12e Jaarg. Woensdag 9 Januari 1889, No. 3279. ■■■nm de encycliek VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E, 3 9. Exeunt e jam anno het ^r tPertS°nen en vaa den Staat, lijdt het geen wgfel dat het leven en de zin Ïh Ta,n h6t «r00tste g0-°bt NIEUWE SCHIED&MSCHE COURANT Pril" van dit Blad: Voor Schiedam per 3 maanden 1.50 ;anco P- Post door geheel Nederland i 2.— ^wonderlijke Nommers (SM.) n vena^s de overige deugden, wordt ook die 8 thans spreken (de deugd van e gebed, Red.), verkregen en bewaard door ge oof. Immers, God doet ons zien welke waarachtige en uitsluitend om zich-zelven e begeeren goederen voor den mensck zijn; s0elijks erkennen wij door Hem de onein- 'go goedheid Gods en de verdiensten van ezu8, onzen Verlosser. Maar van den anderen 1S,nietS me0r 8eschikt om het geloof in e evestigen en te vermeerderen dan de rome gewoonte van het gebed. Terwijl de «acht daarvan bij de meesten verzwakt, bij geheel is uitgedoofd, blijkt het hoezeer jOnze dagen daaraan behoefte bestaat, mmers, Tan de gewoonte van het gebed is voornamelijk, dat niet alleen voor bijzon- «re personen levensverbetering te verwach- on is, maar ook uitkomst in die zaken, welker roos e ooze toestand de rust en de orde in e aten verstoort. Zoo de menigte opbruist °nma,1Se zucht naar vrijheid, zoo de drei- n e woe ingen der proletariërs zich overal beid* ^ÖVOe eD' 200 de ontembare begeerlijk en DaarJ g6n0t Z1Ch D00it v°Waan rekent, word00 a 6 Terkeerdh0den van gelijken aard overvln ,Waar8enotnen' i?> geüjk Wij elders on bt uiteengezet hebben, niets instaat t. 6re en zekerder wijze daaraan te gemoet 'UsT daU het ^kristelijk geloof. •woord tl6r da. plaais 01» de gedachten en het door m 1 6n t0t U' «0a ««I «oor mededeeliDg Zijner macht, tot mede! mvsterSI\?r n t0t de b0diening zijner Wond Sprak9 k Van bet heil van d r geestelijkheid zoowel in het eene als in >fln. Dat derhalve de priesters Jb her_ «meren, dat zjj door Jezus Christus het licht der wereld genoemd zijn, en dat de ziel van den priester moet schitteren gelijk een licht de geheel e wereld btschjnendc (S. Joan. Chry.' Bost. Dec. Sac. I. III. 0. I). Het licht der Wetenschap, en dit geenszins alledaagsch licht, Tvordi in den priester gevorderd, omdat het °t zijn ambt behoort, anderen met wijsheid J vervullen, de dwalingen uit te roeien en *e gids te zijn der menigte op de steile en oetlijke paden des levens. Zooals zij door den Tijd uit het Latijn is vertaald. Prye der Advertentiën: Van 1 6 regels/0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Op de eerste plaats echter verlangt de wetenschap de onschuld des levens tot gezellin, en dit voornamelijk omdat tot de verbetering van anderen veel meer door bet voorbeeld dan door vermaningen wordt uitgewerkt. Alzoo schijne uw licht voor de menschen, opdat zij uwe goeae werken zien (Math. V 16), van welk goddelijk woord zeer zeker de beteeke- nis is, dat in den pries'er zóó groote vol maaktheid en zóó onbevlekte deugd behooren gevonden te worden, dat hij zich-zelven ten Spiegel kan voorhouden aan degenen, die hem gadeslaan. Niets is er, wat anderen meer opwekt tot vroomheid en tot den getrouwen dienst van God dan het leven en het voorbeeld van hen, die zich aan den dienst van het heilige hebben toegewijddaar men hen toch boven de aardsche zaken verheven, tot hooger standpunt ziet opge voerd, richten de overigen op hen het oog als in een spiegel en ontleenen aan hen het voorbeeldt dat zij navolgen. (Con. Trid. Sess.XXII,c.I De Kef.) Daarom da n ook, indien alle menschen de meeste zorg in acht hebben te nemen, opdat zij niet den aanlokselen der zonde het oor leenen of met onmatige begeerlijkheid het lijdelijke najagen, is het duidelijk, met hoeveel meer ijver en standvastigheid de priesters zich daarop moeten totleggen, zoodat bet voor hen niet genoeg is geen slaaf te zijn hunner lusten de heiigheid van hun waardigheid vordert, dat zij zich de gewoonten eigen maken, zich- zelven met alle gestrengheid te beheerschen en al de krachten van hun geest, voornamelijk het verstand en den wil, welke bij den mensch de eerste plaats inDemen, te dwingen tot den dienst van Christus. Gij die alles wilt ver laten, gedenk ook u zeiven en dit wel op de eerste plaats daaronder ie rekenen: verloochen u xelven. (S. Bernard, Declam. Cap. I). Alleen wanneer bun geest vrij en onthecht is van alle begeerlijkheid, alleen dan zullen de pries ters het vurig en edelmoedig verlangen in zich gevoelen naar het heil van anderen, zonder hetwelk zij ook voor het hunne niet genoeg zouden zorgen Slechts êen zaak zul'en zij van kun onderkooi igen vragenseechls één eer, één vreugded it zij het vo/k mogen leiden tot volmaaktheid, hiernaar streven zij bj aileszij het ook met smarten van ziel en lichaam, in arbeid en kommernissen, in honger en dorst, in koude en naaktheid. (S. Bernard. Lib. IV. De Consid. C. II). Een zoodanige deugd, welke steeds vaardig en voor bet welzijn van de naasten alle moeilijkheden trotseert, wordt aangekweekt door de voort durende overweging der htmelsche goederen. Boe meer zij zuh op deze overweging zullen toegelegd hebbtn, des te beier zulltn de ver hevenheid, de uitmuntendheid en de heilig heid van de priesterlijke ambtsbedieningen door hen begrepen worden. Zij zullen inzien, hoe rampzalig het is, dat zóóveel menschen, door Jezus Christus vrijgekocht, niettemin bun eeuwig ongeluk te gemoet gaan, en door de overweging der goddelijke natuur zullett zij zich-zelven met meer vurigheid opwekken en anderen aansporen tot de liefde Gods. Ziedaar de zekerste weg tot het gemeen schappelijk heil. Hierbij echter dient ijverig zorg gedragen, dat niemand zich door de groote moeilijkheden laat afschrikken of wegen» den langen duur van het kwaad aan ge nezing wanhoopt. De zeer billijke en onver anderlijke rechtvaardigheid Gods stelt èn be looningen vast voor goede dadeD èn straflen voor de zonden. Omdat de stammen en natiën bun leven niet over de grenzen van het aardsche leven kunnen voortzetten, is het noodig, dat zij bun verdiende loon op aard» ontvangen. Nu is het niets ongewoons, dat aan een zondigen Slaat voorspoed te beurt valt, en dit, volgens de rechtvaardige be schikking Gods, die prijzenswaardige hande lingen immers, er is geen volk, aan het welk niet op de eene of andere wijze lof toekomt nu en dan op deze wijze beloont; dit, meent Augustinus, is aan het Romeinsche volk te beurt gevallen. Het is echter een onomstooteiijke wet, dat het voor het algemeen belang van het grootste gewicht is, dat d« deugd, en bepaaldelijk die deugd, welke do moeder is van alle andere, de rechtvaardigheid, in het openbaar geëerbiedigd wordt. De recht vaardigheid verhoogt een volk; de zonde maakt de volken rampzalig (Proverb. XIV. 84). Wij hebben ons bier niet bezig te houden met een beschouwing over zegevierende mis daden; noch ook te onderzoeken, of sommige Staten, terwijl zij bloeiend en voorspoedig schjjuen, echter niet in hun boezem de kiem van rampen besluiten. Slechts één zaak willen wij duidelijk maken, welke door menigvuldige voorbeelden in de geschiedenis wordt bewezen dat omechtvaardige daden eens moeten geboet worden, en dit des te zwaarder, hoe langer het kwaad geduurd heeft. Wij voor Ons gevoelen Ons ten hoogste getroost door het woord van den Apostel PaulusAlles is u;... Maar gij van Christusen Christus van God (1 Cor. III 2228.) Door de verborgen leiding toch der goddelijke Voorzienigheid wordt de loop der aardsche zaken aldus be stuurd en geregeerd, dat alles wat den mensch overkomt strekt tot glorie van God-zelven en tevens dienen kan tot heil van degenen, die Jezus Christus waarlijk en van ganscher harte

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1