12e Jaarg.
Woensdag 10 Juli 1889,
No, 3428.
Sra1'»» VIt''0 hsbb«
n
A
V°S/«" «Xs, he'"8 g#-
VERSCHIJNT DAGELIJ K8
pl?"wTiU
iï-s.-opai,!h" '«'ft.ii'WS
«Sj;"l"^ a* a. v.,.
•"•"•a.» i r °"nsti"°'tot
gMfiqmecn (Swpicht.
Bureau: Boterstraat, E, 39,
dit Blad;
Voor Schiedam per 3 maanden /i
AfeTü P",»?8t d°0r geheel Nederland 2 -
Afzonderlijke Nommer»
Allocutie van den h \i
het
&1 te zien, w6atgezoeUrJeniSSen"Z8lf maar
*en in den beginn °°,Vele boften, welke
beweging te doen betêel uit <%en
*a» ontzag en In de plagats
Erdoor men zeide opaard-
Cgt11 li00mSfen 0PP^her6dere6tIwür
VergnizingeT «kom bel9edi&ing0n en
een standbeeld on D thans men
®n 2edeloos mensch °ngod8dienstig
2°,° 0P^hjk Zltl 66n esdigÏDgi welke
^odereen JIr Tg d0 oogen van
den- Van d0 gutste zai gehouden wor-
Ve«ekerde, altiid 7 6' Welke Daar men
T'J toen de hoofdstad aUS6n m°6St blövr0D'
deloosheid maken d nieuwe g°d-
!n oobescbaamde'n Ter A afschuweli)ben
?ke r«de te stichten a!dl6nSt der m0n80be-
1J 06 Piaats wil toekennen W'emeneeng0dde-
Oordeelt ook F 7
o{ We'ke waardigheJons636"8'W6lke"ijheid
Ian °"8 apostoHst0^'001^ uitoefening
^nze Persoon-zelve is °ver8ebleven.
86vaar, want een meer veilig voor
»i« «uiw, tot
1.1 Pi« tsrona" •«.«-T,r m»-
dige oogmerken met gel °m hua ellen
mken, het is voor een iederd'8hedea te b«-
Wrgpen, dat zg, Wanneer ^kkeigt te
staat zien, eenmaal zelfs tot V hlertoe
aad zullen overgaan; des t«°U^ters^emis-
Wil in de macht zijn van lieden dTeT f°mdat
Ons openlijk t. be.clnU^ '*™-
toth'on niet r,r 0ailUnwaH:eide harts-
i kunmn ™a»nbe-
de 'Pm bsv. onrustigs,
""««'egsiaboie.r" 'f'8 t'nse.olge
Us treedt met de meeste klaarheid aan
Frijs de* Advertentiën;
Van 16 regels/0.6ü
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
het licht, welke de toestand is, waarin men
het Opperhoofd der Kerk, den Herder en
Leeraar der katholieke wereld heeft geplaatst.
Wij zouden zeker op den gevorderden leef-
tjjd, welken Wij hebben bereikt, zijn bezwe
ken onder het gewicht van deze moeilijkheden
en knellende zorgen, wanneer Onze moed en
Onze krachten niet werden onderhouden door
het onbegrensd vertrouwen, waarmee Wij
hopen, dat Christus nimmer zijn Stedehouder
van Zijn goddelijken bijstand zal berooven en
door het bewustzijn van Onzen plicht, die
Ons herinnert, dat Wij met des te meer kracht
het schip der Kerk moeten besturen, naar
mate het meer is blootgesteld aan den woe
denden storm der dwalingen en de opgewekte
helsche hartstochten.
Al Ons vertrouwen en al Onze hoop be
rusten dus op God, omdat het Zijne zaak
is, welke Wjj verdedigen, Ons verlatende
vooral op de gebeden, welke Wij met de
grootste vurigheid tot de Allerheiligste Maagd
richten, de hulp der Christenvolken, en tot
de gelukzalige prinsen der apostelen Petrus
en Paulus, op wier bescherming de stad Rome
altjjd heelt kunnen rekenen.
En gelijk gij, Eerw. Broeders, altijd Onze
bedruktheden deelt en u aansluit bij Onze
gebeden tot God, den beschermer en verde
diger Zijner Kerk, aldus vertrouwen Wij dat
Onze Eerw. Broeders, de bisschoppen van
Italië, zonder ophouden hetzelfde zullen doen
en zullen waken voor de belangen der ge-
loovigen, aan hun zorgen toevertrouwd, met
de nauwgezetheid, welke de gevaren, waaraan
ZB thans zijn blootgesteld, eischen.
Wij verlangen vooral dat zij er zich op
toeleggen aan hun geloovigen al de snoodheid
6u de perfidie te doen kennen van de be
doelingen, welke de vijanden der Kerk, die
terzelfder tijd de vijanden van het vaderland
zün, trachten te verwezenlijken. Laten zij de
geloovigen doen inzien, dat het hier hun
grootste goed geldtnl. het katholiek geloof;
at de vijanden geen ander doel najagen dan
aan ^0 volken van Itaüö dat gelooi te ont-
eruen, waardoor zij gedurende zoovele eeuwen
data\ien V00rsP06^ hebben kunnen genieten
loofd geenz^ns aaQ de Katholieken geoor-
of 1" u ZU'ke omstige gevaren te negligeeren
Bioed^ rardig bebanl^el0n> maar dat zij
jjUn g ehooren te zijn in de belijdenis van
bereid 6 °°f' kracb*% zÜn verdediging en
eisehen Wanneer omstandigheden het
te doen 8 gr0o's'1 m°gelÖhe opofferingen voor
^eze raadgevingen en opwekkingen gaan
ge ee ia bijzonder de inwoners der stad
bUme aan> daar het duideljjk is, dat men
aan hun geloof met veel listigheid, steeds
gevaarlijke hinderlagen spant. Dat zij dan
des te meer volharden in dat geloof en zich
hun voorvaders waardig toonen, wier geloof
in de geheele wereld is beroemd geweest,
en dat zij erkentelijk zijn jegens God voor
deze bijzondere weldaad hen in zulke nauwe
betrekkingen tot den Apostolisch en Stoel te
hebben geplaatst. Dat zij niet ophouden,
noch de andere Italianen, noch alle katho
lieken voortdurend aan God te vragen, dat
Hij zijn toorn afwende, die wordt uitgelokt
door zoovele misdadige beleedigingen en zoo
veel onzinnige aanvallen tegen de Kerk en in
Zijn eindelooze goedheid barmhartigheid, vrede
en heil over de wereld uitstorte, welke de
eenparige gebeden der geloovigen afsmeeken.
DUITSCHLAND.
Keizer Wilhelm, die thans een zeetochtje
in de Noordsche wateren maakt, zal onmid
dellijk daarna zijne Engelsche reis aanvangen.
Den 2n Angustus wordt hij te Osborne op
het eiland Wight verwacht. Te Spithead zal
hij door prins van Wales ontvangen worden.
Iu Osborne Bay zijn reeds de ankerplaatsen
voor de Hohenzollern en twaalf Duitsche
oorlogsschepen aangewezen. De Keizer blijft
vijf dagen in Engeland. Gedurende zijn ver
blijf zullen plaats hebben een revue over de
vloot te Spithead, een bezoek aan de staats-
werven te Portsmouth, eene wapenschouwing
te Alderscott en eene regatta van het konink
lijk jacht-eskader.
Gedurende 's Keizers reis wordt de dage-
lijksche gemeenschap met de regeering te
Berlijn door hofkoeriers onderhouden. Zoo
kwam dezer dagen te Hamburg zulk een
Feldjdger aan die, zwaar gewapend met sleep
sabel en revolver, een groote gesloten porte
feuille droeg vol staatspapieren. Hij reisde
met den sneltrein naar Friedrichshafen aan
de noordpunt van Jutland, van waar hij
onmiddellijk doorreisde naar Noorwegen tot
Drontheim, waar het adviesjacht Grtif hem
met de portefeuille moest opnemen en regel
recht naar de Hohenzollern overbrengen.
De Fost bevat op een in het oogvallende
plaats eene nota, welke zeer de belangstelling
wekt. Van eene zijde, welke goed onderricht
is en vertrouwen verdient, wordt aan het blad
gemeld, dat het gevoelen des Keizers omtrent
het geschil met Zwitserland met juistheid is
uitgedrukt in het bekende Karlsruher artikel
van de Köln. Zeilung. De Keizer heeft ook
te Stuttgart en te Sigmaringen aan voorname
personen verklaard, dat hij stellig rekende
HM"' nUPTH! Ill II II
NIEUWE