FEUILLETON.
Ia vrijs uren.
lid der Commissie van toezicht op het Mid
delbaar Onderwijs. Idem van een ltd der
Commissie van toezicht op het Lager Ouder
wijs. Idem van een lid der Commissie
voor het Burgerlijk Armbestuur. Idem
van twee Onderwijzers der 3e klasse aan
de 2e Openbare Armenschool. Idem van
vaste Raads-Commissiën. En verdere voor
stellen en mededeelingen.
De heer J. C. van Deventer heeft om voor
hem overwegende redenen bedankt voor het
lidmaatschap van den Gemeenteraad, waar
voor hij den 22en dezer maand werd ver
kozen.
Gisteren-avond had in Musis Sacrum alhier
het «Examen" of «Openbare les" plaats van de
leerlingen der Muziekschool van de afdeeling
Schiedam der Maatschappij: Tot bevordering
der Toonkunst.
'tWas ons inderdaad een genoegen de
vorderingen te hooren van de leerlingen der
verschillende zang- en piano-klassenen wie
met aandacht de nummers, welke werden
ten gehoore gebracht, heeft gevolgd, zal
moeten erkennen, dat alleen een degelijk,
zoowel praktisch als theoretisch, onderwijs
zulk een resultaat kan geven. In de uit
voering der eerstbeginnenden, in de lagere
zang- en piano-klassen, kan men duidelijk
den draad opnemen, langs welke men, op
gaande door de tusschenklasse, komt tot de
bewondering der vaardigheid, techniek, en tot
die uitdrukking van gevoel tevens, van welke
de hoogere, en niet het minst de solisten
der hoogere klassen hebben blijk gegeven.
Pleit zulk een uitvoering voor den lust, den
ijver, en de wilskracht der leerlingen, hij
pleit vooral voor de zorg en den tact hunner
leermeesters.
Na zulk een les te hebben bijgewoond,
vraagt men zich onwillekeurig af maar zijn
er dan niet meer leerlingen op de muziek
school Als men van zulk een examen is ge
tuige geweest, komt men eerst recht tot het
besef hoe veel wij vroeger op dat punt hier
ter stede hebben gemist. Zou het hieraan
soms zijn toeteschrijven geweest, dat er als
het ware een geslacht van jongelieden is op
gegroeid, bij wie de liefde en bewoudering
voor de sciioone muziekkunst óf geheel niet
bestaan heeft óf wel was ingesluimerd.
Aan het bestuur der Muziekschool de eer
den weg te hebben opengezet, voor wie door
degelijk, uitmuntend muzikaal onderwijs zich
wil bekwamen. Aan het bestuur de eer
straks Schiedam's muzikale rereenigingen
te hebben begiftigd of versterkt met ilinke,
degelijke en beschaafde krachten. Aan het
bestuur de eer nieuwe krachten te hebben
opgewekt of ingesluimerde te hebben doen
ontwaken.
Moge het aantal leerlingen dezer muziek
school steeds toenemen, niet alleen in het
belang der school-zelve, maar ook inliet be
lang der leerlingen I Muziek verheft, veredelt
en beschaaft, maar zal meer verheden, meer
veredelen, meer beschaven, naarmate het
onderricht deugdelijker is. En zulk een onder
richt geeft de genoemde muziekschool, dat
heeft de les van gisteren-avond bewezen.
Men schrijft ons uit Apeldoorn van 27
Januari
Dat H. K. IJ. Prinses Wilhelmina in zoo
verre hersteld was, dat II. D. al Haar lessen
heeft kunnen hervatten, werd reeds vroeger
gemeld.
Nu dezen middag reed H. K. H. om half
twee voor het eerst uit en kwam om 2 uur
op het Paleis terug. Gerust mag hieruit dus
worden afgeleid, dat H. K. H. geheel her
steld is.
II. M de Koningin moet echter door
een lichte ongesteldheid H. D. kamer
houden. (77. N
Volgens de Köln Zeitung weet men aan
het Ministerie van Buitenlandsche Zaken in
Frankrijk nog niet of de Keizer van Rusland
de uitnoodiging zal aannemen om als scheids
rechter op te treden bij de grensregeling
tusschen Fransch en Nederlandsch Guyana.
Zeker is slechts, dat alle op de grenskwestie
betrekking hebbende stukken in handen zijn
van den Czaar.
In de Geneeskundige Ct van 26 Januari
leest men het volgende, dat misschien voor
meer plaatsen dan 's-Gravenhage van belang
kan zijn
In de dagbladen wordt nu reeds aangekon
digd, dat op den 19n Frebruari e. k., zijnde
dragen, zoodat van verhooging van de ge
meente-opeenten op de grondbelasting geen
sprake zal behoeven te zijn. Ook op de be
langen van het platteland zal worden gelet.
De Minister van Justitie verdedigde
de uitvoering van de Arbeidswet en hoopte,
dat door wederzijdsche inschikkelijkheid
de bezwaren wel zullen overkomen worden.
Het debat wordt heden voortgezet.
Burgemeester en Wethouders dezer ge
meente geven kennis aan de ingezetenen, dat
aan den heer J. O. Hodes en zijne rechtver
krijgenden vergunning is verleend tot oprich
ting eener brood-, koek- en banketbakkerij
in het pand aan de Boterstraa.t alhier, wijk
E, no. 121, kadaster sectie B, no. 2781.
De Gemeenteraad alhier zal Vrijdag aanst.
des namiddags ten kwartier voor twee ure,
eene openbare vergadering houden ter be
handeling van de volgende onderwerpen:
Ingekomen stukken, waaronder rapport
der Commissie van Fabricage op het adres
van C. Mol, om ontheffiing van boete.
Rekening over 1888 en Begrooting voor 1890
der dd. Schutterij, met het rapport der Finan-
cieele Commissie betreffende gezegde reke
ning en begrooting, welke stukken zijn ter
visie gelegd ten einde te worden behandeld.
Rekening over 1888 en Begrooting voor
1890 der dd. Schutterij, met het rapport der
Finangieele Commissie. Voorstel van Bur
gemeester en Wethouders om aan den In
genieur J. Schotel op te dragen de uitvoe
ring der werken voor de Waterverversching
overeenkomstig zijn plan en voorwaarden.
Idem om aan hem optedragen de beneeming
van twee gemachtigden voor de onteigening
van perceelen voor de werken der Water
verversching en het regelen der voorwaarden.
Adres C. Mol om ontheffing van boete
en rapport der Commissie van Fabricage.
Adressen F. A. de Jongh om concessie voor
de aanleg eener Waterleiding voor indus
trieel gebruik met oprichting van een
zuivelfabriek. - Adres SchiedarnscheKunst-
vereeniging om bijdrage Tentoonstelling.
Ontwerp-voorwaard en concessie voor tele-
phonische geleidingen te Schiedam. Adres
van II. B. Heggelman om afstand van
vier centiaren aan de gemeente behoorende
grond aan de Laan. Benoeming van een
(8) III.
Ken JEngel tier- armen.
Intusschen spoedt zich Marie Rijkaard voort,
vol bezorgdheid voor het ongelukkige Leentje,
die hare hulp zoo zeer noodig'heeft op dit
oogenblik. Onder haren wijden mantel ver
borgen, draagt zij een pakje linnengoed, dat
in de eerste dringende behoefte van de onge
lukkige vrouw voorzien moet.
Als wjj die goede Juf Marie zoo zul
len ook wij haar maar met de armen der
stad in dit verhaal noemen ontmoet had
den, gelijk zij zich daar voortspoedde, dan
zouden wij op het eerste gezicht niet ver
moed hebben, dat zij het eenigst kind van
mijnheer Jan Rijkaard was. Niets was er
in hare ldeeding, wat naar eenigen opschik
zweemde. En toch voor hem, die haar op
merkzaam kon gadeslaan, was zij geene alle-
daagsche verschijning. Een fijne smaak sprak
u tegen te midden van al dien eenvoud, waarin
zij zich vertoonde. Geen ander hoedje zou
keuriger gestaan hebben op die gitzwarte
haren, die in eene gewone vlecht samenge
houden werden. Haar schoon gevormd ge
laat deed u onwillekeurig denken aan de
meesterstukken van schilders, die eens uwe
bewondering wekten. Het helle wit van haar I
regelmatig voorhoofd vloeide geleidelijk over
in het zachte rood, dat hare wangen kleurde.
Uit hare donkere oogen straalde een glans,
niet uit te drukken in woorden, maar die u
vol eerbied deed terugtredenuit die oogen
sprak eene ziel, vol geestdrift voorwatgoed
en edel is, bekwaam tot het heldhaftige.
Een smaakvol kleed, uit kostbare stof ge
weven, bedekte hare slanke, rijzige gestalte.
Er was niets gekunsteld in hare geheele
houdingtoch waren hare ongedwongen vor
men immer onberispelijk. Het was geen
harde kracht, maar ook geen zwakke week
heid, die haar uiterlijk uitdrukte. Geheel
hare verschijning was in overeenstemming-
met den open blik barer schitterende oogen.
Hare ziel, ontstoken van het vuur eener boven
natuurlijke liefde, openbaarde zich naar bui
ten, zonder dat zij zieh-zelve bewust was
eene bevoorrechte van God te zijn.
Deze bevoorrechte van God had eene heer
lijke roeping te vervullen in haar leven, en
zij werd begiftigd met eene beminnelijkheid,
die immer toenam, naar gelang zij zich oefende
in de werken van liefde, die zij vervullen
moest. Zij-zelve was het meest verbaasd
over de liefde, waarmede zij immer meer de
harten der armen won. Hun lof wilde zij
ontvluchten, maar hunne lietde zocht zij,
want de liefde was het groote middel, waar
mede zij de harten der ongelukkigen poogde
te troosten en te verblijden.
Het had Marie groote moeitegekost, alvorens
haar vader er in berust had, dat zij zich
onverdeeld aan hare werken van liefde over
gaf. De groote gaven naar ziel en lichaam,
die zich met het klimmen der jaren ontwik
kelden in zijne dochter, hadden den vader
geruimeri tijd op niets anders doen zinnen,
dan om zijn eenigst kind te laten schitteren
in de wereld. Jaren lang droomde hij zich
voor zijne dochter een toekomst, waarin zij,
als de gevierde van een uitgelezen kring,
aller oogen tot zich zou trekken.
De grootste offers had hij zich met liefde
getroost, om hare. opvoeding zoo uitstekend
mogelijk te maken. Die opvoeding, toever
trouwd aan de meest zorgzame handen, had
de heerlijkste vruchten voortgebracht. Toen
Marie hare wetenschappelijke opvoeding vol
tooid had, was zij toegerust met eene zeld
zame kennis van alles, wat een meisje van
hooge beschaving tot sieraad verstrekt. Maar
haar hart was eenvoudig en nederig gebleven.
In den huiselijken kring hare ouders, die zij
op zulk eene innige wijze beminde, door hare
kinderlijke liefde gelukkig te maken, was
haar eerste ernstig streven. Naar gelang
zij toenam in jaren gevoelde zij, dat in haar
hart de behoefte grooter werd, om meerderen
gelukkig te maken. Zij gevoelde zich aan
getrokken tot de armen en ongelukkigen,
wier nood en ellende haar fijn gevoelend hart
te meer nog troffen, naar gelang zij-zelve
te midden van eene weelde leefde, waaraan
hare edele ziel niet hechten kon.
Mijnheer Jan Rijkaard, met zijne begin
selen over armoede en armen, bleef nog
vele jaren lang het onbegrijpelijk vinden in
zijn kind, dat zij het geluk baars levens
kon zoeken in zich aftelaten met menschen,
onder alle opzichten zoover beneden haar