12e Jaarg, Zaterdag 23 Maart 1889, No, 3342. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E, 39. Prijs mn dit Blad: F;°r S°hiedam per 8 maanden 1.50 0 P- post door geheel Nederland i 2. 'Aderlijke Nommera0.05 Prijs der Ad verten tiën; Van 1—6 regela/0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 8 >»Lucifer", door een ooggetuige beschreven. i. 5 Maart 1889. {„j Maasbode zjjue lezers zeker ju iet ^eioi: bescho ?erï0ering bracht met de herhaalde öel's '!'Vlngei1 0Ter de opvoering van Von- V0Q lucifer" in het seminarie Hageveld te he °ut> ZÖQ wij zoogelakkig onzen lezers een '8® beschrijving van die opvoering, die tyk een evenement in ons Vaderland is, 1 t» bieden. KsL j ®elia' ging henen op lucht en vleu- drflven, #Om bl{jven ,,nit t# Z'6D' waar onze ^P°Hi011 m»g en 0 de eerste verzen van het heerlijk Ter v°Terbre^baar treurspel, dat ons opvoerde Ons Ij n aardB°be, ver van hetgeen rondom baasda Wasea ragen voor onze ver dacht' *kken' eeü tooneel zoo schoon, zoo den in'gj WiJ on8 reeds verplaatst gevoel- Hftar emel met el zijn glans en lnister. Poort °°r 0nS betooTert de eeuwige hemel- fri«sch«°nZ? °°een' Wiid ea zBd wniven de de& eenePa fc8\ weligen dosaan Rangen 1 7 verheffen zich statige zuilen- geven t'ot dent 8nd0ren'Peort9D.die toegang blauwe .nnu® T 0I18' het hemels" Pijlers. D,t wal" hetT^T8** °P krachtige tooneel, door m 00neel, het verrukkend zou. Hageveld vereeuwigen 8'"8 h""° f1"*'"'!». a,a -8 hüfi.rf,, 0 00rBte woorden, fk6.n. ln het hemeleehe werden wjj meege- een man van levendi!die slechta door voortgebrachtdoor die tali k°n worden terde en onze zinnen opwekte**'8 °CB bsgees- Met welk eene schakeering'yatl r schrijft Apollion het heilig Eden, dat"»611 ^8* «icnsch behoort, door God het eerst geschal" een volmaakt geluk bezittendWij iien art der engelen voor het eerst vervuld met g^nstwjj zien, dat zij misnoegd het geluk er eerste menschen vernemen. Doch hoort 1 8lhalt Éen g0Tldeu bazuin en.welk treffend schouwspel P Daar praalt te mid. GodJan 17 engelen8toet Gobriël. de tolk van van h g ,ei?eni8S0D' Hij' Btaat stralend emelschen glans, de blonke lokken han- zwierig op den rood en d an tel, die in ,WÖ hoorden voorhof. En bevallige plooien om het witte zijden onder kleed hangt en met een sierlijke knoop is vastgeheoht aan den gouden gordel, die zijn lendenen omsloot. Mjjn God! wat gevoelden wij in ons binnenste Het zien van zulk een hemelsche schoonheid ontbrandde in onB meer en meer het verlangen naar het bezit der eeuwige zaligheid, die toch nog oneindig schooner moet wezen, en vooral, toen die engelreine woorden van Gabriels rozenlippen vloeiden in zuivere klanken en vol van hemel- Bche poëzie, toen was het ons niet anders, of wij wareu iu den Hemel hierboven en de ge dachte rees bij ons op»zoo ja, zoo moet het daar wezen." O treffende taalO machtig woord van God 1 en op het woord van den sohitterenden aarts engel, rnischten eensklaps de hemelen van zoete melodiën, melodiën, engelen waardig, en geheel en al in hemelsche aocoorden gelegd. Zij vragen in zniverzoete tonen: >Wie is het, die zoo hoog gezeten, »Zoo diep in 't grondelooze licht, >Van tijd, noch eeuwigheid gemeten, >Nog ronden, zonder tegenwicht!" En krachtig klinkt het antwoord door het hemelsche gewelf »Dat 's God. Oneindig, eeuwig wezen Yan alle ding, dat wezen heeft." Nuheffen beide kooren het »Heilig, heilig" aan, en ook wij brachten met die seharen in ons hart den God van hemel en aarde lof en 0jr en zweerden trouw aan Zijnen dienst. Daar treedt Lucifer op. De kroon, waarin de morgenstar van zniver diamant geklonken was, fonkelt op het fiere hoofd de iorsohe leden zijn gedekt met een rood gebordnnrd kleed, rijk gestikt met goud, terwjjl de grjjze man tel van zjjn breede schouderen hangt en hjj den staf van reeht en macht met de handen omknelt. Hij verschijnt aan onze verbaasde blikkenwij zien Gabriel met zijn engelen- stoet nog voor onzen geest en thans klinkt voer het eerst de stem van den verwaten geest door de eeuwige hemelen. Diepe etilte heerscht alom en wij volgen met vreeze den hoogmoedigen held, die zich zooveel durfde Termeten. Hij dondert met zijn woord en doet aller gemoederen ontstellen van schrik, ®n door Belzebub gesteund en aangewakkerd, voedt bij het booze plan, zijn vermeend recht handhaven en niet te dulden, dat de mensch °ven hem gesteld wordt. De zachtmoedige abriöl kan hem niet bewegen. Hij, gesteund door ztjn trawanten, beraamt en zint om tegen en Hemel zelf de heerbijl op te heffen. Een verbaasd engelental treedt op en treurig zin gen zij „Hoe zien de hoffelijke gevels zoo rood Zjj weten het nietach de frissche blos van onschuld ligt op aller gelaat, maar een ander koor van hemelboden verkondigt hun, hoe de nijd de heilige hemelpoort was binnengedrongenzelf meewarig en bedroefd, trachten zjj de kleine engelensohaar te troos ten, en zij noodigen elkander nit, die dwaze geesten te bestrijden. Hoe droevig klinkt die toon der eDgelenhoe snijdt het ons door de ziel daar dien God van majesteit door vele hemelgeesten te zien gehoond en ach I wjj hopen zoo vurig, dat zjj die Jehova getrouw bljjven, in hun ijverige pogingen mogen slagen om de engelen, met Lucifer aan het hoofd tot gehoorzaamheid te brengenhier echter moeten wij een wijl ru9ten endathemelsoh genot een oogenblik ontberen, doch slechts om ons gemoed uit te storten en lucht te geven. Spoedig vertoont zioh echter dat hemelsch tooneel aan onze oogen. Weder mogen wij de geliefde bogen aanschouwen, maar nu niet met de statige poort, waar een gouden gloed den hemel ons verbergt, neen, een ander tafereel I Het is de troonzaal van den trotschen Lneifer. Hier staat zjjn troon, waarachter aan een gouden staf het violetkleurig gordijn ter neder hangt. Maar zieheerscht er in het eeuwige koninkrijk van vrede droefheid Zie die treurende engelen, het gelaat beschrsid, han klachten verheffenwat zija dat voor woorden, door een der engelen op znlk een hartroerenden toon uitgesproken Nu sokeurt hjj zijn feestgewaadzjj alien leggen hnn kronen af en roepen als nit éénen mond:Helaas, helaas, helaas, waar is oub heil gevaren 1 Laat die engelen vragen, die daar optreden, waarom er zulk een droefheid heerschtWat weeklacht hoort men hier? Eu gjj vraagt met den engel mede, ja, waarom getreurd, waarom die droefheid Doch weet ge dan niet, dat zij Lucifer zijn toege daan P Zij huldigen zjjn denkbeelden en willen zich niet onderworpen aan Godes stemGod dienen is regeerenzoo roept met plechtige stem de voornaamste der engelen, maar zjj storen zioh niet aan die woorden en blijven trouw aan hnnne Morgenstar.'' Apollion en Belial wakkeren hen aan in die buitensporige droefheid en Belzebnb, de suoode veinzaard, zoekt alle middelen, ten einde het oproer in den hemel te doen uitbarsten. Hoe valsch is zjjn gelaat, nu da veldheer Michaël hem toe treedt 1 Kunt Gij u noch die indrukwekkende fignnr van den engel, dienend bjj Gods troon voorstellen Ziet ge hsm nog voor u staan sprekend met al het vunr eens veldheers hoe bjj de hardnekkige van de goede engelen af scheidde en fier daar fcenen girg om aan zjjn NIEUWE SCHIEDAMSCHE Terw"i j juuari 100».

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1