"urn 5000 inwoners. Het stadje is welvarend
eu wordt eene groote handels- en fabrieks
plaats.
Uit Nicuwediep wordt van gisteren ge
schreven, dat het onbekende schip, dat Zon-
aS in de Zuidergronden verongelukte, is
8ebleken een groote, ijzeren bark te zijn
k'oweest, die thans op den Amerikaanschen
I op 4 vadem water, gezonken ligt. Bij
aS water waren ra's en stengen en een
8edeelte van het achterschip zichtbaar.
egens de onstuimige zee kon men geen
°r|derzoek naar den naam van het schip in
zeilen.
De uitgifte der goedkoope namiddag-retour-
aarten op den Rhijnspoorweg tusschen
U'ocht en Amsterdam, waarvan wij dezer
'|agen melding maakten, zal aanvangen op
f'n lsten Febuari en bij wijze van proef
plaats hebben tot het laatste van April a. s.
Men schrijft uit Weert
De
influenza heerscht in deze stad bijzon»
*'er hevig. Bijna ieder huisgezin heeft zijn
'Ü'lers. Onder het aantal studenten van het
Uollege zijn 27 personen aangetast, terwijl
°P de Broederschool 19 lijders worden aan
troffen. (7'.)
Gisteren-namiddag zijn ook de vader, moe-
er en zuster der verdachte valsche munters
D' Rozendaal, op last der justitie in hechtenis
genomen en naar Breda overgebracht.
Ingezonden Mededeelingen.
d 20 cent per regel.
ledi.gaiij! 's hel begin va*» alle
en de traagheid is een kwaad, dat
Noodzakelijk alle geluk verstoren moet. Zij
Verlamt de wilskracht, voedt kwade neigin-
Son, en voert elkeen, die zich aan hare
roaclit niet weet te onttrekken, naar het
Ze<telijke of geldelijke verderf, of naar beiden
J°e- Maar hoe kan hij zich vermannen tot
Jachtige werkzaamheid, wien alle ledematen
a's lood zoo zwaar geworden zijn, die gedu-
''8 met eene onoverkomelijke vermoeidheid
le kampen heeft, en die eindelijk tot eene
laagheid gedwongen wordt, vroeger geheel
Vreemd aan zijn karakter? Deze zwaarte
00 loomheid van al zijne ledematen is niets
anders dan eene kwaal, welker oorsprong
tn zoeken moet in gestoorden bloedsomloop
eri zei»Arm schaap, ben je van de trap
gestruikeld! Kom Leentje, probeer eens, of
•j6 niet kan opstaan. Wordt eens wakker,
buurvrouw Leentje" en terwijl zij moeite
ueed om haar op deze wijze te wekken,
fchudde zij haar aan den arm, die machte-
°°s weder nedergleed langs haar lichaam,
f°en het oudje hem losliet.
Het oudje schudde nu haar grijs hoofd en
!'ezag Leentje nog eens metgroote bezorgdheid
,lj voelde met bevende hand opj het koude
^°urhoofd van de ongelukkige vrouw, maakte
baai- goed los en stak haar hand er tusschen,
0(n zich te vergewissen, of zij nog leefde.
is niet dood, want haar hartje klopt
N°g", sprak het oudje tot zich-zelve. Kon
'u haar maar mtar boven dragen. Maar de
!'.'aP is te steil. Zeker een beroerte. Arm
j'nd, nog ioo jong en al zooveel ellende be
leefd!"
7,ij bedacht zich een oogenblik, wat zij met
'et ongelukkige Leentje doen moest.
«Ze is er te braaf voor, prevelde zij, om
aan kwade dingen te denken. Maar niet ieder
een kent haar, en een arm mensch komt zoo
Spoedig in verdenking. Als het iets tusschen
'aar en haar man is, zou zij voor geen
geld van de wereld willen, dat de hui
len wacht er mee gemoeid werd! Ik wou,
'.at ik haar goed en wel boven had
t eder dacht zij een oogenblik na. «Hier
1Si er in het geheele huis geen een, die ik
en de daardoor veroorzaakte storing in de
stofwisseling. Door het gebruik van de echte
Zwitsersche Pillen van den apotheker Richard
Brandt, bij de apothekers voor 70 Centen de
doos verkrijgbaar, brenge men het bloed
weder in gezonde beweging en regele de
spijsverteering, dan zal men spoedig zien
dat de loomheid in de ledematen verdwijnt
en dat de genezen persoon weder frisch en
vroolijk aan den arbeid kan gaan. Men lette
vooral- op het witte kruis in het roode veld
en op den voornaam.
Verkrijgbaar bij D. MALTHA, Schiedam.
GEMENGDE BERICHTEN.
Iemand uit Utrecht, gelogeerd in een hotel
op het Damrak te Amsterdam, is in den
nacht van Maandag op Dinsdag, gedurende
een ritje met een aapje zijn portefeuille,
inhoudende ongeveer 1600 gulden aan bank
biljetten en een hypotheekbrief van f 2000,
kwijtgeraakt. De man werd 's morgens vroeg
in beschonken staat gevonden op de trap
pen van de Beurs en wist natuurlijk weinig
aanwijzingen te doen. Vermoedelijk is de
een of andere zakkenroller onderweg in het
rijtuig geslopen en heeft dit, na zijn slag
geslagen te hebben, weer even ongemerkt
verlaten. De aapjeskoetsier, de bestolene, en
de nummers der bankbiljetten zijn bekend.
Uit deze gegevens heeft nu de recherche
last om den dief, de éenige onbekende
grootheid in dit vraagstuk, uit te visschen.
In het Stads-bestedelingenhuis te Amster
dam worden de opgenomen vondelingen nu
eens katholiek, dan weder protestantsch ge
doopt, daar, natuurlijk, niet aan de kinderen
gezien kan worden tot welk geloof de ouders
behooren.
Onlangs kwam het volgende eigenaardig
geval voor. Een kindje, niet ouder dan enkele
dagen, werd gevonden vóór het Stads-Beste-
delingenhuis en liefderijk opgenomen. Nadat
het eenige weken in het gesticht was, werd
het protestantsch gedoopt.
Hoe 't mogelijk is, blijft een raadsel, maar
't is een onomstootbaar feit, dat de moeders
van de vondelingen bijna altijd de middelen
weten te vinden om er achter te komen wat
het lot is van haar kinderen. De arme schep
sels, die dikwijls in wanhoop',van haarteeder
kroost scheiden, blijven toch innig gehecht
aan de verlaten wichtjes.
Zoo ook in het bovengenoemd geval. De
het zou durven toevertrouwen! Wacht, riep
het zorgzame oudje uit, hier naast, Kee,
dat mensch kan je vertrouwendie moet
helpen!" Terwijl zij dit laatste zegt, legt zij
vol bezorgdheid Leentje's hoofd op de onderste
trede der trap neder, stapt over haar lichaam
heen, trekt achter zich de hoofddeur op een
kiertje dicht en loopt nu haastig naar Kee,
nog een sterke vrouw van middelbaren leef
tijd, die gelukkig reeds op was en aan wie
Trui, de oude wekster, hare ontmoeting
mededeelt.
«Mensch, mensch, watje zegtwatje zegt
roept Kee uit, kom laat ons gauw gaan, om
te helpen. Je weet, ze is van mijn geloof,
als het zoo erg is, als je zegt dan moet er
een onzer Heeren bijgehaald worden."
«Grut, Grutdat ik daar niet aangedacht
heb!" en terwijl het oudje dit zeide, sloeg zij
zich voor het gerimpeld voorhoofd. «Je weet
Kee, ik ben niet van je religie, maar ik had
er toch aan moeten denken. In zich-zelve
pruttelend, wijl zij er niet aan gedacht heeft,
dat die Leentje Roomsch is en dat de
Roomschen voor niets ter wereld zonder
priester willen sterven, loopt het brave oudje
op een drafje Kee vooruit, terwijl zij haar
toeroept«gauw, Kee, haast je, het zal nog
niet te laat zijn
Kee volgt haar onmiddellijk, »j ij bent sterker
dan ik, zegt Trui, neem haar onder de armen,
dan zal ik haar bij de beenen nemen. Als
moeder van het kindje woonde te Leiden
en hoorde, hoewel zij katholiek was, dat het
kind protestant zou worden. Dit kon zij on
mogelijk verkroppen. Metgroote moeite bracht
zij 't noodige bijeen voor een reis naar
Amsterdam en meldde zich aan het Bestede-
lingenhuis om haar kind op te eischen.
»Ja, heel goed, vrouwtje," kreeg zij ten
antwoord, «maar wie kan zeggen dat 't jou
kind is. Dejkleine was slechts enkele dagen,
toen zij hier werd opgenomen."
»0 laat mij de kinderen eens zien." riep
het arme mensch, ik verzeker u, dat ik mijn
kind uit alle zal herkennen."
En werkelijk, zoo was het. Hoewel demoe
der het kind slechts enkele dagen verzorgd
en het nu reeds maanden van haar weg was,
herkende zij het dadelijk door het moederlijk
instinct. Nadat een nader onderzoek was
ingesteld naar de waarheid van de bewerin
gen der vrouw kreeg zij het kind terug,
dat zij thans wel dubbel lief mag hebben.
(ISbl. v. Ned.)
Een bejaarde visscher op Tessel voedde
zijn zoon wel wat streng op. Toen de jonge
ling dezer dagen 's avonds na elf uur van
een partijtje, in geheel normalen toestand,
huiswaarts keerde, wilde de vader de deur
niet openen en voegde zijn zoon toe, dat hij
gerust kon heengaan. Deze verwijderde zich
doch ging achter het huis, ontdeed zich van
zijn schoeisel, klom handig over het dak en
liet zich door den ouderwetschen schoorsteen
naar beneden zakken. Na zich van roet te
hebben gezuiverd, ontkleedde hij zich en kroop
in een achterkamertje in 't bed. De vader
had dra berouw over zijn gestrengheid, begon
zich ongerust te maken en ging zijn jongen
zoeken. Na een paar uren keerde hij terug.
De zoon was nergens te vinden. De guit
sliep intusschen overheerlijk, en verbaasde
's morgens bij 't ontwaken zijn ouders even
zeer als hij hen verblijdde.
Vervolg Binnenland.
Vergadering van den Gemeenteraad op Vrij-
i dag 31 Jannari 1890, des namiddags 2 uren.
Afwezig de heeren J. B. Nolet, DeBruijn
en v. d. Schalk. Er bestaan twee vacatures.
De notulen werden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken: o. a. N. B. eene mis
sive van den heer Dijkmans, inhoudende het
bericht, dat hij zijn ontslag als Lid van den
Raad neemt. Voor kennisgeving aangenomen
we haar maar eerst op bed hebben, dan kan
je zien, wat ze scheelt."
Met groote moeite hebben Trui en Kee haar
naar boven gedragen. De trap is steil en hoog
en de treden zijn zeer afgesleten. Zij leggen
haar voorzichtig in bed en Kee haar nu eerst eens
goed gadeslaande, drukt hare bevinding aldus
uit: «Ze ligt in een flauwte, Trui, zou ze
van de trap gevallen zijn
«Schepsel, zie je 't niet, 't is een beroerte;
of ze van de trap gevallen is, weet ik niet
maar, het is te zien, ze ligt in een attakt
van beroerte!" »Ik geloof het ook, Trui;
weet je wat? ga naar dokter Edelmg, die
zal wel aanstonds met je meegaan, dan zat
ik naar de kerk loopen en een onzer gees
telijken medebrengen."
De oude Trui had goed gezien. Toen de
dokter de zieke nauwkeurig onderzocht had,
sprak hij tot den priester, die naast hem
stond aan het ziekbed van de ongelukkige
vrouw«Het is noodig haar het H. Oliesel
te geven ik vrees, dat zij te zwak zal zijn,
om aan deze attaque te wederstaan."
«Zou zij, dokter, vraagt Trui, vol belang
stelling, van nacht van de trap gevallen zijn
«Ik geloof het niet, moedertje, voor zoo
ver ik ontdekken kan, is er niets bij haar
gebroken. Toch begrijp ik mij niet, hoe gij
haar zoo gevonden hebt."
{Wordt vervolgd.)