13e Jaar»'.
Vrijdag 10 Januari 1890.
No. 3580.
VERSCH IJ IS' T D A G E L1J K S.
Bureau: Boterstraat, E 39.
Prijs van dit Blad:
Prijs der Advertentiën
VI
js, '/'iktfÈ
ALGEMEEN OVERZICHT.
O
Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
Franco per post door geheel Nederland 2.00
Afzonderlijke Nommers0.05
i -ii
t \1 Van 16 regels0.60
i"V 5 E'k- gewone regel meer«0.10
ïf Voor herhaalde plaatsing worden billijke
'SïiSk overeenkomsten aangegaan.
DUITSCHLAND.
Keizerin Augusta.
Fen buitengéwoon blad van den Reichs-
anseiger maakte gisteren eene keizerlijke
Kabinetsorder openbaar, welke eenen, met
dien dag beginnenden, algemeenen landsrouw
voor zes weken voorschrijft, en, tot den dag
der bijzetting van het stoffelijk overschot van
keizerin Agusta, de sluiting beveelt van alle
openbare vermakelijkheden, muziek- en too-
neel-uitvoeringen.
Veertien dagen lang zullen alle kerkklok
ken in het rijk 's middags gedurende een uur
luiden ter herinnering aan den dood van
keizerin Augusta. Het lijk ligt thans nog
op het sterfbed, bedekt met rozen, meibloe
men en viooltjes. Aan het voeteneinde ligt
een prachtigen krans. De uitdrukking op
het gelaat is als die van een rustigen slaap-
Nadat eergisteren de bekende schilder Anton
Weiner, die het beeld van keizer Wilhelm
en keizer Friedrich na hunnen dood teekende,
ook onmiddellijk na het overlijden van kei
zerin Augusta haar beeld vervaardigde, werd
gisteren nog de schilder Plockhorst ontbo
den om het gelaat des Keizerin op het doek
te brengen. Deze schilder is gewoon meer
te idealiseeren. De overledene, die in de
laatste jaren zich niet meer liet fotografee
ren, zou, naar men zegt, het verlangen heb
ben te kennen gegeven, dat haar lijk niet open
lijk ter bezichtiging gesteld worde. Nadat dan
ook morgen-nacht het lijk uit de sterfkamer
naar tie oude kapel in het groote koninklijk
slot aan de Spree zal zijn overgebracht, zal
het aldaar in een gesloten kist worden neer
gezet.
De lijkdienst zal slechts voor een beperkten
kring, in tegenwoordigheid van de naaste be
trekkingen, plaats hebben. Zaterdag-nacht
zal het lijk der Keizerin in alle stilte in het
mausoleum van het slotpark te Charlotten-
burg naast dat van keizer Wilhelm I worden
bijgezet. Naast de gewone betuigingen van
rouw in den Rijksdag en den Pruisischen
Landdag zullen er geen andere openbare
plechtigheden plaats hebben dan de gebrui
kelijke ceremoniën. Tot nadere aanzegging zijn
alle schouwburgen gesloten. Het over
lijden der Keizerin is een zware slag voor
alle Berlijnsche neringdoenden, omdat er nu
vele feesten van het Hof, van den adel, enz.
in dezen winter achterwege zullen blijven,
terwijl men er juist op gerekend had, dat
het jonge keizerlijke paar dit jaar voor het
eerst liet sein zou hébben gegeven tot groote
leesten enz., waarvan de voordeelen den gan-
schen Berlijnschen winkelstand ten goede
zouden gekomen zijn.
Omtrent de laatste oogenblikken van
keizerin Augusta worden nog de volgende
bijzonderheden gemeldDe Keizerin had
tot kort vóór den doodstrijd geen besef van
haar naderend einde. Zij vroeg haren aan
wezigen secretaris nog: «Gelooft gij, dat ik
morgen weder met u kan werken Den
jeugdigen keizer, die haar nog eenmaal wilde
kussen, weerde zij, stervende, af, zeggende
«Gij moogt mij wegens de aanstekelijkheid dei-
ziekte niet kussen." Tot den biddenden
predikant Kogel zeide zij nog»Dank" en
«Vaarwel". Toen sliep zij in, nadat zij hare
rechterhand aan hare dochter, de groother
togin van Baden, had toegereikt, die de hand
vasthield tot dat zij zacht was ontslapen.
Op het vernemen van de tijding van het
overlijden van keizerin Augusta hebben de
president der Fransche republiek en de heer
Spulier, minister van buitenlandsche zaken,
dadelijk per telegraaf den Keizer hunne
deelneming wegens het overlijden zijner kei
zerlijke grootmoeder betuigd. Dit dadelijk
bewijs van belangstelling heeft te Berlijn een
goeden indruk gemaakt.
Men begint zich te Berlijn in politieke
kringen hoe langer hoe sterker bezig te
houden met het denkbeeld eener ongedwon
gen ontmoeting van den Keizer met presi
dent Carnot. Wat daarover in verschillende
Fransche bladen geschreven word, beschouwt
men daar als ballons d'cssay, die in vriend-
schappelijken geest worden opgenomen.
Eenige bijzonderheden uit het leven der
overleden keizerin moge hier eene plaats
vinden. Keizerin Augusta, den 30n Septem
ber 1811 geboren als dochter van Karei Fre-
derik, groothertog van Saksen-Weimar, en
Maria Paulowna, grootvorstin van Rusland,
had aan het hof van hare vorstelijke ouders
eene zorgvuldige opvoeding en veelzijdige
ontwikkeling ontvangen, hoewel hare gods
dienstige opleiding slechts een rationalistische
humaniteits-religie was, geraakte zij gelukkig
zelve door een warm hart en een helderen
geest tot het positief christelijk geloof. Den
lln Juni 1829 huwde zij den toemaligen
prins Wilhelm van Pruisen, en deelde zij ver
volgens al diens lotgevallen, ook diens onver
wachte verheffing op den troon van Pruisen
en later zijne verhelling tot de keizerlijke
waardigheid. Dit huwelijk werd met twee
kinderen gezegend prins Frederik Wilhelm,
later kroonprins en Duitsch keizer, en prin
ses Louise, de tegenwoordige groothertogin
van Baden. Zooals men weet is alleen nog
de laatste in leven en vormt met acht klein
kinderen en negen achterkleinkinderen het
nageslacht van de overleden keizerin.
Als vorstin gelukte het keizerin Augusta
in den aanvang evenmin de volksgunst te
verwerven dan haren vorstelijken gemaal, dan
hare onuitputtelijke weldadigheid deden haar
allengs de genegenheid van het Duitsche volk
winnen. Vooral als stichtster van de Deutsche
Frauen-vereindie in oorlogstijd de zieken
en gewonden verplegen en in vredestijd al
lerlei nooden lenigen, heeft zij zich, evenals
door hare krachtdadige bevordering van het
«Roode Kruis", een onvergankelijker] roem ver
worven. Hare voorliefde voor de Katho
lieke Kerk was algemeen bekend. Meerma
len heeft het gerucht van hare bekeering in
de Europeesche pers de ronde gedaan, maar
altijd werd het weder tegengesproken. Veel
heeft zij ook voor de Katholieken gedaan,
vooral tijdens den Culturkampf, toen zij ten
hunnen gunste herhaaldelijk tusschen beide
trad. Dit bracht haar meermalen in conflict
met prins Bismarck, die van geen inmenging
van vrouwen in zijne zaken wilde weten.
Toch heeft zij de opheffing van menig kloos
ter, vooral van vrouwenkloosters, weten te
voorkomen. In hare laatste levensjaren werd
de grijze vorstin onafgebroken door eene
Liefdezuster verpleegd. Zij deed wel en
steunde in stilte Roomsche kerken, waarvan
zelfs eenigen aan haar hare stichting te dan
ken hebben. Moge God haar voor al hetgeen
zij hier op aarde wèl heeft gedaan in hare
laatste oogenblikken Zijne genade geschonken
hebben en een onvergankelijk loon haar deel
zijn I
De National Zeüung, sprekende van het
bekende geschrift van den Nederlandschen
gewezen officier Tindal, zegtOnze naburen
in Holland winden zich weer geheel noodeloos
op. Gelijk steeds heet het«Duitschland
staat voor de poort", en dit beneemt onze
giadsche vrienden den slaap hoewel Duitsch-
landsch vriendschappelijk en loyale houding
dergelijke dwaze bekommering onmogelijk
moest maken.
ENGELAND.
De Engelsche gezant te Lissabon heeft
eene nota ontvangen van lord Salisbury
om die te overhandigen aan den Portugeeschen
minister van buitenlandsche zaken. Daarin
verlangt de Engelsche regeering van Portugal,
dat het zijne agenten last geeft de herhaling
te voorkomen van zoodanige handelingen als
aan Serpa Pinto ten laste gelegd zijn.
Volgens den Neiv-York Herald heeft de
Amerikaansche regeering beslotdh, de land-
verhuizing-commissie van den Staat New-