteren-avond is op het stations-emplacement alhier een voerman, in dienst van de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, bij het rangeeren aan gereden en onder een rangeer-macbine geko- komen, ten gevolge waarvan zijn linker arm is overreden. De ongelukkige is overgebracht naar het Diaconnessen-Huis, waar do heeren doctoren Plet en Koperberg dat lichaamsdeel hebben geamputeerd. S1EENBERGEN. Door eenige personen is alhier een losloopende hond doodgeschoter, die alle kenteekenen vertoonde van dolheid. Bij de lijkopening door den districts-veearfs L. Vau Driel werd geconstateerd dat de hond werkelijk aan dolheid had geleden. Tengevolge hiervan zijn nog een aantal andere honden, die door den eersten gebeten waren, afg maakt en volgens wetteljjke voorschriften be graven. HENGELO. Een uiterlijk fatsoenlijk jong- mensch vertoefde dezer dagen in een hotel voorgevende klerk te zija bij de firma C. T. Stork albier. Op zjjn verzoek werd een horlo gemaker ontboden, van wien bij twee gouden- horloges behield. Den volgenden morgen ver dween de reiziger en schreef nit Arnhem aan den logementhouder en den horlogemaker, dat hij naar Amsterdam was vertrokken en weldra zou terngkeerea, om hunne vorderingen te voldoen. Men begreep nu met een oplichter te doen te hebben. De man heet Beraaj en was letterzetter te Enkhuizen, hij noemde zich echter De Decker. T'IEL. Donderdagmorgen is het vierjarig dochtertje van schipper M., die met zijn schip hier in de haveu ligt, over boord gevallen en verdronken. De moeder mist# na eenigen tijd haar dochtertje en ging naar het dek om te zien waar zij was en zag toen haar klompjes op het wat«r drijv#n. Naar het lijkje werd dadelijk g#vischt, maar het is nog niet gevonden. NEERBOSCH. De heer J. v.t Lindenbont, directeur der Weesinrichting, vierde gisteren, onder talrijke bewijzen van belangstelling, zijn 2°jarige huwelijksfeest. Bij die gelegenheid stroomden hem uit alle deelen des Lands giften toe voor de weezen. Zoo ontving hij o. a. een gift van f 400 uit 's-Hage, om de weezen te onthalen; yau 2 vrienden elk f 100, van een weezenvriendin f200 en uit Weesp f90. In een tijdsverloop van 25 jaren hebben j circa 1600 weezen verkeerd onder de zorg van den heer Van 't Lindenhout en zjjn echt- genoote. Den In Njv. 1863 werd de woezen- arbside aan gevangen door het opnemen van 2 arme weezen. GRAVE. De Maas is sedert 24 uren nog 0.14 M gewassen; do stand is heden morgen 9 ure 9.50 M -}- A P de rivier is uog wassende, hoewel minder sterk dan de vorige dagen. Ook de berichten van boven melden veel niinder sterken was dan eerst. Indien de Roer niet tusschen beide komt, kan men hier cinaen weinige dagen weder val verwachten. VIANEN. Gisteren werd hier op de markt boter verkocht voor een prijs, die aan den goeden ouden tijd doet denken puike boter kon sle#hts 29 cent de 5 ons opbrengen. Ook de eieren en de melk zijn 1/3 goedkooper dan anders om dezen tijd. Z. D. Hoogw. Mgr. P. Lejten, bissehop van Breda, heeft benoemd tot deken van Breda, in de plaats van wijlen den hoog- eerw. beer P. L. Maes, den ze#reerw. heer P. Van Oera, pastoor te Prinsenhage. Nadere bepalingen omtrent den accijns op bet gedistilleerd. Het wetsontwerp waarvan reeds met een kort woord bericht gegeven is, luidt als volgt Art. i. Voor de branderijen der eerste soort, eerste klasse, waarin alleen meel van rofege en gerst als grondstof gebruikt en geen stoom voor het ruwstoken aangewend wordt, mag, bij afwijking van het bepaalde bij art 58, 1, der wet van 20 Juni 1862 {Staats blad no. 62), de door den brander aan te geven trek dalen tot de volgende verhou dingen Minimum van den trek in gedistilleerd ad vijftig percent. in het eerste tijdperk, per KG. meel. per HL. beslag. in het tweede tijdpk., per KG. meel. Per HL. beslag. distilleerderij der eerste klasse tot eene sterkte V' n minstens 85 percent heeft gebracht; aan den distillateur eene korting- van - hoogstens een en een half ten honderd óp het gedistilleerd, niet afkomstig uit eene dis tilleerderij, dat in zijne distilleerderij der eerste klasse is ingeslagen, en waarvoor hij de kor- ting, bedoeld onder lit. a, niet geniet »Is hieronder gedistilleerd begrepen van hooger gehalte dan 65 percent, dan kan voor eene gelijke hoeveelheid gedistilleerd, dat tot minstens 85 percent is gebracht, de kor ting volgens lit, a niet worden genoten, ten zij eerstbedoeld gedistilleerd volgens de voor schriften van Onzen Minister van financiën in tegenwoordigheid van ambtenaren tot 65 percent of lagere sterkte is versneden >c. aan den brander, die in zijne bran derij tevens moutwijn of ander gedistilleerd door overhaling zuivert of tot drank stookt, dezelfde kortingen als onder litt. a en b aan den distillateur zijn toegekend, Gedistilleerd, herkomstig uit eene bran derij, welke gemeenschap' heeft met die, waar het gedistilleerd wordt ingeslagen, is hiervan uitgezonderd." a. De kortingen, bedoeld bij litt. b en c, worden niet verleend „i°. voor gedistilleerd, herkomstig uit eene branderij, waarvoor korting volgens lit. c ge noten wordt »3». voor gedistilleerd, dat, ofschoon af geleverd door een brander die geene korting geniet, niet uit zijne ruwstooksels verkregen maar in ie branderij inslagen is. »Onze Minister van financiën kan uitzon dering toelaten op het bepaalde sub i<>. voor het onverwerkt voortbrengsel der ruwstoking in de branderij, indien dit daar overeenkom stig zijne voorschriften afgescheiden is ge- houden van ander gedistilleerd. 3. Wij behouden Onr voor, de korting vermeld onder 1, lit. b, te verhoogen >i°. voor het gedistilleerd, dat bijzondere bewerkingen ondergaat, welke een grooter verlies medebrengen dan in verhouding van die korting; »a0. voor het onzuiver gedistilleerd, in eene branderij der tweede soort uit de ruwstoking verkregen, dat, zonder in die branderij te zijn overgehaald, ter verdere bewerking naar des branders afzonderlijke distilleerderij der eerste klasse wordt overgebracht. Het bepaalde bij art. 104,. 4, en Liter. Centil. Liter Centil. Liter. Centil. Liter. Centil O 52 4 41 0 4 14 De 2 en 3 van genoemd art. «8 zijn ook ten deze toepasselijk. Art. 2. Het bepaalde bij art. 1 geldt niet voor branderijen a opgericht na 1 Maart 1886, tenzij hare hggtng vooraf door Onzen Minister van finan ciën is goedgekeurd b. grenzende aan een pand, waarin eene tapperij of slijterij van gedistilleerd wordt uitgeoefend. Wij behouden Ons voor, de toepassing van art. 1 te ontzeggen aan den brander, die veroordeeld wordt wegens overtreding van de wettelijke bepalingen nopens den accijns op het gedistilleerd na het in werking komen dezer wet. Art. 3. Bij aangifte van den trek volgens art. 1 dezer wet, wordt de speling van vijf ten honderd, bedoeld in art. 68, 2 en 3. der voormelde wet van 20 Juni 1862, be perkt tot drie ten honderd, en die van zeven en een half ten honderd, bedoe'd in 4 van dat artikel, tot vijf en een half ten hon derd. Een en ander geldt ook voor de toe passing van art. 133, i9, derzelfde wet. Arf 4- In art. 104 der meergenoemde wet van 20 Juni 1862, gewijzigd bij art. 3 der wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad n». 80), worden de i, 2 en 3 gelezen als volgt: »g 1. Lij de vereffening der rekening wor den de volgende kortirgen verleend, voor zoover die blijkens de uitkomst der peiling noodig zijn na. aan den distillateur eene korting van hoogstens vier ten honderd op de hoeveel heid gedistilleerd, tot geene hoogere sterkte dan 65 percent ingeslagen, die hij in zijne Art. 5 o -T, art. 119, 2, der meergenoemde wet van 22 Jum 1862 omtrent moutwijn is ook toepas selijk op ander gedistilleerd, waarvoor aan spraak op korting bestaat. Art. 6. Wij behouden Ons voor ten opzichte van branderijen, waarin overeenkomstig Onze voorschriften afsluitbare verzamelbakken voor het voortbrengsel der ruwstokingen zijn ge plaatst, onder de noodige voorzieningen ont heffing te verleenen van de bepalingen der vermelde wet van 20 Juni 1862 omtrent den mslag, de bewaring, vervaardiging, bereiding en verantwoording van meel of andere grond stof of het ambtelijk afstoken van beslag. Art 7. Wanneer een brander gebruik maakt van de ontheffing, bedoeld bij het vorig ar tikel, wordt op de rekening, vermeld m art. 83 der meergenoemde wet van 20 Juni 1862, ook in debet gebracht het gedistilleerd, dat J ijkens opneming door ambtenaren méér uit de ruwstokingen is verkregen dan de Hoeveelheid, berekend volgens des branders aangifte tot stoken. Art. 84. i, derzelfde wet geldt mede voor het gedistilleerd, dat volgens de voor gaande zinsnede op de rekening is gebracht. mjre"': het sluiten en ontsluiten van de vergaderbakken, het bepalen van het daarin aanwezige gedistilleerd en het verleenen van korting daarop voor het verlies bij de ver dere bewerking worden door Ons voorschrif ten gegeven. 1?' behouden Ons wijders voor, in het belang van handel of nijverheid, onder c.e noodige voorzieringen afwijkingen toe te staan van andere bepalingen der wetten nopens den accijns op het gedistilleerd dan die, bedoeld bij art. 6. Deze afwijkingen betreffen noch het be ginsel, noch de grondslagen der heffing. Art. 9. Het doen van hetgeen bij de alge- meene maatregelen van inwendig bestuur uitgevaardigd krachtens de artt. 7 of s' dezer wet, is verboden, of het niet doen van hetgeen bij die maatregelen is voorgeschre-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1886 | | pagina 5