FEUIimoN,
In vrije uren.
BINNENLAND.
(5)
tugeezen te Londen vreeselijk mishandeld
worden.
Aan de Indép. Beige worden uit goede
bron eenige mededeelingen gedaan, welke
de kwestie tusschen Engeland en Portugal
in een nieuw licht stellen. Volgens die me
dedeelingen is het den Engelschen bij deze
zaak om niets anders te doen dan de annexa
tie der belangrijke Portugeesche bezittingen
en havens aan Afrika's kust. De strijd over
Nyassaland en het gebied van de Chiré is
voor de Engelsche regeering slechts een
voorwendsel om haar plan uit te voeren. Het
staat nu vast, dat de afgetreden minister
van buitenl. zaken Barroz Gomez juist de
Britsche plannen heeft verijdeld door aan
het ultimatum van lord Salisbury te voir
doen. Had hij dit niet gedaan gelijk men
in Groot-Britanië verwachtte dan zou
men van Engelsche zijde tot annexatie van
de baai van Lorenco Marquez en de eilan
den aan de Groene Kaap zijn overgegaan.
De Portugeesche autoriteiten van Mozam
bique hebben, in opdracht van het vorige
ministerie, last gegeven, om het betwiste
grondgebied van de Chiré en de Zambezi
te ontruimenmaar dewijl de oppervlakte
van dit gebied zeer groot is, zal hiervoor zes
weken of twee maanden noodig zijn. Enge
land veinst echter te gelooven, dat Portugal
zich blijft verzetten, om hierin aanleiding te
vinden, zijn bovenvermeld plan uit te voeren.
SPANJE.
In den Senaat en in de Kamer heeft gis
teren de minister-president Sagasta eenige
ophelderingen gegeven omtrent de ministeri-
eele crisis, welke, zooals hij o. a. zeide,
geen staatkundig karakter droeg. De poging
tot verzoening tusschen de liberale fractiën
zijn niet gelukt. In antwoord aan Silvela
gaf Sagasta nog te kennen, dat hij noch
vrijhandelaar, noch protectionist, maar oppor
tunist is.
Schiedam, 24 Januari 1890.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
gezien art. 69 der Wet van 4 Juli 1850
(Staatsblad no. 37) brengen bij dezen ter
kennis van de ingezetenen, dat de Proces
sen-Verbaal van de op den 22n dezer
plaats gehad hebbende verkiezing van
twee Leden voor den Gemeenteraad, ter
inzage zijn nedergelegd op de Secretarie
en dat een afschrift daarvan is aangeplakt
aan het Raadhuis.
Aan het commissariaat van politie zijn als op
straat gevonden aangebracht: een lederen
pantoffel, zoo goed als nieuw, een fantaisie-
broche, een armband van zwarte steenen,
een metalen armbandje, een gouden oorbel
letje, een matje, 35 bloemzakken, een om
slagdoekje, een ring met twee sleutels, een
sleutel, een wol kinderwantje, een bruin
hondje met een witte streep op den kop en
een geel hondje met een rood halsbandje.
De Minister van Koloniën betreurt het,
dat het hem niet gelukt is de bezwaren,
die, blijkens het voorloopig verslag over de
Indische begrooting bij de Eerste Kamer
tegen zijn beleid gerezen waren, door zijne
Memorie van antwoord geheel opteheffen. Hij
verwijst voor de verdediging van zijn beleid
naar die Memorie en verklaart zich bereid,
nadere opheldering te geven.
De Minister kan niet toegeven, dat wij
van eene vreedzame oplossing der geschillen
met Atjeh verder zijn verwijderd, dan toen
deze in de openingsrede van 1 Mei 1888
werd aangekondigd. Van weifelingen in de
Atjeh-aangelegenheden is de Minister zich
niet bewust en daarvan is ook geen bewijs
bijgebracht. De vrijheid, die men meende, dat
den Gouverneur van Atjeh moet gelaten
worden, kan niet anders worden opgevat
dan in verband met de verzoenende en vrede
lievende staatkunde, waaraan de Regeering
gemeend heeft de voorkeur te moeten geven.
Tot toepassing van die staatkunde ziet de
Gouverneur zich in geen enkel opzicht be
lemmerd.
Het wetsontwerp tot naasting van den
Rijnspoor en het treffen eener regeling met
de Ilollandsche en de Staatsspoor heeft ein
delijk zijn beslag gekregen. Het wordt ver
moedelijk nog deze week bij de kamers in
gediend.
De werkzaamheden aan de verlegging der
Maasmond, die een paar maanden stil hebben
gestaan, zullen
worden.
eerstdaags weder hervat
ii.
JPieter de Kroeskop.
Zoo ging het eerste jaar voor Pieter in
bittere teleurstellingen voorbij. Over de verre
zee had hij zes jaren lang de dagen geteld,
die hem nog scheidden van de dierbare
moeder. Voor haar had hij zijne geheele
toekomst opgeofferd. Leentje, het lieve meisje,
dat bij den Notaris diende, had er den brui
van gegeven, om zes jaren te wachten, en
was reeds drie jaren gehuwd, toen Pieter
uit Indië terugkeerde. Of Leentje met Kees,
dien zwierbol van vroeger, gelukkig was?
Maar wij hebben in ons verhaal hiermede
niets van noode voor het oogenblik. Zeker
was het, dat Pieter bij al de luchtkasteelen,
die hij zich in Indië gevormd had, immer
het beeld zijner arme moeder op den voor
grond gesteld had. Voor haar op de eerste
plaats wilde hij arbeiden en zwoegen, en als
Op het terrein van den Staatsspoor te Rot
terdam is een vat boter van 4U0 kilo ont
vreemd. Naar men verneemt, is de politie
de daders op 't spoor.
Gister-ochtend brandde te IJselmonJe een
zwingelkeet af, toebehoorende aan den land
bouwer C. de Quartel, men vermoedt door
onvoorzichtigheid of moedwil van een der
vlasarbeiders, waarom deze dadelijk werd
gevat en naar de gevangenis te Dordrecht
overgebracht.
Door de politie te Delft is gisteren een zekere
A. J. M. aangehouden wegens diefstal ten
nadeele van een winkelier. De aangehoudene,
het beeld van zijn Leentje oprees in zijnen
geest, dan was het toch immer naast dat
zijner moeder. Leentje zou de Engel zijn,
die den ouderdom van moeder zou verblijden
en steunen. O, hoe dikwijls had hij het
herhaald in zijne brieven, duizenden mijlen
ver van zijne geboortestad: »Moeder, lieve
moeder, houd moed, nog vijf, nog vier, nog
drie jaren, en ik kom terug, en werken zal
ik voor U, dat het bloed mij uit de nagels
komt." En dan die laatste blijde brief, die
zijn vertrek uit Indië aankondigde:
«Lieve, beste moeder, nu is alles geleden,
nog twee maanden en ik druk U aan mijn
hart! Koop geene nieuwe waskuipen, geene
nieuwe boenders en bezems meer. Ik kom
terug, om voor U te werken, totdat gij negen
tig, honderd jaren oud zijt. O, lieve moeder,
ik houd nog duizenmaal meer van U, nu ik
zoolang van U ben weg geweest. Moeder
als gij mij weder ziet, moet gij een week
lang lachen, dat het davert in de geheele
buurt. Dag, mijn beste moedertje, als gij
de stralen der zon ziet, zoen die dan, gelijk
ik nu doe. Het is een zoen voor hem, die
zoo blij is, dat gij mijn beste moedertje zijt!
die naar 's-Hage is overgebracht, had reeds
een paar vonnissen achter den rug.
Volgens ontvangen Braziliaansche bladen
heeft het voorloopig bewind te Rio Janeiro ook
den Braziliaanschen consul-generaal voor Ne
derland, den heer Antonio Carlo Texeiro van
zijn ambt ontheven.
Van de komst binnenkort van een Japansch
gezantschap hier te lande en in de residentie
o. a. door ons gemeld, is volgens het Dagblad
niets bekend. Wel worden nog steeds ver
wacht eenige Japansche onderwijzers, wier
bezoek, dat ten doel heeft ook in Nederland
het schoolwezen te bestudeeren, reeds herhaal
delijk is aangekondigd. (C.)
In een door het bestuur van het Genea
logisch Heraldisch Genootschap »de Neder-
landsche Leeuw" te 's-Gravenhage belegde
vergader ng van belangstellenden is in be
ginsel besloten tot de oprichting van een
Oranje-museum uit de bij particulieren aan
wezige voorwerpen van wetenschap en kunst,
betrekking hebbende op het stamhuis van
Oranje-Nassau. Verscheidene toezeggingen
zijn reeds gedaan en een geschenk van fraaie
platen is bereids ontvangen.
Recht voor Allen deelt mede, dat de ge
heime socialistische vereeniging van het
spoorwegpersoneel thans 1000 leden telt.
Men verzekert, dat te Leiden op dit oogen
blik niet minder dan 9000 patiënten zijn,
meerendeels
dag, influenza
tengevolge der ziekte van den
In eene vergadering van deelnemers aan
de dezen zomer te Leiden te houden mas
kerade is, met bijne algemeene stemmen en
met applaus besloten, de uitnoodiging aan
te nemen van eene commissie uit de burge
rij van Nijmegen, om aldaar na afloop van
de Leidsche feestweek de maskerade te
gaan herhalen. Het aanbod van een extra-
trein naar Nijmegen en een feestmaaltijd
aldaar werd dankbaar aanvaard.
In het Handelsblad wordt door een koop
man uit Lissabon gewezen op de gunstige
gelegenheid, die de tegenwoordige omstan
digheden bieden, om bij den afkeer die de
Portugeezen thans voor Engelsche goederen
aan den dag leggen, Hollandsche artikelen
in Portugal in te voeren.
Omtrent de muiterij op Neerlands Vlag
wordt uit Nieuwediep het volgende ge
schreven
Zaterdag is, wegens muiterij onder de
Het was gelukkig, dat Pieter in Indië
zuinig geweest was. Op zijn soldij had
hij nog een klein sommetje gespaard. Maar
hoe spoedig slonk dat sommetje, toen Pie-
terzich zijne burgerkleeding had aange
schaft.
Zoo ging het eerste jaar bijna geheel
voorbij met solliciteeren naar allerlei post
jes en ambten. Pieter moest toch eten;
en moeder nam er dus maar twee grooté
wasschen in de week bij. Hoe de arme ziel
het volbrengen kon, begreep niemand, maar
Pieter wist het wel. Het mocht hem tegen
de borst stuiten, hij deed het toch. Als
slechts niemand het zien kon, wat deerde het
hem dan, om dagelijks in het achterhokje van
moeder's woning aan de waschkuip te staan.
En hij stampte het goed in de kuip, dat het
een lust was, en in zijne gespierde handen
wreef en wrong hij het goed, dat de bellen
van het zeepsop aan de haren van zijn zwarten
kroeskop bleven hangen. Als moeder maar
voor het drogen van het goed en voorde bleek
zorgde, want daar kwam de buitenwereld
aan te pas wat kon het Pieter dan deeren,
om dat vrouwenwerk te verrichten, tot zoolang