BIJVOEGSEL Biimenlandsche Berichten. jterii(Frten. FEUILLETON. behoorende bij de van 24 en 25 JULI 1887. Land- en Tuinbouw. üeebtszaken. Vervolgd) ZWOLLE, In enne heden avond gebonden vergadering der katholieke kiesvereeniging Recht voor Allen is besloten, toe te treden tot den Algemeenen Bond van katholieke kiesvereenigingen. De heeren Van Aschvan Wijck en Van .Oedem, die thans voor het hoofd- kiesdistriot Zwolle zitting hebben, zijn door deze vereeniging, evenals door de kiesver eeniging Nederland en Oranje alhier, tot kandidaten voor de Tweede Kamer gesteld. NIJMEGEN. Door het bestuur van den Algem. Nederl. Wiclrtjdersbond iB bepaald, dat de nitgeschreven wielerwedstrijd op 5 en 6 Aug. a. s. niet zal plaats hebben. Naar men ons mededeelt, moet dit besluit een ge volg zijn van den minder goeden toestand van de wielerbaan alhier. (T.) Tentoonstelling van Voedingsmid delen te Amsterdam. Op 2 Angnstus a. s., den verjaardag der KoningiD, zullen het Raadhuis, de Poorten, de Waag enz. van het 17e eeuwsch Markt plein der Voedingstentooustelling te Amster dam met lampions worden verlicht. De bewoners werden eergisteren tot mede werking met het bestunr opgeroepen door een »Placeaet", hetwelk lnidt als volgt Bnrgemeesteren ende Regeerders deeser stede, overweegende, dat het alle goede ende getrouwe steden binnen deese landen betaemt, omme met eere ende reverentie te gedeneken ende te vyeren de verjaeringhe van de Alder- doorlochtigste Vrouwe, Haere Majesteit de ConiDghinne, onse gëerbiedigde landtsvronwe, staende te volbrengen opten 2den van Oogst- maendt eerstcomende Hare 30 jaeren, ende willende geensints gebreeckig blyfven, omme van deeser stede wege bovengenoemden dagh te celebreeren op sodanighe wyse als past eene der principaelste steden, dewelke aere privilegiën en de vrijheden aan de ouvereinen deeser landen te dancken heeft, hebben geresolveeit, gelyck zy resolveeren y desendat op den dagh voorn, der stede- uys, de poorten ende alle andere openbaere ge ouwen datelyk naer Sonne-ondergangh gan se e yek sullen werden verlight met bar- nenje vetglaeskens, omme den feestelycken dagh bo lange te doen dnyren als immer mogelyck is. Ende opdat Myne Heeren daerinne niet alleen zonden blyven by den voorgangh, so noodigen sy alle borgers ende inwoonders deeser stede uyt desgelycks te doen, ende door gemeyn streeffven de dnystemisse des nachts in hellen dagh te verkeer en. Aldus gearresteert in Raetcamer deeser stede den loden Julii 1887. Presentibns alle de Heeren. Ende affgeoondicht van de pnye den 20sten daeraenvolgende. Ter ordonnantie van deselve Heeren Mijnssen, Van Kestbrïn, Secretarissen. Gheprent tot Amstelredamme bij Ellerman, Harms Co., gesworen Boec-pnnters van deser stede, wonende in de Spuistraete, daer van onts Vranckryck uythangt. Er waren Donderdagavond weder velen op het marktplein der Voedingstentooustelling, waar heen, de Zaterdagavondsche Nieuwmarkt weder in alle glorie was verplaatst. Omstreeks half- elf werd plotseling de opgewekte stemming verstoord door het gezicht van vlammen. Kort achter het marktplein zag men een vuur poel en allen spoedden zich naar den z.g. Eogelschen tnin en de koffiehuizen, aan de zijde van het wedren-terrein, om te zien, wat er gaande was. Een van de loodsen der waskaarsenfabriek stond in lichtelaaie en de vlammen verspreiden een rossen gloed over het uitgestrekte terein. De wind woei in de rich ting van het concertgebouw zoodat zoowel het hoofdgebouw, van de fabriek als de houten gebou wen van het marktplein geen gevaar liepen. De brand duurde sleohta korthij werd door de brandweer met twee brandkrauen, die zich op bet terrein bevonden, gebluscht. Genoemde loods is echter geheel vernield. Kort daarna was de drukte op het markt plein weder in vollen gang. Het voor den tijd kalven, of het wogwerpen van het kalf bij het rundvee, komt op groote stallen of in weilanden, waar veel kalfkoeien bij elkander loopen, veelvuldig voor. Opmer kelijk is het, dat, waar dit bjj een koe plaats heeft, hetzelfde geval zich ook bij andere, ja in vele gevallen bij de meeste andere, die er mede in aanraking zijn geweest, voordoet. In >de Langstraat" zijn de veehouders daarom huiverig om een kalf koe te koopen, die in denzelfden stal gestaan of in dezelfde weide geloopen heeft, waar een dergelijk geval is voor gekomen. Zij beweren, dat het een onder het kalfvee besmettelijke ziekte is, welke geen eigen lijk nadeel aan de kalikoe maar wel aan het kalf toebrengt. Of de veehouders nit andere streken dit ook door ondervinding knnnen bewijzen, is tot dusverre niet voldoende gebleken. Betreffende de te Leeuwarden gepleegde poging tot moord, vernemen wij nader dat alleen jaloerschheid den jeugdigen misdadiger Omer Jansen, tot die gruweljjke daad schijnt te bobben gebracht. Reeds ongeveer 4 weken geleden, op een tijdstip dat hij met zijn meisje in onmin leefde, moet hij, bij gelegenheid dat hij haar met een militair zag loopen, zijn voor nemen hebben te kennen gegeven, om haar tijdens de kermis te do oden. Onlangs werd gemeld, dat de boekhouder van eene bekende firma te 's Hage voortvluch tig was en verdacht werd zich aan verdui stering van gelden te hebben schuldig ge maakt. Naar men verneemt, is bedoelde persoon gisteren in den Haag teruggekeerd, en heeft hij zich vrijwillig ter beschikking van de justitie gesteld. De diefegge uit de Bagijnestraat te 's Hage, die de daar onbekende Haarlemsche dienstbode eerst vrijwillig huisvesting verleend en haar daarna, na haar van alles beroofd te hebben, in het holle van den nacht op straat zette, is tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De Pastoor ran St. Lyphar. Even als zoovele andere Priesters, had men ook den Abbé Landau, Pastoor van St. Lyphar naar Nantes in de gevangenis gesleurd. Reeds had hij er enkele dagen in doorgebrachtvelen zijner ambsbroeders had hij zien scheiden geen hunner was teruggekeerd. Zijn uur was geko men. Midden in den nacht werd door eene noodlottige stem, welke de slachtoffers opwekte, zijn naam afgeroepen. Hij stond op. Een grijsaard, die zieh naast hem bevond, werd eveneens opgeroepen. De Abt Landau reikte hem de handde oude Ordens- geestolijke zag hem minzaam lachend aan en zeide „Broeder, gaarne wil ik uwe huip en uwen steun aannemen. Wij hebben langen tijd met elkander geledengeef mij den arm op dezen laatsten weg. Alvorensde Priesters, die nu genoemd waren geworden, (en er waren er velen) de gevan genis verlieten, omhelsden zij diegenen, welke men niet had opgeroepen. »Wij zullen elkander wederzien", zeiden zij, »doeh hier op aarde niet meer" zij wezen ten Hemel Zij mochten het doen waut zij stierven voor God. De ïvoRrekkors der volks «rank" sleepten de ongelukkigen aoorde stille straten. Zij sloegen den weg in naar de haven. Het grootste zwijgen was hen opgelegd. Men vreesde mede lijden, mogelijk wel angst op te wekken. Het getal ofiers was zoo groot Men nadert de Loire. Een vaartuig ligt er gereed. Eenige Priesters, die niet beprepen wat met hen gebeuren moest, vroegen Waar heen verbant gij ons? Naar SpaDje? Naar CayenneEen grimmig gelach of wreede spotternijen was het eenige antwoord op deze vragen. De ongeduldige benlen stooten, slaan en mishaLdelen diegenen, welke aarzelen het nood lottig schip te betreden. Nadat allen inge scheept zijn, vaart men tot in 't midden van den stroom. De meeste gevangenen zijn in eene kamer opgesloteneenigen staan op het dek. Onder deze laatsten bevindt zich ook de Pastoor van St. Lyphar, alsmede de oade kloosterling. De nacht was schoen en helder; de sterren flikkerden aan den hemel; zachtjes glijdt de boot over de golven, als voer men naar een feest Plotseling dondert er eene vreeselijke stem, die beveelt: »Bnrgers, bevrijdt de Re publiek van hare vijanden Op dit bevel storten zich de beulen, die schenen te rusten, op de oagelnkkige Priesters, ontkleedon hen, binden hen twee aan elkander en stooten hen door eene klep van het schip in den stroom De Pastoor van St. Lyphar en de grijsaard, die men samen gebonden had, werden van het verdek geworpen. Beiden riepen onder den valBarmhartige God, ontfermn onzer, neem ons beide op in den Hemel 1'' Dit gebed mengde zich tusschen het smee- ken, het jammeren en het geschreeuw, dat bij het vaartuig werd gehoordhet gekerm was vreeselijk. De ongelukkigen werden door de golven naar links en rechts geslingerd en mat ten zich zonder de geringste hoop op redding, in 't water af. De uitvoerders stieten de offers, die zich aan de boot wilden vastklampen, met stangen terng. Te midden van dit onbe schrijfelijk rumoer liet de strik na, waarmede de Abt Landau en de kloosterling waren ver bonden. De Abt was een krachtig man en kon zwemmen. Met zijne hnlp hield zich de grijsaard boven water. Een tijd lang koes terden zij de hoop, zich te redden- Doch weldra gevoelde de oude priester, dat zijne ledematen verstijfden en riep zijn lotgenoot toe: Tracht u van mij los te rukken ik kan niet langer meer kampen. Ik houd n maar op. Als gij alleen zijt, zult gij den anderen oever wel bereiken. Verlaat mij en red n I" Terwijl hij dus sprak, trachtte bij de koord los te krijgen, die beiden nog aan elkander bond. Het gelakte hem. De Abt Landaa bemerkte het en zeide »Broeder ik verlaat n nietik zal n redden, of wij sterven samen. Klim op mijn rng. Laten wij den moed niet verliezen! Mogelijk bereiken wij den oever of eene visscherschuit. Laten wij op God ver trouwen ook Jonas heeft Hij gered." De grijsaard gehoorzaamde doch de benlen hadden, helaas een der breedste plaatsen der Loire tot hunne helsche nitvoering gekozen. De oevers lagen ver van elkander verwijderd, en de krachten van den Abt begonnen te ver zwakken beiden zonden weldra in de diepte zinken. De kloosterling zag het en draalde niet langer. Hij neeg zich tot het oor van hem, die hem redden wilde en fluisterde »Vaarwel," gleed af en werd door den stroom medegesleept. Wordt vervolgd Curiositeiten uit de Dierenwereld Als een bijzonderheid meldt men ons dat op het buitengoed „Bloemendaal" te Aarden-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1887 | | pagina 5