trie, die in den laatsten tijd vele débouchéa
heeft verloren.
Veie leden gaven in overweging, aan de
artikelen over het minimam van trek een
tijdelijk karakter te geven, om de practijk
uitspraak te laten doen, bv. tot het najaar
van 1888.
Men begreep niet, waarom in art. 1 enkel
van rogge en gerat wordt gesproken.
De beperking van de speliog in art .3 werd
te bezwarend genoemd voor de branders 4
en G1/^ pCt. scheen voldoende.
Aanbevolen werd, ad art. 4c, den invoer
van bnitenlandsch gedistilleerd niet langer
te vergemakkelijken, noch door vrijstelling van
invoerrecht, nog door korting.
Vrij algemeen keurde men art. 8 (bevoegd
heid om afwijkingen toe te staan) met aandrang
af.
Tarief van invoerrechten.
Te vergeefs zocht men hier naar een lei
dende gedachte. Waarom, als de Minister niet
afkeerig is van beschermende rechten, geen
graanrecht, evenals na een op gezaagd heat?
Voor- en tegenstanders vroegen daarop ant
woord.
Een aantal leden betreurde, dat de rechten
op hout en thee weer waren opgevat. Invoering
van nieuwe invoerreohten is h. i. een belem-
meiing van een hoofdbron onzer welvaart.
Gesteld, wat men niet toegaf, dat de ge
raamde opbrengst zon worden verkregen,
dan waren de voordeelen toch hoogst proble
matiek en zou dat voordeel ongetwijfeld meer
dan opgewogen worden door een veel grooter
verlies voor de bevolking. Men trad daarom
op tegen deze reactie tegen de beginselen van
vrijen handel, die beweerden deze leden
„de algemeene welvaart in hooge mate
hebben bevorderd".
Andere leden verdedigden het voorstel, als
zuiver fiscaal en passende in het kader van
het Tarief. Deze rechten op weelde-artikelen
verdienden alleszins goedkeuring eenige leden
wilden ze nu reeds gebruiken om zout en
zeep te ontlasten.
Dezerzijds wees men op een tegenspraak
in de adresBen der Kamers van Koophandel
te Amsterdam en Botterdam de eerste spreekt
van deu »zich meer ontwikkelenden fruit
handel" en de laatste van den fruithandel
„die zich bij de tegenwoordige rechten reeds
met moeite staande houdt".
Een derde groep leden had verder willen
gaan, niet meer streng vasthouden aan het
vrijhandelstelsel, dat voor den kleinhandel en
landbouw vernietigend werkt, dus de over-
groote meerderheid in hooge mate verarmt.
Het stelsel heeft dan ook tot zelfs in Belgie
zijn crediet verloren, waar men 10 al5pCt.
invoerrechten heft, tegen 5 pCt. bij ons.
Bij dien toestand in het buitenland zullen
ook wij, in het belang van nijverheid en land
bouw, ocze tarieven principieel moeten her
zien.
Met name betrourden deze leden, dat de
Begeering zich van de adressen om een graan
recht had afgemaakt door deze om advies
te zenden aan het zich noemend Landbouw-
comité, dat geenerlei officieel karakter heeft
en eenvoudig individueele gevoelens uitdrukt.
De Begeering zelve had de vraag nauwgezet
moeten onderzoeken. Een matig recht zou
op den broodprijs geenerlei invloed hebben,
waartoe men zich beriep op Duitschlandbij
goederen, die binnensland in voldoende hoe
veelheid worden geproduceerd, drukt het
invoerrecht alleen den invoerenden buiten
lander, die hier met ons komt concurreeren.
Sommige leden betoogden, dat bescher
mende rechten leiden tot ontwikkeling der
eigen nijverheid, ten nutte van den arbeider,
die dan meer en regelmatig geld verdient.
Dit betoog bleef „niet zonder krachtige
tegenspraak". Op de bekende gronden zegt
het Verslag werd betoogd, dat van derge
lijke maatregelen voor Nederland geenerlei
heil is te verwachten en o. a. wel degelijk
de broodprijzen zonden stijgen.
(De heer Bahlmann betoogt in een Nota de
wenschelijkheid van een meer stelselmatige
tarief herziening.)
Onder de middelen, tot verbetering aan te
wenden, noemde men terugkeer tot den dub
belen standaard. Men vertrouwde dat de
Begeering daartoe zooveel mogelijk zon mede
werken.
In een afdeeling beval men invoerrechten
aan op sigaren, mode-artikelen, goud- en zil
verwerken, meubelen en andere voorwerpen
van weelde.
De maatregel omtrent de suikerhoudende
goederen vond bij de meeste leden instem
ming.
Patentrecht.
Sommige leden achtten kleine wijzigingen
in deze wet niet geraden. V ele anderen wilden
dit voorstel goedkeuren, omdat een geheele
herziening nog wel eenigen tijd zal uitblij
ven. Eenige leden hadden ook een veranderde
classificatie van de gemeenten in tarief B. ge-
wenscht.
Eenige leden noemden het betrokken recht
niet drukkend, wat echter werd weersproken.
Enkele wijzigingen werden voorts in over
weging gegeven, tot eenige meerdere uitbrei
ding van het voorstel in het belang van kleine
bazen, van klerkjes en van binnenschippers.
Gisteren is aan het ministerie van water
staat aanbesteed het maken van het noorde
lijk gedeelte der voorhaven van het kanaal
ter verbetering van den waterweg Amster
damMerwede, behoorende tot de werken
tot aanleg van het kanaal AmsterdamMer
wede. Minste inschrijver was de heer A. Vol-
ker Lzn. te Sliedrecht. voor f518,000.
Voer het maken van'een aarden baan, kunst-,
overgangs-, bewakings-, afdeelings- en verdere
werken voor het gedeelte DrunenVlijmen
van den spoorweg Zwalnwe's-Hertogenbosch
was de minste inschrijver de heer C. D. Kleijn
te Baamsdonk, voor f264,000.
Ook de heer H. C. Hartevelt te Leiden
wenscht niet meer in aanmerking te komen
voor het lidmaatschap der Provinciale Staten
van Zuid-Holland.
De bevolking van de provincie Friesland
bedroeg op 1 Jan. jl. 165,513 mannen en
167,922 vrouwen, dus in het geheel 333,435
zielen.
In het Parijsche blad >Le Matin" maakt
Jules Simon over de woeling, door socialis
tische raddraaiers in het leven geroepen, de
volgende opmerkingen, die ook voor Nederland
volkomen toepasselijk zijn
„Denk niet, dat zij-zelven met messen ea
brandfakkels loopen 1" roept hij nit. »Zij zullen
n zeggen, als gij den moed hebt hen bij den
kraag te vatten: „Ik heb niemand gedood 1
Ik heb niet gestolen! »Mijn handen zijn
zuiver."
»Het is de taak der Enropeesche, der men-
schelijke maatschappij, in deze aangelegenheid
goed uit de oogen te zien haar krachten
niet te verspillen aan de kleine, die slechts
werktuigen zijn en wel slachtoffers maken,
maar zeiven ook slachtoffers zijn. Dat zij
tot de oorzaak doordringe en het monster in
het hart treffe."
De vermaarde romanschrijfster Anna Louis»
Geertruida Toussaiat, wier overlijden, na een
korte ongesteldheid, wij nog in eenige exem
plaren van ons vorig nummer meldden, stam
de van vaders- en moeders-zijde af van fran-
sche vluchtelingen. Zij werd te Alkmaar, waar
haar vader lector in de scheikunde was, ge
boren den 16n September 1812 en trad in
1851 in het huwelijk met den kunstschilder
Bosboom. In 1837 trad zij voor het eerst
als schrijfster op, met de novelle Almagro.
Later werd die gevolgd door de roman De
graaf van Devonshire ea Het huis Lauer-
nesse vestigde haar naam als romanschrijfster
voorgoed. Sedert heeft haar vruchtbare pen
schier niet meer gernst. Weinig jaren geleden,
op haar 70n verjaardag, brachten tal van
nederlandsche kunstenaars en kunstenaressen
aan de talentvolle vrouw blijken van hooge
waardeering.
Jammer, dat de zoo begaafde schrijfster
zich in haar romantische werken steeds op
een eenzijdig protestantsch standpunt plaatste
en daardoor bij de beoordeeling van katholieke
zaken dikwijls blijk gaf van bevooroordeeld
te zijn.
Ofschoon mevr. Bosfcoom-Toussaiot sedert
geruimen tijd lijdende was, hadden zich toch
in de laatste dagen geen onrnstwekkende
verschijnselen voorgedaan. Zondag jl. is zij
zelfs nog uit geweest. {Tijd.)
Evenals vorige jaren zullen ook ditmaal
de gewone tweedaagsche retonrbiljetten bij
de Holl. Spoorwegmaatschappij met de Paasch-
dagen geldig zijn van Zaterdag 24 of Zondag
25 tot ea met Dinsdag 27 April.
Tnsschen Bloemendaal, O verveen en Haar
lem zal waarschijnlijk reeds dezen zomer een
verbeterd vervoermiddel tot stand komen, wel
geen tram, maar toch een tram-omnibus. De
heer Beynes, nit Haarlem, heeft dezer dagen
een proefrit gedaan met een voor Maastricht
bestemden tram-omnibns.
Door een aantal belanghebbenden worden
krachtige pogingen aangewend om het benoo-
digde kapitaal, vermoedelijk f 30,000, bijeen
te krijgen.
De Noord-Zuidholl. Tramwegmaatschappij
(LeidenHaarlem) schijnt hare lijdensperiode
te boven te zijn. In de eerste algemeene ver
gadering der nieuwe vennootschap, die thans
den weg exploiteert, werd gistermiddag door
het bestuur medegedeeld, dat het vervoer
toeneemt, terwijl de weg thans, wat zijn toe
stand betreft, met de beste tramwegen kan
vergeleken worden. De gemaakte winst werd
bestemd voor afschrijving, waardoor o. a. de
oprichtingskosten der nieuwe vennootschap
geheel afgeschreven zullen worden.
Op verzoek van den heer Oscar Carré heb
ben de heeren Th. A. Van den Broek,P. W.
baton Van Tuyllvan Serooskerken, baron G. De
Salis, mr J. Kappeyne van de Coppello, jhr
C. A. De Pesters, allen Amsterdammers, en
de heeren Bloembergen, te Leeuwarden, en
majoor F. Ypey, te 's-Gravenhage, zich tot
een commissie gevormd van aanbeveling en
ondersteuning van het plan tot den bouw van
een „Koninklijk Neüerlandsch Circus" in de
hoofdstad. De ontwerpen zijn reeds sedert
eenigen tijd klaar en verwierven de goedkeu
ring van het gemeentebestuur. De vervaardi
gers ervan zijn de architecten J. P. F. Van
Kossem en W. J. Vnyk, en komen ze tot uit
voering, dan zal het circus, met zijn fraaien
voorgevel in italiaanschen renaissance-stijl,
een sieraad worden van Amsterdam. De front
breedte van het gebouw is 40 meter, terwijl