BIJVOEGSEL Binnenlandsche Berichten. Ingezonden. behoorende bij de van 16 en 17 SEPT. 1888. Vervolg.) Een vermoedelijke poging tot vergiftiging hoeft te Waspik sedert, eenigen dagen de gemoederen bezig gehonden. Zondag overleed ?efceren S. aldaar, die, zoonis uit een onderzoek door de politie gedaan blijkt, steeds zijn echt enoot wantrouwde en nopens zijn uiteinde Meermalen vrees had gekoesterd. Nadat het gorncht de ronde had gedaan werd vanwege do justitie de begrafenis, die Dinsdag zou Plaats hebben, uitgesteld en door den Ofiieier van Justitie, vergezeld van den reohter-com- ^tsaaris en twee geneesbeeren een ljjkschou- ^V'ng gehonden, die tot het vermoeden van Vergiftiging leidde. Een scheikundig onderzoek dit nog nader moeten uitmaken. De ge neesheer, die den doodenschonw gevoerd heeft, schijnt er niets van gemerkt te hebban. A.) Kerknieuws. 2. D. H. Mgr. Leijten, lisschop van Breda, heeft benoemd tot rector in het Liefdege dicht te Breda den weleerw. hear B. P. ^ergroessen; tot professor aan het Seminarie Tpelaar, den weleerw. hooggel. heer dr. A. Couwenbergh en tot rector aan het St.- ■^■otonius-Gesticht te Bergen-op-Zoom de wel- e®rw. heer Ch. Th; Breasers, priester van het Seminarie. Den 23 Dec. zal het 50 jaar geleden zijn, •lat Mgr Boermaus, geheim-kamerheer van Z. hi- de Paus en bisschop van Roermond, het E. Priesterschap ontving. Het geheele bisdom Van Roermond zal dien feesdag met allen luis- vieren. Mgr. Boermans is geboren te Veulo 15 Eeo.. 1815, werd priester gewijd 23 Dec. 1838, benoemd tot bisschop en coadjutor vanmgr. Pa- redis z. g. 5 Mei 1885, gewijd 3 Juni 1885 Ba geïntroniseerd als biBsohop van Roermond 18 Jnni 1886. De weleerw. heer Jorma S. J., die jl. Zater dag door Z. D. Hoogw. den wijbisschop van Meohelen tot priester werd gewijd, is bestemd voor de missiën in Mexico en zal Dinsdag 8. de reis daarheen aanvaarden. De zeereerw. pater G. van Heijst, gedurende Vier jaren directeur van het gymnasium St- Louis te Sittard, is als zoodanig vervangen ^°0r den zeereerw. pater H. Gadet, sedert Verscheiden jaren professor aan genoemd gym- basiam. To Kevelaar is dit jaar de toevloed van Pelgrims buitengewoon groot. Den 8n en 9n ®ptember waren meer dan 10,000 pelgrims jbet verschillende processitm in deze beroemde odevaartplaats te samen gekomen. Waarde Heer Redacteur, Het schijnt bij D in Schiedam tooh al een enH -—tezgn. Sinds jaar onh 8 tra°bt men verandering te brengen in Wo jU<^')aro toestanden; sinds jaar en dag ia» dwover gewreven en geschreven sinds anUn dag blÜft bet succes hetzelfde, met A/^,,re woorden, de onhoudbare toestanden Plpven onhoudbaar. i Jongstleden Dinsdag kwam ik langs den Singel. Het zal u niet bevreemden, dat ik onwillekeurig naar het bewu3to stinkslootje keek, dat vies en onoogelijk als altijd, in kalme rust daar lag. Onwillekeurig ook maakte ik wijsgeerig bespiegelende beschou wingen over den niterlgken welstand van dat zoogenaamde Kerkslootje en de jnist aan de andere zijde liggende Kerkhofsloot. Hier een goed onderhonden walkant, een behoorlijk schoon gemaakte sloot, een flink net in orde zijnd hak en een begaanbaar zandpad tnsschen dat hek en de keisteenendaar een verwaar loosde slootkant, begroeid met, onkruid, een slecht riekend vocht, waarop faecaliën drij ven, geen hek en een nauwelijks zichtbaar zandstrookje, dat overdag bezwaarlijk, 'a avonds in het geheel niet begaanbaar is. Dank zij de ellendige verlichting, op dat stuk Sin gel heersohend, wordt bier eene schoone ge legenheid geopend tot onvrijwillige badkuren, van welke gelegenheid reeds herhaaldelijk door sommige Schiedammers werd geprofiteerd. Een uwer stadgenooten deelde mij mede, dat de Voor zitter van den Gemeenteraad zon zwanger gaan van het denkbeeld, om Schiedam te ver heffen tot een Kurort voor Rhumatieklgders." Men liet daarom de Singelsloot vóór de Kerk ver vuilen, ten einde de jichtige gemeente in staat testellen modderbaden te gebrniken. De Voorzitter, door in het buitenland op gedane ervaring bekend met de groote on kosten, aan het gebrnik van modderbaden verbonden, wenschte uit pure sympathie voor de aan zijne hoede toevertrouwde gemeente naren, dat deze modderbaden kosteloos zonden verstrekt worden, en zon als badplaats de vervuilende kerksloot aanwjjzen, terwijl de kerkhofsloot op R, K. feestdagen zon uitge baggerd worden, opdat zij die heil voor hunne lichaamskwalen kwamen zoeken in de kerk- sloot, zioh daarna zouden kannen afspoelen in de kerkhofsloot. Ik vermoed dat uw stadgenoot mij voor gek heeft gehouden. Ik ben toch innig overtuigd dat de Voorzitter, ofschoon over eene niet allodaagsche dosis gepaste vrijmoedigheid be schikkend, er wel niet spoedig toe over zon gaan, om de mensehen bloottestellen aan eene indompeling in een sloot, welke sinds een groot aantal jaren moet verpest lijn door al de kwade stoffen, die bij regen als anderszins uit een doodenakker noodwendig naar de om ringende lager gelegen gronden moeten afzak ken. Ik geloof er dan ook niets van, maar vind het niet aardig dat men een loopje met mij heeft willen nemen. Ware mij nn nog gezegd, dat men, overeenkomstig de wet op de begraafplaatsen, het in de kom der gemeente gelegen kerkhof zon sluiten, dan zon ik het natuurlijk direct geprezen hebben, dat men eindelijk een in het algemeen belang te lang verwaarloosden plicht vervulde, maar aangezien ik daarvan niets vernam, viel er niets te prij zen ook. Maar ik dwaal van mijn onderwerp af, of schoon ik mij voorbehoud op dat kerkhof later terngtekomen. Voorloopig zal ik mij tot de kerksloot bepalen. Toen ik uit Bazel mijn overzicht van de vorige vergadering van den Raad uwer Ge meente Bohreef, kon ik met genoegen consta- teeren, dat in den boezem van den Raad ein- deljjk eens gebroken zon worden met den geest van het laisser allerwaardoor te lang een toestand bestendigd werd, die bjj monde van den heer Tak »een schande voor Schiedam" werd genoemd. Ettelijke weken zijn voorbijgegaan eene vergadering met ge sloten deuren werd over deze zaak, die helaas maar al te publiek is, gehonden, en nog altijd kunnen zij, die eenige voorliefde hebben voor afwezigheid van modderpoelen, met juf frouw Blauwbaard uitroepen »Znster Anna, ziet gij nog niets kooien", om even ongelukkig als genoemde juffrouw altijd weder een ontken nend antwoord te ontvangen. En ondertnsscbeu rijzen heirlegers van bacteriën uit de vnnziga greppel, die niet eens aanspraak mag maken op den naam van sloot; wordt de atmosfeer verontreinigd door stinkende dampen; wordt de volksgezondheid benadeeld en de ergernis opgewekt van een ieder, wiens schoonheide- gevoel niet is ondergegaan in de zucht tot eigenzinnig dwarsdrijvon, in de zucht tot doordrijven van den eigenwil, in de zucht tot het doen gelden van de Hemel weet van waar aangewaaide, autocratische neigingen, in de zucht tot het met ongekende brutaalheid vasthouden aan het „Ik wil niet", al wordt biordoor ook nog zooveol kwaad gesticht. Gelukkig sta ik in deze beschouwing niet alleen. Do Voorzitter van den Gemeenteraad is het volmaakt met mij eens. Herhaalde malen heeft Zijne Edelachtbare toch verzekerd, dat het zijn innig streven was deze sloot- kwestie optelossen. Een ieder die mij kent zal er geen oogenblik aan twijfelen of ik ga- loof onvoorwaardelijk aan deze verzekering nit zulk een achtbaren mond, vooral wanneer ik bedenk wat al zoo gedaan werd om aan die verzekering een tastbaren vorm te geven. Om b. v. maar iets te noemen, het uitlokken van eene goedkeurende beslissing van Gede puteerde Staten op het verzoek tot aanvaarding van een door den heer J. Van der Bnrg nooit gedane schenking, is bewijs genoeg hoezeer het ernst was met die demping. HelaaB, ook dat besluit baatte niet, want er werd niet gedempt. Een dingetje is er, dat mij vreemd voor komt, en wel waarom de voorzitter geen ge brnik heeft gemaakt van de machtiging, door den Raad hem verleend, om stappen te doen ter verkrijging eener onteigeningswet, dan ware aan ieder gehaspel een einde geweest on znlks zonder langdurige processen over kost baar spreek ik niet, want het zijn toch maar gemeente-dubbeltjes want de heer Van der Bnrg heeft uitdrukkelijk verklaard, dat hij zieh zoude nederleggen bij de nit die wet voortvloeiende beslissing, en deze verklaring was bekend. Dü Voorzitter heeft die wet niet aangevraagd, zoodat aan den toestand, toen reeds door de publieke opinie veroordeeld, geen einde kwam, en daardoor jnist, al is het daardoor niet alleen, moet bij ieder onpar tijdig beoordeelaar onmiddellijk de vraag rijzen, aan wian de bestendiging van dezen tegen alle hygiënische en aesthetische leeringen indrui- schenden misstand te wij ten is. Het antwoord op deze vraag kan ik mij besparenhet is toch al te duidelijk. De Voorzitter heeft zich beroepen op „wat steeds als onveranderd beginsel bij den Ge meenteraad gegolden heeft". Maar, eilieve, moeht, waar de heer Van der Burg niet verkoos zich te schikken naar .hotonveranderd beginsel," ten gevolge waarvan hij tegen zijn wil halve slooten weggeven moest, worden opgeofferd de gezondheid der burgerij Mocht daarom worden gekwetst het schoonheidsgevoel van allen die oogen hebben om tezien, dat de nieuwgebouwde kerk, welke nn groote ndeels de dupe der geschiedenis is, een sieraad van de Gemeente zonde zijn, wanneer zij een behoor lij ken toegang had. Op de minste scholen zelve tracht men de smaak van het volk te veredelen en in Schie dam breekt men met ruwe hand alle eerbied voor de kunst af, omdat de eigenaar eener halve sloot nietgek genoeg is, om zjjn eigendom weg te geven. Schandelijk noemde de heer Tak den toestand. Ik onderschrijf het ten volle, alleen maar omdat ik geen erger woord er voor vinden kan. Van betrouwbare zjjde werd mij medege deeld, dat, zooal niet openbaar, dan toch voor de betrokken personen volstrekt niet geheim, de geheele kwestie draait om een nietig stuk riool, dat de heer Van der Bnrg voor zjjne rekening zon moeten leggen en onderhonden op den koop tce, niettegenstaande men zioh wel zon hebben verwaardigd, de halve sloot als gesobenkte aanvaarden en den daarachter gelegen grond te koopen, zoodat de grond waarin het riool moest komen, niet eens meer zijn eigen dom was. Ik wil mij in de Sehiedamsche rioollijdera- geschiedenis niet verdiepen ten minste nn nog niet. Ik moet daar tooh eerst wat meer van weton, al ben ik nn reeds overtuigd, dat het rioolwezen ten nwent het best kan gebracht worden onder de nn niet bepaald parlementaire, maar zeker zeer toepasselijke benaming „beroerd", ondanks dat het nn en dan gelegenheid geeft tot gondelvaartan maar moet vclmondig verklaren dat de heer Tan der Bnrg, wanneer bij ooit dwaas geroog ware zioh, hoe weinig dan ook met dat geheele riool intelaten, zon verdienen uitgelachen te worden. Ik heb echter genoeg vertrouwen in zijn zeer gezond verstand, om hem tot znlk een dommen streek niet in staat te achten. Toch wil ik niet ontkennen dat ik wanneer ik do heer Van der Bnrg ware, reeds lang een ande ren weg zou hebben gevolgd. De Voorzitter van den Gemeenteraad weet bij persoonljjke onder vinding een meusoh kan in zjjn leven heel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 5