12e Jaarg. Vrijdag 8 Februari 1889. No. 3305. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E, 3 9. V.„t Schled.m per 3 /1Jj0 P- P»»' '1«' gebeel Nederl.nj 2 Afzonderlijke Kommer. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT. Prijs -r»n dit Blad: Prys der Advertentiëns Van 1—6 regels/0.60 Elke gewone regel meerO.lO Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. AFRIKA. wor^ar U',t ^ani'har aan de 7mes gemeld snori f? de Arabier6n zulk een buiten dat H ng V°0r de 80vangen zendelingen, 6 U1^scbers de onderhandelingen hier- ver opgegeven hebben. De Fransche missio- nssen zetten dle nu voort. De sultan weigert ne s .oomboot te zenden om hen af te halen me egenstaande hij bekend is met den gevaar- ijken toestand, waarin zij verkeeren. De Sultan laat Pemba versterken tegen eenen onver- wachten aanval van Arabieren uit MaBkete. De aanwezigheid van een aantal Arabieren te Zanzibar is eens rede tot ongerustheid voor en Sultan. Lenige honderden hunner omsin gelden Zmdag zijn paleis, protesteerden tegen °e blokkade en verlangden dat de Sultan tusschenbeide zou komen. Men ^tgt, dat kapitein Wismann voor zijn roepen naar Oost-Afrika reeds duizend negers eeit oen aanwerven. Het zijn alle Maho- o anen en dit vindt men bedenkelijk, daar e e opstandelingen tegen de Duitschers in ost-Afrika Mahomedanen zjjn. AMERIKA. 8 York Herald deelt eene verklaring *Qede van Bayard, volgens welke de onder- handelingen met Duitschland over Samoa be ledigend vorderen en uitzicht bieden op ene gunstige oplossing. De regeering der lie heeft Bismarck's voorstel aangenomen Om de conferentie over de Samoa-aangelegen- heden, rn Juli 1887 te Washington door drie, mogendheden gehouden, eerstdaags te Berliin te hervatten. J CHINA. Uit Shanghai wordt aan de Standard ge. meld dat de strenge winter eenen hongersnood veroorzaakt heeft in de provinciën Shantoeng en Mantsjoeri. In de buurt van Chin Kiang een kwart millioen menschen verhongerd Elders scrujnt de hongersnood minder erg Een Engels :h oorlogsschip is naar Chin Kiang vertrokken, waar volgens bericht uit Shanhaï ernstige onlusten hebben plaats ge- bad. Het Engelsch consulaat en zeven aan Vreemdelingen behoorende huizen zijn ver brand. DUITSCHLAND. Jn den Duitschen Rijksdag werd eergiste- ren onverhoeds het langverwachte debat over bat proces- Geileken geopend door een schamper gezegde van den conservatief Kardoff, die den mtsoh-vrijzinnige Rickert herinnerde aan eis vroegere onvoorwaardelijke goedkeuring Van abe beg? ootingen des voormaligen minis ters van oorlog Von Stosch, »den vriend van Geileken"* Rickert repliceerde daarop dat Von Stosch in elk geval een constitutioneel minister was geweest, die nu na zijn jongste verguizing in het proces-GeffckeD toch eindelijk wel eens met rust mocht gelaten worden. Toen het woord- Geffcken was uitgesproken, was het sein gegeven. Eene kleine scher mutseling tusschen den socialist Liebknecht en den conservatief Hartmann ging nog vooraf. Hartmann verklaarde onder stormachtige bij valsbetuigingen der meerderheid, dat wanneer de Duitsche keizer ten oorlog roepen mocht ook de socialistische Duitscher3 onder hunne vanen zouden optrekken en hun orakel Lieb knecht op deü drievoet zouden laten zitten. Daarna rukte de advocaat Munckel, ver maard dcor zijn meesterlijke verdediging van wijlen den graaf Arnim, met grof geschut aan. Door de openbaarmaking der aanklacht tegen Geffcken zoowel als door het beslag op diens particuliere brieven, heeft de Rijks kanselier een handeling gepleegd, die in de annalen der rechtsgeschiedenis ongehoord mag heeten. Hij gispte sterk Bismarck's gelegen heids-politiek. Met volle recht, zeide Munckel, noemt men Bismarck den schepper van het Duitsche rijk, maar met niet minder recht mag men hem den schepper der rijksvijan den" noemen; want vóór hem bestonden die niet. Spr. wenschte ook wel te vernemen, hoe een dergelijk beroep van uitspraak van het Rijksgerechtshof op de uitspraak der openbare meeniug, als door de openbaarmaking van bedoelde stukken was beproefd, te rijmen viel met een goed geregelden rechtstoestand. Deze laatste woorden van den spreker ver wekten vooral bij de linkerzijde levendige toejuiching. Daar Bismarek zelf niet ter zitting was verschenen, viel den nieuwen minister van justitie, den heer Von Schelling, de zware taak te beurt den geduchlen aanval van Munckel af te wereD. Zijn verwering was echter zeer zwak en hij wekte slechts verbittering door te zeggen, dat, indien door deze zaak eenige leemte was gebleken, het alleen deze was, dat er geen wet bestaat volgens welke per sonen, die zich aan verregaand misbruik van vertrouwen hebben schuldig gemaakt, voor den rechter kunnen gedaagd worden. Over deze tirade maakte de afgevaardigde Sabor ziek zoo boos, dat hij van „gewelddadige schen ding van het briefgeheim" begon te spreken, waarvoor hij tot de orde werd geroepen. Windhorst betoogde vervolgens met groote scherpzinnigheid, dat er zonder Geffcken s toeste mming, nadat bij vrij gesproken was, niets van hem gepubliceerd had mogen worden. Men had hem verzekerd, dat er 500 afdruk ken van de aanklacht met den bewusten particulieren brief waren verzonden. Dit ging alle grenzen te buiten. Het particulier eigen dom behoorde door de wet eerbiedigd te wor den. Overigens betreurde spreker ten zeerste de wijze waarop door partij mannen de Kroon in deze zaak was betrokken geworden. De ministerVon Schelling diende daarop van repliek met eene verwijzing naar de drukperswet en Windhorst wist daarop nog eene sarcastische tegenwerping te maken. Nadat Richter nog het befaamde rapport- von Bismarek waarbij deze den Keizer om volmacht tot vervolging vroeg en tevens op hoonende wijze over keizer Frederik sprak naar verdiensten had gehekeld, sloot Windhorst het debat met de geestige opmerking,dat hij on der zulke omstandigheden niemand zou aanra den zijn (Windhorst's) brieven te publiceeren; neen, zeide hij, indien de thans aan de groene tafel gehuldigde beginselen in volle werking moeten treden, dan wordt het voor ieder zaak zich een flinke kachel aan te schaffen, ten einde alles te kunnen verbranden en aldus met een gerust hart de komst van een poli tieman die huiszoeking komt doen, af te wachten. Stormachtige toejuichingen begroet ten dit geestig slot van Windhorst's rede. OOSTENRIJK—HONGARIJE. De Keizer heeft in eene proclamatie, uit zijn naam en dien der Keizerin en van prinses Stefanie aan de bevolking dank betuigd voor hare treffende manifestatiën van tiouw. Hij bidt God, dat hij hem krachten schenke om te volharden in zijne pogingen tot bevorde ring van het algemeen welzijn en tot het be houd des vredes. Hij geeft voorts de verze kering, dat de tot dusver door hem gevolgde gedragslijn de zijne zal blijven. De begrafenis van kroonprins Rudolf heeft eergisteren-middag in allen eenvoud volgens het vastgestelde program plaats gehad. Ter weerszijden van de lijkkoets, die door zes witte paarden werd getrokken, liepen vier lakeien en vier pages met brandende kaarsen. Alle winkels en kantoren waren sedert den middag gesloten. Overal woei de rouwvlagen zag men met rouw omfloerste adelaars. In de Capucijnerkerk aan de Nieuwe Markt was de weg naar den keizerlijken grafkelder door kaarsen en lampen aangewezen. Twee Capu- cijner-religieuzen stonden inet groote kaarsen aan den ingang van het graf. Nadat da lijkkist in de kerk was gedragen, knielden de Keizer en de koning en de koningin v an Belgie naast de baar, terwijl het koor het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1