In vrije uren. B I N N E N L A N 1). FEUILLETON. Mijnheer Jan Rijkaard beklimt een andere ladder. [TALIE. Over de oprichting van een monument voor Mazzini beraadslagende, heeft de Kamer na eene rede van Crispi, die Mazzini den grootsten factor bij het tot stand komen der Italiaansche eenheid noemde, de motie van Nicotera, waarbij de Regeering zich had aangesloten, aangenomen. Ook de uiterste linkerzijde stemde daarvoor, nadat zij uit drukkelijk hare reserve had gemaakt. Schiedam, 21 Maart 1890. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 20 Maart. De behandeling van de belastingvoorstellen Borgesius c. s. werd heden in de Tweede Kamer voortgezet. De heer Heemskerk verklaarde zich nader tegen deze ontwerpen, omdat zij niet tengevolge zullen hebben de ontlasting van arbeid, nijverheid en landbouw. De heer Schaepman zag in deze ont werpen slechts een middel van de liberale partij om zich te verstaan over een pro gramma van belastinghervorming. Dit is echter onvolledig en kan onder de bestaande politieke toestanden tot niets leiden. Van de Regeering verwachtte hij afschaffing of vermindering van zout- en zeepaccijns, met een belasting op het roerend vermogen tot aequivalent. De heer Do me la Nieuw en huis ver klaarde zich tegen deze ontwerpen, die niet radicaal genoeg zijn. Hij wilde een progres sieve inkomsten- en successiebelasting, des noods met confiscatie van de bezittingen der vermogenden, die zich aan de belasting moch ten willen onttrekken. De heer Hub er had vooral bezwaar tegen een Rijks-inkomsten-belasting naast de plaat selijke hoofdelijke aanslagen, die toch reeds zoo zwaar drukken, terwijl de aequivalenten zelfs den boer niet baten. Op de regeling der gemeente-financien komt het aan. Die plicht rust op de Regeering. De heer Lamb rechts bestreed de ont werpen vooral, omdat zij het grondbezit niet verlichten en dus niet billijk en rechtvaardig werken. De heer Rutgers wilde de accijnsen af schaffen tegenover een inkomstenbelasting, maar het patent behouden, de patentwet ver beteren en de inkomsten uit handel en nijver- 38) XII (Slot.) Het is Zondag-ochtend. Mijnheer Jan Rijk aard, voorspoedig hersteld van zijne gevaar lijke ziekte, zit weder op zijne gewone plaats in de kerk, nu aandachtig luisterend naar de onderrichting die door den priester over den hoogmoed, de eerste der zeven hoofdzonden, gehouden wordt. »De ware grootheid, waar naar de mensch mag en moet streven, zoo j zegt de priester, is deze: groot te worden in de oogen van God, Die in het verborgen ziet en den adel kent der zielen, zoowel van den geringe, als van den aanzienlijke dezer aarde. Dien zielenadel bereikt men en kan men immer luisterrijker maken door de daden van deugd, die gesteld worden niet om te schitteren voor het oog der wereld, maar met de heilige bedoeling, om God te dienen en zich immer meer gelijkvormige!' te maken aan het goddelijk Toonbeeld Jezus ChristusDe wereld heeft een anderen maatstaf, waar mede zij de menschelijke grootheid afmeet. Voor haar zijn het bezit, de rang, dien iemand inneemt, het ambt, de waardigheid, die een mensch vervult, als de gewichten, waarmede zij op hare weegschaal de grootheid van een mensch afweegt. Niet aldus hij God! Inde schatting van God wegen de deugden des rnenschen! De arme, de geringe mensch is in Gods schatting groot en aanzienlijk, wan neer slechts de daden zijner deugden groot en wichtig zijnen naar gelang die daden beid niet dubbel treffen. Tegen de thans voorgedragen inkomstenbelasting bestaat het bezwaar van het meerekenen der inkomsten uit den grond nog altijd eenigszins. De beraadslaging zal heden worden voort gezet. Nu gisteren de Tweede Kamer de nieuwe pensioenregeling heeft aangenomen en naar alle waarschijnlijkheid ook de Eerste Kamer daaraan weldra haar zegel zal hechten, mag men deze belangrijke aangelegenheid als afge daan beschouwen. De strijd, welke gevoerd is om het zoo ver te brengen, heeft ruim 15 jaren geduurd. De bezwaren welke bij het onderzoek in de Tweede Kamer werden geopperd, zijn gelukkig uit den weg geruimd, en de Minis ter verleende tevens zijn medewerking om de beperkende bepalingen van zijn eerste ontwerp ten opzichte van de weduwen en weezen van reeds geperisionneerde en overle den ambtenaren ruimer te doen stellen. Een warme strijd werd over deze uitbreiding sedert een jaar gevoerd, maar is, dank zij voOi al aan den onverflauwden ijver van de hoogleeraren prof. Van Pesch en Van Geer, geëindigd met de zegepraal dergenen, die zich niet door vrees voor mislukking van de geheele zaak lieten weerhouden voor de bil lijkheid op te treden. Wordt de regeling, die thans door de Tweede Kamer is goedgekeurd, gelijk te verwachten is, weldra tot wet verheven, dan zullen duizenden ambtenaren zich verheugen en met dankbaarheid de mannen herdenken, aan wier onverflauwden ijver zij een niet te versmaden verbetering, vooral in het be- lang hunner vrouwen en kinderen te danken hebben. (D, j\\) De Gemeenteraad alhier zal Maandag aanst., des namiddags ten kwartier voor twee uren, eene openbare vergadering houden ter behan deling van de volgende onderwerpen Ingekomen stukken, waaronder: Tweede suppletoir-kohier der PI. Dir. Belasting, dienst 1889Vier ontwerp-besluiten tot wijzi ging der gemeente-begrootingen voor 1889 grootscher en heldhaftiger worden, stijgt hij in de schatting Gods en wordt hij van groo- tere waardij in de weegschaal, waarin God de grootheid des menschen afweegt. En in die weegschaal Gods heeft de aanzienlijke dezer wereld slechts dan waarde, wanneer hij het aanzien, dat hij onder zijne medemen sehen geniet, als middel gebruikt, om de daden van deugd te stellen, die eer geven aan God en heil brengen aan zijne mede- menschen." Mijnheer Jan Rijkaard, aandachtigde woorden des priesters volgend, heft onwillekeurig even zijne oogen op en zijn blik boort door de rijen der menschen tot daarachter in het ruim der kerk, waar hij immer gewoon was, zijn Pieter, dien stumper, te aanschouwen. Maar helaasdiens plaats is aangevuld door een ander, ook op het oog een onbeduidende manen toch, wie weet misschien een evenknie van zijnen trouwen Pieter. Als hij denkt aan zijnen Pieter, worden zijne oogen vochtig. God is zijn getuige! als hij met de helit van zijn schatten het leven van zijnen Pieter kou redden, hij zou niet aarzelen. En uit zijn hart stijgt eene verzuchting op tot God, opdat hij het leven sparen moge van den man, die zijn bloed en zijn leven veil heeft gehad voor hem. Zijne oogen wendt hij naar boven, naar de hooge gewelven, en in zijne verbeelding rijst achter uit het ruim, waar Pieter gewoon was des Zondags te bid den, weder een reusachtige ladder op, die reikt tot de hooge gewelven der kerk. Langs de sporten van die reusachtige ladder ziet hij er velen opstijgen naar boven, naar de hooge gewelven rijken en arrnen, geringen en aan zienlijken. Enkelen slechts van hen herkent hij. zijne vrouw, zijne dochter al hooger en honger, maar boven op de hoogste sport van de ladder zijnen Pieter, omstuwd van enge- en voor 1890. Rapport der Commissie voor de herziening der PI. belastingen, op de missive van den heer Elzevier Dom be treffende diens ontwerp-verordening op de heffing van Straatgeld Rapport der Fi- nancieele Commissie op de rekening der Kamer van Koophandel over 1889. Welke stuk ken zijn ter visie gelegd, ten einde te worden behandeld. Onderzoek der geloofsbrieven enz. van de nieuwbenoemde raadsleden, de heeren D. F. W. Prins en H. Swart. Ont- werp-verordeningen op de heffing van plaatse lijke belasting, onder den naam van «Straat geld" en van «Spuigeld" met de daartoe betrekkelijke rapporten van de Commissie voor de plaatselijke belastingen. Reke ning over 1889 wegens het beheer der fond sen herkomstig van de vernietigde gilden alhier. Rekening over 1889 der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier. Adres van de afdeeling Schiedam van de maatschappij, tot bevordering der geneeskunst, om aanschaf fing van een raderbrancard. Adres van N. Van der Sluis om toekenning eener gratificatie als in vorige jaren. Benoeming der leden van vaste raadscommissiën. En verdere voorstellen en mededeelingen. Door den minister van justitie is tot de procureurs-generaal fungeerende directeuren van rijkspolitie, een schrijven gericht, waarbij voorschriften worden gegeven, voor de rich- tige handhaving van de wet van 23 Juni 1889 (Stbl. no. 82), houdende bepalingen tot voorkoming van bedrog in den boterhandel. Naar de N. R. Ct. verneemt, kan spoedig de benoeming worden te gemoet gezien van eene staatscommissie, bestaande uit opper en hoofdofficieren van zee- en landmacht, om de regeering voor te lichten en van raad te dienen in gewichtige defensie-aangelegenhe den, voornamelijk betrekking hebbende op Neerlands kust, havens en stroomen, en de toegangen uit zee. Naar aanleiding van 's Koningsverjaardag hield de consul-generaal der Nederlanden te Pretoria, de heer Bergsma, groote receptie, len, die juichen en gereed staan om hem op 1 te heffen van de ladder en hem in hunmid- I den weg te voeren van de aarde, naar den Hemel, naar God 1 Nog nimmer heeft mijnheer Jan Rijkaard zoo vurig gebeden, als hij dezen ochtend bidt voor zijnen Pieter ja, maar vuriger nog voor zich-zelven. De gebeurtenissen van de laatste weken hebben een diepen indruk op zijn hart gemaakt en een verlangen, dat in zijne ziel in de laatste dagen onbestemd nog, maar rusteloos toch voorwoelde, uit hij nu en brengt hij in woorden, als hij nedergeknield voor het altaar de innige bede opzendt tot God »hij moge de overige jaren van zijn leven een ander, een beter mensch worden in de schat ting van God." In zijn huis wedergekeerd drukt hij zijne dochter aan zijn hart, terwijl hij zegt: «Mijn eerste bezoek bracht ik aan God in de kerk kom, mijn kind, vergezel uwen vader, mijn tweede bezoek zal aan mijnen vriend Pieter zijn; en alkan ik dan zijn leven niet redden, dat ik dan ten ministe ook van hein leere, hoe een edel man sterven kan." Mijnheer Jan Rijkaard heeft zijnen vriend Pieter zien sterven. Zielsbedroefd heeft hij gestaan aan het sterfbed van zijnen trouwen knecht. Maar als hij huiswaarts keert aan de zijde van zijne dochter, dan openbaart hij aan zijn kind, wat er omgaat in zijne ziel. Een ander, een beter mensch wil hij worden. Zij moet hem op den weg geleiden, die hem tot een nuttig man zal maken. En spoedig voert Marie Rijkaard haren vader binnen in dat uitgestrekt veld der christelijke weldadigheid. Zij brengt haren vader in de woningen der ar men en leert hem, hoe hij spreken, hoe hij om gaan moet met de ongelukkigen dezer wereld. Hoe inniger zijn omgang wordt met de armen, hoe juister en edeler ook hij denken

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2