XaX'Ji! voor nagenoeg 5 jaar in dat
ïeia g'ng wonen en thans op de terng-
OyerJ' Waarvoor de familie de gelden heeft
Bke'7™
KerkDieuws.
t9 SCbageD ^^--erw.'Ïerr
C dKreyDB; Ca t0t Pastoor te Ann. Pa^
t)0or Rechtszaken.
in 1774 waren er 120
1780 154
1792 220
1798 260
in 1835 174
1842 172
1844 165
^10 BBpflf* j
Tadieaal 68 4 jareö> ^gqe vier jaren, hef
®r kand'I^11 n^4aa'; bezit, en zulks ofschoon
feest a/ ateD te. over zija, die bun 12i/2 jarig
ben ea 8 zoodanig r0eds achter den rug heb-
tarieoj1 a'°.m bekend staan als kranen op no-
)0Bga 8el)*ecl- Volgens den schrijver heeft de
omdat0?8" Z^a benoeming hieraan te danken,
het h Z^C'1 on6erscheiden door
delcl -T- Van een'naar men z98^' oobemid-
11 Tan een minister.
B"
■door' kekhenslag wordt te Dentichero thans
Vo0r ^0rs°bülende slagers het rundvleesch
en 18 cents per 5 ons uitgeveild.
B"
bindt» za^mvisacberij »De graaf van Bije-
^War^0Waa^> aan de rivier de Nieuwe
jaö Werd Ziterdag in de zegen een kabel-
gevangen.
^eValt em'oran';el,j wien 't in Amerika niet
J. 1^' ^eboort de uit Buinerveen vertrokken
^gestuurd.
geha^ Troeger by een heer vast werk
geen a°or zi0kte verloren en kon nu
hij bekomen. In de zelfde plaats waar
bonder Waren wel
200 arbeiders, die
siet Werk wareneBn toestand die zeker
nitl°kt zich derwaarts te begeven.
(Ass. Ct.)
ïeg6nte^ ^AM. Op de Mauritskade zal door
Sticht n,Van bet R.-K. Maagdenhuis een ge
hen 86Donwd worden voor ongeneeslijke zie-
Stic>,, 8 We'k den naam van St.-Elizabethge-
hegtaur Naar wij vernemen, heeft het
het So ,Van don St. Joseph kring besloten,
tans L 6n P^esterschap van onzen H. Vader
«tig -De^° luisterrijk te vieren. Het gun-
^eidinu zat)gkoor dier Vereenigiog, onder
t, kaar ijverigen directeur, den heer
1. u0j. r' Z0J o. a. ten gehoore brengen
pie^uJa van Handel; 2, Het scheepje
>an r'is Van Bescbnitt; 3, het Te Deunt
ïf, arbulst, en 4. de Leo-Cantate van A.
N0. j 0ry (woorden van J. G. Verhoeven).
OjL en 4 zullen met begeleiding van
w°rden uitgevoerd. (7,)
r> tt
leef, ®w- dc Biaeebop van Haarlem
L. V TolP-roebie T„
Veerw!' heer Oi TZf dea
ÜT 661 J" Al 7an leeuwen,
pelaan was te Voorburg.
leïdam w* aT^ondiss3ments-rechtbank teRot-
*av°Wa! terdttg vonnis gewezen in de
A. de (j Proo0dure
October 1879Iïa'J8'aar ®cbiedam, had op 15
A' Bosmau den deurwaarder, de heer
8 te trachtP89aragen °m Van A' B' beta*
N®ns hand i te verkrÜg0n eener schuld
^rifteint e'Szaken, waarop A. B. eindelijk
al0n J voorstel deed, die schnldafte
^e°ber w Toen dit voorstel door den
1 bedraiT t aan8eDomeu, weigerde A. B. ook
y6dagvaard 1 ®talen» tengevolge waarvan hg
S de - T T00r de arr-rechtbank, waar
>de. rr .agde de geheele schuld ont-
gedaaadl18 logde daar0P den brief
bS 'P Si""' "*«h« "3 1500 aan.
°W te 1 7°" '«Ik» nader
"«Ik get.igea-
bewjjs namens gedaagde werd bestreden, op
grond, dat de eischer niet bewees, dat die vor
dering gold een handelsschuld en het getuigen-
bewijs in een civiele zaak niet kon worden
toegelaten, waar dit betrekking heeft op een
vordering boven de f 300, waarop door den
eischer werd overgelegd een rekening-courant,
ten bewijze dat het hier wel gold >en handels
zaak.
Bij zeer breedvoerig vonnis besliste de recht
bank, dat door den eischer niet was gele
verd het volledig bew ij s der overeenkomst, dat de
eischer ook niet bewezen had, dat het hier
betrof een zaak van koophandel, zoodat de
eischer niet kon worden toegelaten het door
hem beweerde door getuigen te bewijzen, en
werd mitsdien den eischer zijn eisch ontzegd.
Aan het in ons nummer van Zondag jl.
besproken rapport, ontleenen wij het volgende:
Brauderij-Indnstrie.
I. Het ontstaan en de geschiedenis der
branderij-industrie.
Bij de Batavieren reeds, vinden wij ver
meld, dat dezen door gisting een soort van
bier maakten. Het schijnt echter, dat de ge
dachte om uit koren wi]n te stoken eerst in
het laatst der 16j eeuw het oprichten van
brandergen of korenwgn-stakerijen heeft be
werkt.
Ia zoover de geschiedenis der stad Schiedam,
de bakermat der branderijen, van deze indus
trie spreekt, zijn de eerste fabrieken ontstaan
na de afschndding van bet Spaausohejuk ea
wordt vermeld, dat er in hit begin der 17e
eeuw te Schiedam 12 branderijen bestonden.
Opmerkelijk is het, dat die industrie, hoewel
op enkele andere plaatsen uitgeoefend, steeds
baar hoofdzetel heeft behouden in hare ge boor»
teplaats en dat het product zelf onder den
naam harer plaats van oorsprong, nog over
al algemeen bekend is, ja dat de naam
»echte Schiedammer" gebruikt wordt als de
aanduiding van meerdere voortreffelijkheid,
die dan ook alleen door de van onds gevolgde
wijze van bewerking kan verkregen worden.
In het laatst der 17e eeuw namen de bran
derijen sterk toe> vooral gedurende den oorlog
met Frankrijk (16721678 en 16391697),
toen de invoer van alle Fransohe zoo koele
als brande wijnen verboden was en, in de plaats
daarvan, bet gebruik van jenever algemeen
werd.
Na den Rijswijkschen vrede werd met Frank
rijk een verdrag ven koophandel gesloten (1697),
waarbij de invoer van Frausohen brandewijn
begunstigd werd.
De branderijen raakten daardoor in verval
zoodat gewag wordt gemaakt vau een ver
vallen branderijtje, dat voor f 17. werd ver
kocht.
Ten gevolge der opnieuw gerezen oneenig-
hedeu met Frankrijk kwamen de brandergen
weder op en sedert dien tijd klom het aantal
tot het jaar 1798.
De geschiedenis toont hier aan en
daarmede dient rekening te worden gehouden
dat door de beperking van vreemden invoer
de Nederlandsche industrie zich ontwikkelde
en de branderijen vermeerderden, zoodra
vreemde invoer ophield.
In het jaar 1744 waren er meer dan 100
branderijen met 180 ketels
Sedert, deels tengevolge van de geweldige
invloeden, die de Fransohe revolutie verspreidde,
nam het aantal weder af, zoodat er slechts
waren
De productie was in 1845 rnim 185,156
vat. Men berekende destijds, dat daarvan
5/8 in het binnenland werd verbruikt en 3/8
werd uitgevoerd.
Omstreeks 1850 is de aanbonw van nieuwe
branderijen begonnen en sterk en onafgebroken
voortgezet tot hot jaar 1875, toen er in ons
land ongeveer 500 waren, waarvan te Schie-
dam 381,
Thans in 1887 zijn er buiten de Gist- ea
Spiritusfabrieken 439, waarvan 359 te Schie
dam.
De vermeerderde vraag naar gist en jenever
voor exportatie bracht de prjjzen in zoodanige
verhouding, dat dit groot aantal fabrieken,
geholpen door eene overeenkomst tot regeling
dor werkzaamheden, met succes koude werk
zaam zijn.
De spoeling vond een geregelden afzet,
door dien de meer verwijderd woneade land
bouwers geen moeite nooh kosten ontzagen om
van dit kostelijk voedingsmiddel gebruik te
maken in het belang van hunnen veestapel.
II. Het belangdat ons Vaderlandook
met beirekking tot zijn bodem, bij het voort
bestaan dier industrie heeft.
Het is een feit, dat iedere industrie mede
werkt tot het welzijn van den Staat en zeker
zal die invloed grooter en heilzamer zijn,
naarmate die indnstrie uitgebreider is en
vele vertakkingen heeft. Is daarenboven het
product aan Staatsbelasting onderworpen,
dan vloeit, afgescheiden van de verspreide
welvaart, dadelijk een belangrijke som in
de Landskas. De accijns bracht aan ons Rijk
in 1885 op 123.512.258 58, behalve de patent-
belasiing, waarvan een groot deel door de
branders wordt betaald.
In 1815 brachten, wijn, jenever en buiten-
landsohe brandewijn op voer de Noordelijke
provinciën f 1.800.090.
De prodnoten van de branderijen zjjn jene
ver, spiritus, gist en spoeling.
De 1.500.000 hectoliter granen, die jaar
lijks worden aangevoerd en verwerkt, de
1,400.000 hectoliter kolen, die jaailijks wor
den verbruikt, vorderen behalve werkkracht
van velen en een belangrijken omzet van
kapitaal, m:ddelen van vervoer van alle plaat
sen en van heinde ea ver.
De uitvoer naar het Buitenland en het
vervoer binnenslands van jenever, spiritus en
de 7 millioen kilo gist, die jaarlijks worden
verzonden, geven werk en vertier.
Ea om het nat te bewijzen, dat onzs
bodem heeft van het bestaan der branderijen,
beroepen wij ons op de getuigenis van een
staatsman al9 Mr. G. V. Graat van Hoogea-
dorp, zooils die opgenomen is ia zijne aan-
teekeniugen op de begrooting van 1819, ver
zameld door onzen onvergetelijken staatsman
Thorbecke.
„Er wordt rogge gebouwd voor de stokerij,
deze levert voeder aan het vee ea het vee
bezorgt mest voor den akker, zoodat de sto
kerij de spil is, waar alles op draait!"
A.an den eenen kant ondersteunt zij (de
branderij-industrie) de nijverheid der landbou
wers, aan den anderen geeft zij voedsel aan
haDdel ea scheepvaart, en zij behoort tot den
eersten rang onder de fabrieken,"
„De koophandel dient in de eerste plaats
om de vrachten van onzen bodem en de
voortbrengselen vin onze Nijverheid aan den
buitenlander too te voeren en zoodoende de
opbeuring van onze fabrieken en trafieken en
landbouw te geven, welke niet genoeg op hare
waarde geschat wordt."
„De koophandel dient in de tweede plaats
om de vruchten van den bodem en de voort
brengselen der nijverheid, nit vreemde landen
hetzij herwaarts of naar vreemde landen te
vervoeren."
„Zij vereischt dus nit zich zelve bescher
ming door de middelen van bestaan, die zij
verschaft, en vereischt ook onze aandacht in
betrekking tot een zeer aanzienlgk inkomen,
door haar aan de schatkist verzekerd."
»Voor de ontginning van heidegronden is
het aanleggen van Jeneverstokerijen nood-
zakelgk en de Regeering kan ieder jaar de
indirecte belasting op den jenever voor deze
brandergen te niet doen, hetwelk te wenschen
is, dat zij nog dit jaar voordrage, niet alleen
opdat er nieuwe ontginningen begonnen, maar
opdat ook de oude niet langer gestremd wor
den." (1, 296.)
»Het land van Waas is eenmaal een onbe
woonde heide geweest ea thans de meast be
volkte streek des Koningrijks geworden (door
de branderijen) Kan men op dezelfde wijze
geen onmetelijk groote heiden ontginuen?"
(Ill, 212).
Wat toen doordien staatsman werd gezegd,
is thans nog waar en zal steeds waar blijven,.
De belangrijke veestapel, die in het Spoe-
lingdisftict wordt onderhouden er de groote