et alteram partens te weten kwam gij kunt dan zelf oordeelen. De zaak is van ouden datum. De Gemeente Schiedam had reeds lang den grond begeerd, welke achter de sloot, vóór den stal van den heer Van der Burg ligt. De heer v. d. B., terecht begrijpend dat daardoor zijne vrijheid gevoelig zou geknakt worden, wilde echter van verkoop niets weten, hetgeen van de zijde van den Burgemeester de mededeeling ten gevolge had, dat men den heer v. d. B. tot afstand zou dwingen. In 1885 werd door den Gemeenteraad met eenparige stemmen besloten tot onteigening, maar onteigend werd er tot op heden niet. Nu zijn er die zeggen dat dit schande is, en ik zeg het die men- schen na. Het is werkelijk onbegrijpelijk dat de Gemeente, die dan toch verplicht is voor de gezondheid en de veiligheid van de bur gers te zorgen, onnoodig 3 jaren lang midden in de bebouwde kom een stink sloot laat bestaan, die waarschijnljjk nog ge voed wordt door zakwater van het aan de overzijde gelegen kerkhofvan een stinksloot, die 's avonds verpestende dampen uitwasemt en, stinkend of niet stinkend, steeds een vuil en onooglijk aanzien heeft. Hebt gij dan geen doctoren in Schiedam, die met klem tegen dergelijke toestanden opkomen, die er op wijzen, dat dergelijke slooten de lucht verpesten en de kiemen van kwaadaardige ziekten moeten leggen Is er dan onder uwe Gemeenteraads leden, wier schoonheidsgevoel al zeer weinig ontwikkeld blijkt te zijn, geen enkele, die «enig begrip heeft van de eerste beginselen van de gezondheidsleer? En nw Burge meester dan, de man die, volgens eigen ge- tuigenis steeds de waarachtige belangenvan Schiedam behartigt, hoe ter wereld is het mogelijk dat ZE,achtbare geen gebruik maakte van de bevoegdheid, hem in 1885 door den Gemeenteraad verleend. Het is onbe grijpelijk. Spotvogels beweren nu wel dat aan die rustige rust niet geheel vreemd is de nu juist niet aangename ervaring, welke werd opgedaan bij het dempen van de ont eigende sloot aan den Singel voor de villa van wijlen den heer Jansen, bij welke gelegenheid de Gemeente een kostbaar proces moest voeren on voor hare rekening een riool moest leggen ■en onderhouden bovendien maar ik neem die bewering niet aan. De zaak zit dieper. De heer Van der Burg heeft aan den Burge meester de verzekering gegeven, dat hij in de onteigening zou berusten het is diens volgens eenigszins onjuist als de Voorzitter van den Gemeenteraad verzekert, dat de stijf hoofdigheid van den heer v. d. B oorzaak is dat een vuile sloot, die vooral bij avond voor kerk- en voorbijgangers gevaren oplevert, 'Ongedempt blijft zoodat de Gemeente gerust haar gang had kunnen gaan, maar zeide ik, de zaak zit dieper. Voor de villa van den heer Jansen had men een riool moeten aan leggen, dit zou voor de gedempte sloot van den heer v. d. B. ook moeten gebeuren, maar ach hemel 1 het mag niet, zegt de Voorzitter, want *het strijdt met de GemeentewetNu het de sloot voor de E. K. kerk betreft, ver biedt dus de Gemeentewet, wat. zij voor een villa niet verbiedt. Een zonderling wetjeMaar met dat al bleef de sloot en daarmede werd de toestand bestendigd, waarvan men in ons Vaderland de weerga niet licht zal vinden. In October 1887 kwam de zaak weder op het tapijt. Het E. K. kerkbestuur, het gehar rewar moede, besloot aan den onredelijken «isch toetegeven, en aan de Gemeente kosteloos af te staan den grond voor de kerk, die grond te rioleeren en bovendien nog het onderhoud Hoor en weder hoor. van dat riool, dat nu in andermans grond lag, op zich te nemen, waardoor over een uitge strektheid van 45 M voor de kerk een gezonde toestand zou geboren worden. De heer Siemes, kerkmeester, met de bespreking der kwestie welwillend zich belastend, mocht van den Burgemeester de verzekering ontvangen, dat men met dit voorstel ingenomen wastot drie malen toe werd verzekerd, dat de sloot voor de kerk geheel onafhankelijk was van de overige deelen dier sloot. Inmiddels schijnt de Voorzitter van den Gemeenteraad er anders over gedacht te hebben als de Burge meester in eerstgenoemde kwaliteit toch zegt hij in de Gemeenteraadsvergadering ^an 3D November j. 1. »ten slotte wil ik nog eenmaal herhalen, dat ten stelligste bedoeld wordt, de demping der sloot over hare geheele lengte en in geen enkel geval van een gedeelte er van (zie Raadsverslag, pagina 184 onderaan), Tempora mutamur, et nos mutandum in tUts, »De tijden veranderen en wij met hen." Ik voor mij hoop echter voor dergelijke snelle ver anderingen van zienswijze bewaard te blijven; het is niet om vol te houden als de dagen zoo kort zijn als in October en November het geval is. Ging het R. K. Kerkbestuur voor, de heer Van der Burg volgde, en flink ook, officieus tosh werd medegedeeld dat hij geen geld van de gemeente eischte, indien deze zoo loyaal was om de sloot geheel over te nemen, terwijl dat de heer v. d. B, nog de over drachtskosten zou betalen, en officieel werd vrijwillig het met onteigening bedreigde te koop aangeboden voor f150, mits de Ge meente de noodige veranderingen, door den verkooper te maken, vergoeddeeen naar mijne meening volkomen billijke eisch, ook al werd hij niet aangenomen. Daar het nu ech ter niet bepaald noodig was, dat de heerv. d. B. ten genoege van de Gemeente Schie dam want deze heeft er toch, zou men zoo zeggen, belang bij dat de hygiënische toe standen ten harent verbeteren, onkosten maakte, verlangde hjj f 150 ter bestrijding der te maken onkosten, welk verlangen hij in het volgende adres, in October aan den Ge meenteraad verzonden, kenbaar maakte. »Aan den Eaad van Schiedam geeft onder- »geteekende met verschuldigden eerbied bij deze kennis, dat, daar het hem bewust is dat om- »trent de sloot langs den Singel, tegenover de »algemeene begraafplaats, voor zoover dit de »R. K. Parochie van den H. Joannes den Doo- »per betreft, een overeenkomst met de Gemeen ste Schiedam tot demping derzelve zal gesloten worden. Dat hij ook die sloot, voor zoover sdie hem toekomt, zooals die reeds hem door sden heer Van Erkel ongeveer is aange wezen, totdat doel aan de Gemeente Schiedam »wil afstaan voor de som van f 3C 0 vrij geld, »een som zeker veel lager als bij onteige- >Dingswaarde daarvoor naar billijkheid zou smoeten bepaald worden, dat onteigeningsplan, hetwelk reeds door UwRaad, bij mijn ingediend adres van 13 Juli 1885 en in Uw Eaad »behandeld 14 Augustus daaraanvolgende, (behelzende een verzoek tot medewerking »tot demping dier sloot) als plan was vast gesteld. Omdat ondergeteekende destijds nog »niet had kunnen besluiten, zijn grond tot aan »zijn gebouw aftestaan; doch daar hij nu ook »dat bezwaar wil opheffen, het voor heden »alzoo üw Eaad aanbiedt, met het toen voor »hem zoo onontbeerlijke, ter verkrijging eener rechte rooilijn met beding, dat de gemeente Schiedam zorge, dat de thans bestaande riolen »en nog enkelen nieuwe, die bij de demping nood zakelijk worden, hunnen uitloop be houden, door het daarstellen van een nieuw „riool ten koste der gemeente. Ondergetee- »kende zal daarvoor ter zijnen koste doen ont ruimen, deboomen, loodsje, heiningen, hek- >werk, enz." Henzeer duidelijk adres nietwaar. V.d.B' biedt daarin te koop aan zijn grond, voor zoovtf zij werd verlangd, en de slootvoorde somma vafi poo guldenOp een adras moet een antwoord gegeven worden: daarom eerst ter visie en dan in den Gameenteraad. Bij die gelegenheid zegt de Voorzitter (de het verslag, pag. 178) „De vergadering kent den toestand uit de stok* »keu, die ter visie hebben gelegen indien zij niet nogmaals de voorlezing der beide adressen verlaagt, zal ik „den inhoud daarvan in het aort in herinnering brengen." Deze korte her innering, die het lot deelt van alle herinne* ringen, namelijk dat zij min of meer onjuist do grondgedachte van het in herinnering gebrachte weergeeft, luidt»genoemda heer Van der Burg wil wel een achter bedoelde sloot geleged stukje grond voor f300 aan de Gemeente verkoopen en haar bedoelde sloot ter halve breedte afstaan Hoor eens lezer, ik heb in mjja leven al menig vreemd distillatie-proces bijgewoond, maar hoe men uit het adres van den heer v. d. B» zoo iets kan distilleeren,gaat mijn verstand te boven. Nog zonderlinger vind ik het dat geen der aanwezigen bemerkte dat het herinnerings vermogen den heer Voorzitter in de steek liet bij zijn speech over verkoop en afstand, ter wijl toch in het adres van den reqnestrant nergens sprake is van cadeautjes geven. Ik kan mij heel goed voorstellen, dat iemands phantasie hem jarten speelt, maar nietwaar, wanneer men met zijn achttienen is, dient et toch een bij te zijn, die zoo iets merkt. Enfin, men ziet het is nu geljjk, a'thans ik vind in het verslag dier zitting niets wat er op wijst, dat de verkeerde opzetting aanstoot gaf, hetgeen mij haast zon doen gelooven dat de heeren van de ter visie liggens weinig gepro fiteerd hebben. Toch kan ik met genoegen coastateerea, dat er iets van is blijven hangen In de raadsvergadering van 30 April jl» zegt de heer Hoogeadam, die niet de man schijnt om zich met een kluitje in het riet te laten sturen»Mijnheer de Voorzitter, »nog eene opmerking, gij hebt gesproken van afstand van de halve sloot en verkoop van »den grond, doeh daarvan is in het adres „van den heer van der Bnrg niets te vinden. „Die heer heeft gezegdik verkoop mijn strook „gronde plus de halve sloot voor 300 gnlden." Waarop de Voorzitter lank ten antwoord gaf, »'t is mogelijk, het doet er niets toe, 't resultaat blijft precies hetzelfde." Een onbetaalbaar antwoord, waardig aan de vergetelheid ont* rnkt te worden maar wat zal ik u zeggen, het is maar Part de grouper les chiffres." Ik betwijfel niet of wanneer de adressen waren herlezen, waarbij duidelijk zou gebleken zijn dat niet slechts sprake was van eert strookje gronds, maar wel degelijk van de sloot er bjj, do zaak geheel anders zou beoor deeld zijn. Feitelijk is zelfs het adres van den heer Van der Bnrg niet behandeld, want aangenomen werd het voorstel van den beer Siemes. ^an der Bnrg heelt geen schenking toegezegd, en toch wordt door Gedeputeerde Staten goedgekeurd „het aankoopen van een stuk grond en het aanvaarden der geschonken twee perceelen halve sloot". Wie retmt sich dasz zusammen ïk lees dat het voorstel-Siemes is aangeno men. Volgens mijne informatiën kwam echter de heer Siemes op voor het kerkbestuur, niet echter als zaakgelastigde van den heer Van der Bnrg, nog minder als eigenaar van den betwisten grond. Nn zegt wel de Voorzitter Volgens dat voor" stel (het voorstel-Siemes) krijgt »de heer van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 2