HM töoort
-tvc «*»*-
lie Jaarg. Zondag 15 en Maandag 16 September 1889. No, 8485.
VERSCHIJNT DAGELIJ X 8.
h" l«»»d.rTr0i"8
Bureau: Boterstraat, E, 3 9.
zulu!Ja! t0ofJond ..wlj'eTr0
««wa n°'»,tle"««'ine'.?
Sub8,d'8 te «i.t .u.re
van flit Blad:
Joor ochiedam per 3 maanden 1.50
ran co p. post door geheel Nederland 2—
Afzonderlijke Nommera
sS ÊMsSil
Prijs der Advertentiön
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer0.1
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
Het O SCHIEBAM' 13 September 1889.
iu de Tweede Kamer
00genblik 6lnde te '00PeD. hoewel het op dit
ontwerp n°°° 0nzeker is, of het bemenings-
(Zaterdac\ lu deze zitting, die morgen
^aQdeld Wordt gesloten, zal worden afge-
^®bat in Wek®n lang was het Onderwijs-
de orde- ^eede Kamer voortdurend aan
aan de hoba T ®edee^- der Handelingen, dat
is gewiid r. g-d6r Sch00lwet van 1889
boekdeel kitiakSTw f™* H'Vig
Oproken over a' 4 ls er niet gezegd en
"herwerkte a 6 reeds 200 herhaaldelijk
kene bij°niotn*BU>fAlleen het gespro-
reeds e9n Daa a, 80meene ^eraads'agingen vult
bolomruen d 0nderd Tan de dicht gedrukte
En het rt6r ^andeiingen der Tweede Kamer.
WelsPrekendhbi^a1LVan al die Parlementaire
Ontwerp.Scllo Hefc 1S thans vervat in het
der Tweede k' Z°°alS bet uit den stroom
4e v°orschiin amer-debatten totnogtoe is
kunn®n yjstreden. Tot ons genoegen
8l6chts Wein," °nstateeren) dat het den liberalen
nen zin tg g gflukt is' het ontwerp in hun-
Zjjde zich oveTb?T"; endaa^ de Rechter-
TaD ingrijpen! algeinoen van bet stellen
b6t ontwl yooamendementen onthield, is
26lf *i*t gewjjziKdr!76r, d6 het
factie vrij wel 00rsPr°nkslijke
°aderd P!g6lr0UMebt9ïen'
fSch«n aard,'' die ,7!?^ Paedago-
Jrttcht. i« zeker wel de vo °DWerP g6"
Vergelijkende „amen, ™°™aamste die der
ln de onderwijzersw eXameas' welke
haalde be:prekl treld eei> punt van ber-
ÏÏnrïan nifct nfee/d Uit8emaakt. zullen
alleen dan WorH s"ben°emmgen zij
bet gemeentcbestunp ^911 ^Wden, wannee'i
«n oaUrent dr;er-rt den schoolop
minstens drie candidate8cbte voordracht, die
ten, met eens kon worden' bevat-
gevai zal net meer zijn een v Z6lfs in da*
derzoek naar de /'^ökend on-
noemen candidaat, dan wel een" den te be
de oplossing der vraag: »wie- a Da«
8te van de voorgedragen
Een andere zaak, eveneens van o
belang, maar die tevens de b(P da8°gisch
*aakb is bij deze herziening XT
nieten de bijzondere kweekscholen voor on
derwijzers, maar ook die hoofden van scholen
zullen gesubsidieerd worden, die hunne kwee-
kelingen tot onderwijzers opleiden. Voor
iedere kweekeling, die de onderwijzersakte
behaalt en aldus toont de lessen van het
hoofd zijner school met vrucht gevolgd te
hebben, zal aan het betrokken schoolhoofd
een premie worden uitgekeerd. Aldus zullen
de kweekelingen der bijzondere scholen niet
meer de openbare normaallessen behoeven te
volgen, maar hunne opleiding kunnen ont
vangen van het hoofd hunner school zelf,
die alsdan zeker geen geldelijk nadeel zal
lijden. Daardoor zal bet gevaar vermeden
worden, dat de godsdienstige richting der
kweekelingen door het zgn. neutraal onder
wijs der openbare normaallessen schade zoude
lijden.
Eene zeer teedere kwestie was gewis de
regeling van de Rijksbijdrage in de kosten
van het onderwijs. De wetgever had hier
niet alleen te rekenen met de belangen van
het bijzonder zoowel als van het openbaar
onderwijs, maar ook met den toestand, door
de schoolwet van 1878 in de gemeenten
geschapen. Zeer terecht begreep do Iiegeering,
dat voor die bijdrage een vi-ste basis moest
worden gesteld en nam zij tot grondslag voor
hare tegemoetkoming in de onderwijskosten
de onderwijzers-traktementen, tevens bij wette
lijke bepalingen het aantal onderwijzers vast
stellende. In deze materie hebben de liberalen
al het mogelijke gedaan om den toegang tot
's Rijk8 schatkist voor de liberale gemeente
besturen zoo wjjd mogelijk open te houden.
Reeds hadden zij van de Regeering weten te
verkrijgen, dat ook, naar gelang van omstan
digheden, voor een, twee of hoogstens drie
onderwijzers boven het wettelijk vereischte
minimum subsidie zou worden uitgekeerd.
Maar verder kon de Regeering of de rechter
zijde der Kamer niet gaan: eene wijziging
die niet het aantal schoolgaande kinderen over
vier tijdstippen des jaars, maar alleen de kin
deren die op 15 Januari als schoolgaand be
kend zijn, tot maatstaf voor de vaststelling
van het minimum-aantal onderwijzers doet
nemen, kon noch, als niet de principieele
kwestie rakende, worden toegegeven, maar
in verdere concessiën kon men niet treden.
Het baatte niet, dat ook de Friesche anti
liberale leden den nood der Friesche gemeen
ten, die zich met de schoolwet van 1878
financieel geheel in den grond hebben ge
werkt, op hartroerende wijze schilderden, de
Rechterzijde bleef op haar stuk en ook de
Friesche anti-liberalen, behalve de heer Hnber,
toonden ten slotte door hun votum te erken
nen, dat deze wet niet was voorgedragen tot
voorziening in den financieelen nood der
liberale gemeentebesturen, maar ter beëindi
ging van den politieken schoolstrijd. Zoo
bleef door het nagenoeg eenparig vo um der
Rechterzijde de laatstelijk door de Regeering
voorgestelde regeling der Rijk-bijdrage in de
kosten van het onderwijs onveranderd be
houden.
Even beslist als in de zaak der Rijksbij
drage toonde zich de Rechterzijde in de kwestie
der verplichte schoolgeldheffing. Tevergeefs
beproefden tal van liberale redenaars haar
van het onbillijke van het heffen eener b i 1-
1 ij k e schoolgeldheffing te overtuigen, zij liet
zich niet van de wijs brengen. In den vorm
kon worden gewijzigd; wijzigingen ter tege
moetkoming van gegronde bezwaren konden
in overweging worden genomen, maar het
beginsel:de verplichte schoolgeldheffing
kon niet worden losgelaten. Daarom verwierp
de Rechterzijde eenerzijds met eenparige stem
men het liberale amendement, dat de facul
tatieve schoalgeldheffing wilde handhaven,
dat is, zooals totnutoe, die heffing aan het
welbehagen der gemeentebesturen over te
laten. Maar daarom ook stemde zij van den
anderen kant eenparig in met de door de Re
geering voorgestelde wijziging, die als uiterste
concessie de mogelijkheid van eene dispensatie
van schoolgeldheffing (bij kon. besluit, den
Raad van State gehoord) wilde openlateD,
nadat in de alinea betreffende de verplichte
heffing was bepaald, dat het minimum daar
van moet zijn f2.40 per jaar voor ieder kind.
De Rechterzijde heeft aldus getoond, dat zij,
hare beginselen handhavende, in alle oprecht
heid wil komen tot eene beëindiging van
den politieken schoolstrijd. Dat de liberalen
niet licht tevreden zijn te stellen, bewijst het
feit dat van hunnen kant nog allerlei argu
menten werden gezocht om tegen het bil
lijkheidsbeginsel te blijven strijden. Bij
deze discussie vond de Regeering nog gele
genheid zich het recht voor te behouden, tegen
het heffen van het minimum-schoolgeld in
verzet te komen als zij dit, met het oog op
de betrokken omstandigheden, met de kwali
ficatie van een billijk schoolgeld in strjjd
acht. Doch de meerdeiheid der liberalen
begreep, dat het harerzijds een groote fout
zou zijn, zich stokstjjf te verzetten tegen het
bemiddelingsvoorstel der Regeering en zoo
werd dit dan ook met 72 tegen 21 stemmen
aangenomen.
Na dit votum mogen wjj het lot der wet,
althans in de Tweede Kamer, verzekerd achten.
Op 't oogenblik dat wij dit schrijven, is het
nog onzeker of de behandeling der School-