Biniienlandsche Berichten.
Parijsche Kroniek.
BIJVOEGSEL
GEMENGDE BERICHTEN.
behoorende bij de
van 16 en 17 MAART 1890.
(Vervolg.)
Men schrijft uit Reenen aan de N. R. Ct.
Den 27sten Februari visschtte men uit den
Rijn bij deze stad het lijk van een onbekend
man op, dat eenige dagen daarna werd ter-aar-
de-besteld. Het hoofd der gemeente vroeg om
inlichtingen in de bladen en gaf daarbij aan, dat
de kleederen waren gemerkt T. J. 't B. 12.
Op verzoek werd daarop het lijk opgegraven
en bleek het te zijn dat van den heer T. J 't B.,
in leven makelaar te Amsterdam, die den 5n
Januari zijn woning had verlaten en niet
terugkeerde. Op het lijk werden vermist een
gouden horloge, twee gouden ringen en twee
jassen. Daar hier aan misdaad wordt ge
dacht, stelt thans de politie op verzoek dei-
familie, op verschillende plaatsen een nauw
gezet onderzoek in.
De burgemeester van Schalkwijk heeft bij
eene latere tot zijne ambtgenooten gerichte
circulaire medegedeeld, dat als medeplichtig
aan den diefstal in de R. K. kerk nog wor
den verdacht twee manspersonen, de een klein
van gestalte, met bleeke gelaatskleur en
blond haar, naar gissing ruim twintig jaar oud,
gekleed in een grijskleurig pakje, pet, blauwe
kousen en lage schoenen. De ander naar gis
sing ruim dertig jaar oud, lang van gestalte
met blond haar en kneveltje, is gekleed in
een zwart pak en dragende eveneens eene
pet. Beide personen, inzonderheid de kleinste,
zijn in hun voorkomen en spreken onver
schillig.
Uit Enschedé meldt men aan het Handels
blad van Donderdag
Heden-middag hielden de fabrikanten ter
bespreking van de werkstaking, een vergade
ring, welke ook werd bijgewoond door den
Commissaris des Konings der provincie, den
heer Geertsema.
Nadat de heer Geertsema de oorzaak der
werkstaking had vernomen, verklaarde hij,
dat de werkstakers in de zaak volkomen onge
lijk hadden, en ried hij de heeren Ter Kuile
Morsman aan, in geen geval aan hun eischen
toe te geven.
Door de gezamenlijke fabrikanten weid beslo
ten vereenigd op te treden en de volgende maat
regelen te nemen
lo. Datdoor geen der fabrikanten, gedurende
de werkstaking, loonsverhooging mag worden
gegeven.
2o. Dat het collecteeren in en om de fabri-
ken ten behoeve der werkstakers ten strengste
zal worden verboden en dat degene, door
wiens bemiddeling dit geschiedt, dadelijk uit
den dienst zal worden ontslagen.
3o. Dat, indien een arbeider zijn dienst
mocht opzeggen, hij bij geen der werkge
vers weder in dienst zal worden genomen
en dat zijn plaats niet weder zal worden aan
gevuld.
De werkstakers houden zich rustig, hetgeen
voor een deel is toe te schrijven aan de tegen
woordigheid der maréchausées.
Gisteren-ochtend is te Enschedé een blok
huizen van 3 woningen, toebehoorende aan
S. S.,- in brand geraakt en voor het grootste
gedeelte verbrand. Zoowel huizen als inboedels
waren verzekerd.
Te Vechel is eergisteren-avond de boer
derij, bewoond door P. Ketelaars, geheelaf-
gebrand.
Het vee werd, op een varken en eenige
kippen na, gered, hetgeen ook het geval was
met het grootste gedeelte van den inboedel.
De beteekenis van het deelnemen door
het Fransche gouvernement aan hetBerlijn-
sche Congres is hier overmatig vergrooten
de ophef der vaderlandsliefde, gemaakt bij
de stemming van het votum van Vertrouwen,
tengevolge der dwaze interpellatieLaur
aan den minister Spuller geschonken, had
inderdaad iets belachelijks en was allerminst
even misplaatst als het eensklaps verdwijnen
van den minister Constans, omdat hij een
zijner gunstelingen niet benoemd kon krijgen.
Dat is alles, zooals men dit al te dik
werf hier ziet, niet ernstig, en de verwach
ting schijnt mij dus niet ongegrond dat die
besprekingen der arbeiders-kwestiën te Ber
lijn ook al zeer weinig practisch nut zullen
hebben. De Franschen zijn nog altijd onge
rust dat op dit Congres een voorstel tot al-
gemeene ontwapening zal te berde gebracht
worden; en hoewel men den oorlog niet wil,
kan men echter de gedachte niet verdragen
de twee verloren provinciën, als eene gun
stige gelegenheid zich voordeed, niet terug
te kunnen nemenen daar men vreest dit
nooit, zonder er om te vechten, zal kunnen
geschieden, zoo is het leger, hoe kostbaar
ook, hun eenige hoop. Ontwapening klinkt
hen te veel naar een stilzwijgend kapitu-
leeren en ik verzeker de Duitschers, dat dit
gevoel in geen enkel Fransch hart te vin
den is.
Zaterdag had in de Kamer een zeer aardig
incident plaats. De heer de Baudry d' Asson,
de bekende royalist, had het woord over
een bestraffing hem in de vorige zitting op
gelegd, en van die gelegenheid gebruik ma
kende, las hij het artikel 135 van het regle
ment voor, waarin bepaald wordt, dat de
President de politie in de Kamer uitoefent.
»Een kiezer uit de Vendée. zoo ging hij voort,
«die de verkozenen des volks had willen zien
«en ook die leden die dit niet zijn en er
»toch zitten (men lacht) heeft men hier niet
«toegelaten, omdat hij en blouse gekleed
«was. Dit is des te onverklaarbaarder, nu wij
«onder een régimedêmacrotique (uitbarsting
«van gelach) leven, waar gelijkheid voor een
«ieder regel moest zijn. Een onzer collega's,
«de lieer Thivrier, zit hier, zooals zijn recht
«is, en blouse. Waarom mag hier een kiezer
«niet hetzelfde costume dragen als een ver-
«kozene Het spijt mij toen niet op de ge-
«dachte gekomen te zijn, mijn jas aan den
«bezoeker aftestaan, die zoodoende geen
«nuttelooze reis zoude gedaan hebben,
«daar ik in zijn blouse s' Lands belan-
«gen had kunnen waarnemen en er dus
«niemand iets bij verloren had." (nieuw ge
lach.) De president Floquet beloofde, dat
zoo iets niet meer voor zal komen en het
incident was hier mede gesloten.
Jongstleden Yrijdag-avond tegen zes uren
kwamen een garde républicain te paard
voor de groote poort van de gevangenis der
Roquette. Uit een lederen tasch haalde hij
een brief, die voor den directeur der gevan
genis, den heer Beauquesne, bestemd was. De
enkele voorbijgangers die deze officieele
brievenbesteller hadden opgemerkt, begrepen
al zeer spoedig, dat deze tijding de terecht
stelling beval der twee jeugdige moordenaars
Ribot en Jeantroux, twee-en-twintig en
achttien jaren oud, die de 75-jarige weduwe
Kuhn in de Rue Bonaparte lafhartig dood
den. Het bericht had spoedig zijn weg ge
maakt, want toen in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag de guillotine op de place de la
Roquette werd opgesteld, was er een groote
politie- en militaire macht noodig, om de
toegestroomde menigte, belust op dit akelig
schouwspel, tegen te houden. Bij het aan
breken van den dag, die door de vogelen in
de boomen voor het plein met zang begroet
wordt en die voor zoo velen een eerste
zoele dag vol hoop en de naderende lente
zal worden, betraden bij de nog zwakke
stralen der opkomende zon de twee jeugdige
boosdoeners het schavot en betaalden met
hun hoofd hun kort doch reeds zoo misdadig
leven. Hun jeugd had den President eerst
doen aarzelen om hun doodvonnis te onder
teekenen doch hunne antecedenten waren
even schandelijk als hunne misdaad wreed
en hun cynisme walgend was, en dus alle
genade onmogelijk maakte.
De voornaamste kunstenaars der nieuwe
Soeiéte Nationale des beaux arts, die hunne
salon in het paviljoen der schoone kunsten
van het Champs de Mars zullen houden,
zijn Meissonier, Dagnan-Bouveret, Duez, Roll,
Courtois, Jeanniot en Gervex.
Meissonier zal een schilderij zenden de
Generale Staf voorstellende, Het is het te
genovergestelde van zijn meesterstuk getiteld
1807; op den achtergrond den Veldslag met
de Staf op den voorgrond. Dagnan-Bouveret
beloofde zijn Réservistes, een straat door
trekkende, en die hij thans in Franclie
Comte voltooit. Verder stelt hij nog een
portret ten toon.
Duez zendt het portret van zijn leerling
Georges Hugo, de kleinzoon des dichters die,
zoo het schijnt, een pastelteekenaar van goeden
aanleg moet zijn. Verder nog eenige zee
stukken en een genrestuk le café sur la
t errasse.
Roll zal zijn aandeel ook leveren. Twee
beroemde Parijsche Tooneelspelers Mme
Jeanne Hading en Mr. Coquelin cadet, de eerste
in bal-costume en de tweede een monalogue
voordragende. Als een der oprichters der
nieuwe vereeniging had hij een groot stuk
willen zenden, waaraan hij nu arbeidt en dat
hem door den Staat is opgedragen,jdoch hetwelk
niet voor 1891 voltooid kan zijn. Het is het
feest van den 5n Mei 1889, in herinnering der
Etats généraux van 1789, te Versailles ge
vierd. Het doek, dat niet minder dan tien
meters breed zal zijn, vertoont de president
der Republiek, de hoofdofficieren, hooge
rechtspersonen, senatoren en afgevaardigden,
en is bestemd in het museum van Versailles
geplaatst te worden.
Courtois zal er een decoratief paneel heb
ben, dat voor de foyer van het Odéon is be
steld en Jeanniot brengt er een genrestuk
«les Vieux" genaamd.
Boirnat, die bezig is Mr. Carnot te schil
deren, zal dit portret in de gewone salon van
het Palais de VIndustrie tentoonstellen
deze groote meester is dus aan de oude club
getrouw gebleven.
De meeste mode-magazijnen kondigden
hunne tentoonstellingen van het nieuwe sei
zoen met de gewone reclame en drukte aan.
De zomer-toilletten der dames beloven zeer
bevallig te zullen zijn. Niets dan barège,
ruiten, strepen, effen en in alle kleuren.
Men zal deze stof in de meeste verschillende
vormen gebruiken, doch die op de antieke wijze
gedrapeerd, zal de voorkeur hebben. In alle
stoffen zal het wit domineeren. De mantels,
aan eene zijde geplooid en van grove stoffen
vervaardigd, zullen over een schouder gewor
pen worden gedragen, hetgeen mij nog al
ongekleed en zeker voor de zeebadplaatsen
het best geschikt voorkomt. Bij het coiffure
wordt het haar steeds lager gedragen, zeker
met het oog op de groote platte stroohoeden
vol bloemen, die dezen zomer in smaak zullen
blijven. De lage verlakte schoenen met
zwarte kousen zijn evenzoo nog altijd in zwang
tot groote vreugde en voordeel der omnibus-
en tramway-maatschappijen en der hier soms
zoo onaangename fracre-koetsiers.
Fidklius.
Parijs, 1/13 Maart 1890.
De oud-strijder bij den slag van Waterloo,
IJ. Labordus, te Sneek, is overleden in den