13e Jaarg. Vrijdag 28 Maart 1890. No. 3645. VERSCHIJNT DAGELIJKS. algemeen overzicht. Bureau: Boterstraat, E 39. Prijs van dit Blad NIEUWE SCH "Voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 Franco per post door geheel Nederland 2.00 Afzonderlijke Nommers0.05 Het auteursrecht vau tien inhoud dezer courant is ver zekerd volgeus de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.Ï) imimyliiiiiMadl Prijs der Advertentiën Van 16 regelsƒ0.60 Elk gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 27 Maart '00. Ue internationale arbeidsconferentie vor dert met hare werkzaamheden in zeer be vredigende mate. De drie commission (voor mijnwezen, Zondagsrust en kinder- of vrou wenarbeid moeten reeds eergisteren met haar beraadslagingen in eerste lezing zijn hijeen- gekomen, zoodat heden of morgen in tweede lezing allicht de definitieve redactie harer voorstellen kan worden vastgesteld, waarna door de conferentie in pleno tot beraadsla ging en stemming kan worden overgegaan. In den Reichsanzeiger werden gisteren de brieven openbaar gemaakt, die nog onder het ministerieele contrasegn van Bismarck tusschen den Keizer en den Paus gewisseld zijn betredende de conferentie over het ar beidersvraagstuk. De Keizer schrijft aan de Paus (het is de Fransche tekst dien de Reichsanzeiger mededeelt) onder dagteeke- ning van 8 Maart »Zeer verheven Opperpriester, de edele woorden, waarmede Uwe Heiligheid altijd haren invloed heelt doen gelden ten gunste van de armen en veriatenen der maatschappij, geven mij de hoop, dat de internationale conferentie, die op mijne uitnoodiging den 15 dezer maand te Berlijn zal bijeenkomen, de belangstelling Uwer Heiligheid zal ver dienen en dat zij den loop der beraadsla gingen, die strekken om het lot der werk lieden te verbeteren, met sympathie zal volgen. Uit dat oogpunt acht ik het mijn plicht aan Uwe Heiligheid het programma te doen toekomen, dat tot grondslag dient van de werkzaamheden der conferentie, wier weislagen hijzonder bevorderd zou worden, indien Uwe Heiligheid haren weldadigen steun wilde verleenen aan het menschiievende werk dat ik ondernomen heb. Ik heb mits dien den prins-bisschop van Breslau, die, gelijk ik weet, doordrongen is van de ge voelen^ Uwer Heiligheid, uitgenoodigd in hoedanigheid van mijn gemachtigde deel te nemen aan de conferentie. Ik maak van deze gelegenheid gaarne gebruik om Uwer Heiligheid de betuigingen mijner persoonlijke achting en mijner toewijding te herhalen." Leo XIII heeft daarop onder dagteeke- ning van den 15n in een grooten brief toe stemmend geantwoord. Z. H. hoopt, dat de werkzaamheden der conferentie vruchtbaar zijn, en hij stelt zeer uitvoerig in het licht, dat daarvoor de machtige hulp van den gods dienst en de weldadige werkzaamheid der Kerk vereisclit worden. In sommige krin gen gelooft men, dat de Regeering door de openbaarmaking dezer brieven het Centrum gunstig voor de Regeering heeft willen stemmen. Een nieuw bewijs van toenadering van Duitschlaud tot het Vaiicaan heeft generaal Caprivi gegeven door een telegram aan den Pruisischen gezant bij den II. Stoel. De nieuwe kanselier spreekt daarin den wensch uitdat de vriendschapsbanden tusschen Duitschlaud en liet Vaticaan nauwer worden aangehaald. Men verzekert dat keizer Wilhelm geheel een eind aan den Kulturkampf wil maken. De eenige moeilijkheid voor de over eenstemming tusschen de Pruisische regee ring en het Centrum is hierin gelegen, dat het laatste als minimum de loyale toepas sing der waarborgen wet in Italië eischt. Caprivi's benoeming tot Pruisisch ministei van buitenlandsche zaken heeft niets te maken met de benoeming van een opvolger van graaf Herbert von Bismarck. Den Pruisischen minister van buitenlandsche zaken is het alleen ten taak gesteld over de binnenland- sche rijkspolitiek met de andere Duitsche bondstaten te handelen en het Pruisisch gezantschap bij het Vaticaan te leiden. De heer Vou Alvénsloben, wiens benoeming als opvolger van. den jongen Bismarck als zeker werd beschouwd, heelt voor de benoeming bedankt. AMERIKA. President Harrison heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarin hij een ieder Waarschuwt tegen het vangen van robben en het dooden van andere bontdieren in Alaska en de Behringzee. Het Huis van afgevaardigden der Unie heeft een voorstel aangenomen, waardoor de wereldtentoonstelling te Chicago wordt uitgesteld tot Mei 1893. DUITSCHLAND. Gisteren-morgen te omstreeks half elf uren heeft Bismarck zich naar het keizerlijk paleis begeven, om persoonlijk van den Keizer af scheid te nemen. Zoowel voor zijn paleis in de Wilhelmsstrasse als op den weg Unter den Linden tot aan het keizerlijk paleis stond eene talrijke menigte, die den voorbij rijdenden oud-kanselier begroette met blijken van eerbiedige hoogachting. Bismarck droeg de historische witte kurassiere-uniform met den breeden gelen band der orde van den Zwarten Adelaar. Hij zag er zeer opgewekt en flink uit en beantwoordde door het geopende portierraam alle groeten ten vriendelijkste. Verscheidene dames wierpen hem bloemen toe. Eenige minuten na den oud-kanselier kwam de Keizer, die een wandel rit gemaakt had, in het paleis aan. Keizer en oud-kanselier hadden daarop een onder houd, dat ongeveer een uur duurde, waarop Bismarck ook van de Keizerin en de jeugdige prinsen afscheid nam. Intusschen had zich, bij het heerlijkste voorjaarsweder, eene groote menschenmassa verzameld voor het paleis, die met de grootste spanning het terugkeeren van den oud-kan selier verbeidde. Toen Bismarck tegen twaalven weder verscheen, weerklonk een daverend hoezee-geroep door de lucht. De eenvoudige equipage van den oud-kanselier werd letterlijk bestormd en de paarden schenen door het oorverdoovend gejubel schichtig te worden de menigte wierp zich haast tusschen de paarden, zwaaiend met hoeden en zakdoeken en tot op de treden van het rijtuig klimmend. Op de paleisbrug moest het rijtuig stilhouden en Bismarck uitstappen. Aanstonds was hij door eene samengepakte menigte omringd en moest hij met de omstanders tallooze malen een hand druk wisselen; onder daverende jubelkreten werden hem frissche bloemen uitgereikt hij ging toen met de woorden »Neen, dat mag niet gebeuren", persoonlijk tegen, dat de paarden voor het rijtuig afgespannen wer den. Voor het nabij gelegen zoogen. Nederland- sche paleis, waar thans de groothertog van Baden woont, waai' Bismarck uitstapte, om ook den groothertog een afscheidsbezoek te brengen, herhaalden zich dezelfde tooneelen. Bismarck was terstond door eene talrijke menigte omringd. De Berlijnsehe correspon dent der N. R. Ct, die hier ooggetuige was, zegt dat eene tallooze menigte van allerlei rang en stand Bismarck als een jubelenden drom omringde, hem dreigde op zijne groote kurassierslaarzen te trappen, de uniform van het lijf te scheuren en plat te drukkeneen burgerman riep als razend den oud-kanselier toe: »Tot weerziens, doorluchtige prins, tot weerziensOnophoudelijk klonk het HochHocli op jubelenden toon en Bismarck kon ternauwernood meer de hand aan de militaire muts brengen. Dames wier pen hem hare bloemruikers toe of trachtten hem hunne rozen op te dringen. Toen de menigte ook hier de paarden wilden uitspan nen, zorgden de bedienden van den prins zoo gauw mogelijk de naburige toegangs poort van het paleis van keizerin Frederik binnen te rijden en de ijzeren deuren te sluiten. ENGELAND. De heer Somervelt, conservatief, is met eene meerderheid van 130 stemmen tegen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1