12e Jaarg. Zondag 22 en Maandag 23 September 1889. No. 3491.
Üjitjlimer totar
t een Bijvoegsel,
Bureau: Boterstraat, E, 39.
VERSCHIJNT DAGELIJ K8.
^•"«tesTT
g'irf'™™1Sk a. »i.uw.'pw.b" h"" 008
rwk a. «inis T If*' a™
i
Y
y ie zich met 1 October
pen dit blad. abonnee-
0at^0litvanëfen de tot dien
ïrvrj^ öo= te verschijnen
gratis.
Naar a
NIEUWE SCHIEDAM
Tan dit Blad:
j-°°r ®°biedam per 8 maanden k 1.50
"aj'co p. post door gebeel Nederland 2.
0n^er'yke Nommers 0.05
Prijs der Advertentiën
Van 16 regels0.00
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
lcgeu de Giordano Bruno.
doop aG'e'ding van het protest-schrijven,
vvef a'holieke Vereeniging »De Grond-
der u 'öl ui';Toering van een besluit in een
2. jj p S'6 Vergaderingen genomen tot
*^3.1 te S ^B° *D za^e ^rlla0*sc'lan"
s^0ntH V°me 8er'cht, mocht de geachte pre-
Veö Vereeniging een waardeerend schrij-
3ntwQ n ®'l:n- kardinaal Rampolla ten
Ver,3lin a °DvanSei1' waarvan ons de volgende
^eb°den^ We^wiHend ter plaatsing wordt aan-
Een ^elEd- Heer,
het f,ej Vo°rtrefi1elijk bewijs van de liefde en
GÜ aan die U en do Vereeniging, waarvan
GPperpr- ^6t ^oofd staat, bezielen, ziet de
den 2en'eQter 'n ^at Pr°t0St. door U
°Pkotnt; ''Ptömber gezonden, waarmede Gij
*ai1 RodJ6^611 de Eed'gsobennende pogingen
daad e'°°?'e menscben, die in deze stad
aa,tl den 1 6n me'1 woord zware beleedigingen
8fcdaan iatb°R0k0n godsdienst hebben aan
zoemen^ ,toewÜ'^ng m0t vaderlijke liefde
v°ldaan aa f6'1 ZÜne Heiligheid volgaarne
den AposM' Verzoek, waarmede Gij om
Bu gelast 1^Chen Z0g0o gevraagd hebt. Ik
®tfcllen, P' °m U biervan in kennis te
e'd gebrek Van ^6ze aangebodene gelegen-
°°gachtiDg tg0^1 g0VOelens van ware
^oigen, waarmede ik ben van
U WelEdele Heer,
de zeer toegenegene
Rome, 9 Septemv ^Ardi»aal Rampolla.
Aan Pmb6'J889.
Jen WelEd. Heer W
denkers, President vant
ereeniging „de Grond-
te Schiedam.
iJe nieuwe parley
derdn tai**e «era.
georacht. In ,)at- 0 1 'ö[üeniaire sera
eP.rlementen naa ,J? '''f"' Va" ministerieel.
O-
aen Koning daartoe
feesten te Rome.
gemachtigd, de nieuwe zitting der Staten-
Generaal te openen.
Zooals gewoonlijk geschiedde deze plechtig
heid met eene rede, die door den minister
president baron Mackay, staande voor den
TroOD, werd uitgespoken. In de laatste jaren
van het ministerie-Heemskerk werd aan die
rede in den regel weinig aandacht geschon
ken. Men was er aan gewoon geraakt, eene
reeks van algemeenheden en holle phrasen te
hooren oplezen, eene aaneenschakeling van
zinnen, die de Regeering tot niets bonden en
die dan ook slechts in zeer geringe mate de
aandacht werden waardig gekeurd. Sedert
echter eene anti-liberale regeering het bestuur
van 's Lands zaken uit de handen van de
zetbazen der liberalen heeft overgenomen,
wordt telkenmale de openingsrede met onge
duld verbeid. Met gespannen verwachting
vraagt men zich al, wat de Regeering thans
zal hebben mede te deelen, wat zij als het
werkprogram der nieuwe zittingsperiode zal
ontwikkelen.
En tot heden werd die hooggestemde ver
wachting nog niet teleurgesteld. In de eerste
openingsrede van het tegenwoordige bewind,
bij de opening der in 1888 nieuwgekozen
Staten-Generaal, werd een werkprogram ont
vouwd, dat, als het over de vier levensjaren
van het huidige parlement wordt verdeeld,
nog vol van beteekenis en rijk van inhoud
mag genoemd worden. In de rede bij de
opening der daaropvolgende nieuwe zitting
in September 1888, gaf de Re^eering een
program in 't licht, dat men met uitzondering
der wijziging van de provinciale kiestabel en
de splitsing der meervoudige districten geheel
ten uitvoer mag gelegd achten. En zoo trad
de Regeering dan nu voor de derde maal met
hare openingsrede voor de vertegenwoordigers
van het Nederlandsche volk, dat steeds met
verhoogde aandacht het woord vanaf den
Troon gesproken aanhoort, ook al staat voor
dien troon slechts de vertegenwoordiger
van Hem, Wien de Grondwet dat openings
woord allereerst op de lippen legt.
Wat de Regeering ons in die openingsrede
als het werkprogram voor de nieuwe wet
gevende periode ontvouwt, wij zouden het
waarlijk voor een jaar te veel achten. In
rykdom van inhoud overtreft deze rede gewis
hare zuster van September 1888 verre. De
Regeering treedt met een stel wetsontwerpen
voor den dag, zoo ryk en gevarieerd van in
houd als slechts zelden in een zeilde zitting
van een parlement ter tafel kwam. Hooit
slechts wat zij als de vrucht van hare voort
durende werkzaamheid in het nieuwbegonnen
zittingsjaar bjj de Kamers zal indienen.
Voorstellen tot herziening der wetten op
de consulaatrechten en tot voorziening tegen
besmettelijke ziekte, ontwerpen betreffende het
faillissement en de surséance van betaling,
het wetboek van militaire strafrecht en de
vaststelling van een reglement op de krijgs
tucht wijders een wetsontwerp tot vaststelling
van het bedrag der belasting op de onge
bouwde eigendommen voor het Rjjk te heffen,
een wetsvoorstel tot wijziging der gemeente
wet ter voorziening in de min gunstige finan-
cieele omstandigheden van sommige gemeenten,
en een voorstel tot verbetering der heffing
van invoerrechten naar de waarde na de wet
telijke bekrachtiging van het gewijzigd handels-
en scheepvaartractaat met Groot-Brittannië
en Ierland voorts nog ontwerpen tot regeling
van den verplichten krijgsdienst en tot vast
stelling van de bepalingen omtrent den staat
van oorlog en beleg, een voorstel tot veran
dering der bestaande voorschriften op het
vervoer van brieven en drukwerken, de her
ziening der wet op de pakketpost en de Rijks
postspaarbank en ten slotte een wetsontwerp
tot toekenning van tegemoetkoming aan
werklieden wegens verminking in dienst van
het Rijk of van aannemers van Rijks
werken, en overeenkomsten tot verkrijging
van eene betere regeling van het spoorweg
wezen.
Ziedaar de ljjst der met zorg voorbereide
wetsontwerpen, die de Regeermg voornemens
is, in den loop van dit zittingsjaar bij de wet
gevende macht in te dienen. Voegt daarbjj
de afdoening der schoolwetsherziening en der
andere wetsontwerpen die reeds by de Kamers
aanhangig waren gemaakt, en men zal moeten
toegeven, dat een omvangrijke arbeid der
Kamers in dit nieuwe zittingsjaar te wachten
staat. Gelukkig zullen zij zich zelfs mogen
rekenen, indien slechts de helft van dezen
arbeid tot heil des Vaderlands tot een goed
einde wordt gebracht.
En wat vooral dit uitgebreide werkprogram
teekent, is dat daarin niet uitsluitend party-
vragen, maar vooral praktische vragen, zaken
van algemeen belang, worden aan de orde
gesteld. Geheel het program getuigt van een
veerkracht en een bewustzijn van ministe
rieels levenskracht, dat zich uit niet in een
eenzijdig najagen van eigen partybelang, maar
in een streven naar recht en orde in alles en
voor allen. Met eene regeering, die van
zulke gevoelens blyk geeft, gaan wy met
moed en vertrouwen de toekomst tegemoet.
Onder hate leiding zal, met den zegen van
Hem, zonder Wiens hulp alle menschelyke
arbeid ijdel is, veel goeds tot heil des Vader
lands kunnen worden tot stand gebracht.