He Jaarg, Dinsdag 14 Februaii 1888. No. 3006. Caspar Joseph Marlins Botte«rae. VERSCH IJ N T DAGE L IJ K S. gjpmea ©wpcht. Bureau: Boterstraat, E, 3 9. NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT. Prijs van dit Blad: Voor Schiedam per 3 maanden 1.50 franco p. post door geheel Nederland 2. Afzonderlijke Nommers 0.05 Prijs der Advertentiën: Van 16 regels/0.60 Elke gewone regel meer0.1© Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. e oor de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel BISSCHOP VAN HAARLEM, Aan de Geestelijkheid en de Gelcovigen van ons Bisdom, Zaligheid in den Heer. Gij het begin der veertigdasgFcbe Vaste, *0e Voor ons een tijd van voorbereiding zjjn ®*°et tot viering van het Paaschfeest, roept F, Keik ons de woorden van den H. Apostel Panlus toe: „ziet, na is het de fan- rename tijd, ziet, nn is het de dag der «taligheid"1). Geheel anders luidt de uit» ®praak der zinnelijke wereld; zij stelt onzden G. Vastetrjd vcor als een zeer onaengcnamen *{jd, die den Christen slechts last en kwel'ing yeroorzaakt. En daar onze bedorvene natuur ^gelijks tot zinnelijkheid geneigd is, zon ^et valsche woord der wereld ligt een nood- l°ttigen invlood op ons uitoefenen en ons be doren kunneD, om de kerkelijke wet der v&ste te oveitredeD, of althans baar niet in den geest der H. Kerk te onderhonden. Om Qj Beminde Geloo vigen, daar tegen te wapeneD, ^vil'en Wjj n heden door eenige kcrte woorden aansporen tot eene getrouwe en ehriete'ijke faleving der vastewet. I. Wanneer wij onderzoeken naar den oor- Sprong van vaste en onthouding, dan zien dat het allereerste gebod, door God aan Adam in het paradijs gegeven, een gebod van 0olhonding wasdan zien wij verder, dat God in het Ond Verbond aan zijn nitverkcran *olk verschillende voorschriften gaf, waarbij ket gebruik van eenige spijzen veroorloofd, *haar ook het gebruik van andere verboden *erd; dan zien wij onzen goddtljjken Zalig maker zeiven het voorbeeld geven eener veer- Ggdaageche vastedan hooren wij Hem ver klaren, dat de oveiwinning van sommige bekoringen zonder bidden en vasten onmoge- bjk i«, terwijl Hij zijne leerlingen onderricht vermaant, op welke wijze zij vasten moeten. Geen wonder dan ook, dat de H. Kerk, ge dachtig aan het voorbeeld en de lessen van baren goddelijken Stichter, reeds van de eerste Seuwen en de apostolische tijden af, aan hare kinderen voorschreef, om de veertig dagen >Qor Paschen en andere dagen door het jaar ms vaste- en onthondingsdagen door te bren gen. Diezelfde kerkelijke wet bestaat tot op °nze dagen alleen was zij in vroegere eeuwen ^eel gestrenger. Toen namelijk het levendig D II Cor. VI, 2. geloof, de ijver ea liefde der Chiistenen be gonnen te veifliuwen, zag de H. Kerk in hare moederlijke bezorgdheid zich gedrongen, om aan de zwakheid harer kinderen te gemoet te bomen, en hare voorschriften over de vastewet telkers meer en meer te verzachten. Is alzoo bet onderhouden dier wet voor ons zser gemakkelijk geworden, het is en blijft eene wet, ons door het kerkelijk gezag gegeven, aan welke wij ons onderwerpen moeten, en die wij zonder zonde niet kannen overtreden. Denkt echter niet, B. G., dat lonter willekeur de H, Kerk er toe gebracht heeft, om ons die wet voor te schrijvenintegendeel door hare verordeningen herinnert zij ons aan het bestaan, en helpt ons in het verruilen van twe3 groote verplichtingen, die op ons rusten, van boetedeening en van versterving. Vooreerst eene verplichting om loeie te doenWij zijn immers allen zondaren, en de zonde wordt door God vergeven alleen aan den ronwmoedigen en boetvaardigen zondaar. Vandaar dat het Ei Sakrament der Biecht ook het Sakrament van boetvaardigheid ge noemd wordt, en dat de absolutie des priesters wel vergiffenis der zonde schenkt, doch alle#n aan den bieehteliog, die met een rouwmoedig hart zijn zonde beljjdt. Maar bovendien, ook na vergeving der zonde bekomen te hebben, blijft de zondaar tot bo:tedoeoing verplicht; hij mag niet leven alsof hij zijnen God nimmer had beleedigd de ondervonden© barmhartig heid moet hem zooveel te meer doen ge- voeleo, hoezeer hij God beleedigd had, en het levendig besef daarvan moet bem aansporeo, om door werken van boetvaardigheid, zoo veel bij kan, te herstellen, wat bij bad mis daan. De H Kerk nn bedoelt bij het stellen der vastewet, ons aan dezen plicht te berinneren en verlangt, dat wij de voorschriften dier wet in een geest van boetedoening zullen vervullen. Vervolgens rust op ons nog een tweede plicht, de plicht van versterving. Al zeu len wij persoonlijk nooit hebben gezondigd, toch dragen wij allen in ons, als gevolg der erf zonde, de kwade begeerlijkheid, die, volgens de leer der Kerk, ook in den door het H. Doopsel herboren en geregtvasrdigden menscb blijft voortbestaan, en hem gedurende gansch zijn leven doet geneigd zijn tot het kwaad. Deze rampzalige neiging onzer be dorvene natuur, krachtiger nog geworden door onze eigene persoonlijke zonden, zal ongetwijfeld ons overwinnen en ten val bren gen, indien wij haar niet beteugelen door onthouding ook van hetgeen ons geooiloofd is, door werken van versterving. Dit is zoo waar, dat zelfs de groote Apostel der heidenen, de F. Panlus, zich daartoe verpligt gevoelde, en dat bp ons uitdrukkelijk verklaart„ik «kastijd mijn lichaam, en breng het onder „bedwang, opdat ik niet wellicht, naandertn „te hebben gepredikt, zelf verworpen worde." J) Maar indien bij dar, de roemwaardige Apostel des Heerer, kastijding van zjjn lichaam voor zijne eeuwige zaligheid noodig oordoside, zouden wij dan kunnen hopen behouden te worden zonder beteugeling onzer zinnelijkheid en zonder werken van lichamelijke versterving Gemakkelijk eehter zonden wij dien plicht van versterving uit het oog verliezer, want onze bedorvene natuur is wars van alle ver sterving en neigt ons integendeel tot voldoe ning der zinnelijkheid. Wijs derhalve en ver standig, gelukkig daarenboven en weldadig voor ons, is de wat der H, Kerk, die ovt vaste en onthouding voorschrijft en ons daa~ door niet alleen berinneii aan den pligt van ons ta versterven, maar ook ons dring-, om werken van versteiving te oefenen. (Slot volgt.) DUITSCHLAND. De Reichsanzciger bevat een bericht uifc San Kemo, van Zondag voormiddag, dat het. verloop der wond volkomen bevredigend is. De toestand is sedert Zaterdag niet veranderd De nacht was goed, zonder koorts en zonder pijn. OnderteekendMackenzie, Schrader, Krause, Hovell, Yon Bergmann, Bramann. De toestand van den kroonprins blijft na da operatie tot dusver zeer bevredigend. Da prins slaapt goed, eet en drinkt zonder bezwaar en ademt weder vrij door de kunstbuis. Hjj heeft noch koorts noch pijn. Met dat al blijft zijn kwaal onveranderd en nog steeds de grootste voorzorgen eischen. Bij de operatie zelt moest reeds de grootste omzichtigheid worden in acht genomen, daar wegens den toestand van het strottenhoofd de zoogenaamde diepe luchtpijpsnede moest plaats hebben en een binnendringen van lucht in de geopende bloedvaten allicht eene plotselinge hartver lamming zou ten gevolge gehad hebben, zoodat eene geoefende en vaste hand voor de eperatie vereischt werd. Dr. Bramann heeft zich echter uitmuntend van zijn zware taak gekweten. Na de operatie moeten-thans de grootste voorzorgen genomen worden, om den warmte graad der lucht in 's prinsen vertrek te rege len want, wijl de lucht nu rechtstreeks door 1) 1 Cor. IX,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 1