BINNENLAND.
ST. LID UI NA-F EESTEN,
verblijf te Sofia gedurende twee dagen in
den vorigen herfst, met geen der politieke
personen bijeenkomsten gehad en kon dus in
het komplot-Panitza niet betrokken zijn
aldus meldt men uit Petersburg.
OOSTENRIJK—HONGARIJE.
In de conferentie der Czechische en Duit-
sche gedelegeerden beeft graaf Taafle ge
constateerd, dat de vergadering van hare
volle instemming heeft doer, blijken met de
regeeringsontwerpen betreffende de land
bouwraden, de schoolraden, de indeeling der
gerechtelijke kantons, en de regeling van het
schoolwezen ten behoeve van de kinderen,
wier nationaliteit in de gemeente minderheid
is. Ten slotte gaf de minister van zijn voor
nemen kennis, een kiesrechts-ontwerp in de
aanstaande Mei-zitting in te dienen, waarin
rekening gehouden zal zijn met de meenin
gen, door beide partijen in de conferentie
ontwikkeld.
SPANJE.
Generaal Salzedo (die een brief openbare
heeft gemaakt, waarin hij instemming betuig
de met den inhoud der door generaal Daban
verspreide circulaire) is met twee maanden
vestingarrest gestraft.
Generaal Daban is Dinsdag naar een kas
teel in de omstreken van Alicante vertrok
ken, waar hij zijn twee maanden arrest zal
doorbrengen. Hij is op zijn eerewoord zonder
geleide daarheen vertrokken. Een duizend
tal personen, waaronder de generaals Mar
tinez Campos en Iovellar en een menigte
officieren, waarvan eenigen in uniform, deed
de generaal op het perron uitgeleide. Het
burgerlijk element was vertegenwoordigd
door conservatieve senatoren en afgevaar
digden.
Toen de trein zich in beweging zette werd
een »leve generaal Daban 1" aangeheven,
wat door den generaal met een »leve de
Koning 1" beantwoord werd.
Schiedam, 18 April 1890.
Zondag a. s. zal vanwege de Schiedamsche
cricketclub sllermes" in het exercitieveld al
hier een onderlinge wedstrijd plaats hebben. De
prijzen daarvoor uitgeloofd zijn afdeeling
seniores: le prijs zilveren medaille, 2e prijs
bronzen medaille, 3e prijs diplomaafdeeling
junioresle en 2e prijs voorwerpen, 3e prijs
diploma. De beide 2e prijzen zijn uitgeloofd
door het Bestuur. De wedstrijd zal te half tien
een aanvang nemen.
5 April 18110 17 April.
Parochie van den H. Joannes den Dooper.
Met eene buitengewone luistervolle plech
tigheid is gisteren het Triduum in de St. j
Jans-kerk gesloten. Nadat de Litanie der
H. Liduina was gebeden, werd liet plechtig
Lof gecelebreerd door Z.Exc. den Apostolischen
Internuntius, mgr. Aristide Rinaldini, die
daarbij geassisteerd werd door de weleerw.
paters: Raym. Meijer, kapelaan te Neerbosch,
en G. A. Meijer, prof. in het klooster te
Nijmegen, terwijl de heer F. Jansen, theo
logant te Warmond, de functie van ceremo-
niarius vervulde. Een dertigtal priesters
knielden verder nog bij het hoogaltaar,
waaronder wij de hoogeerw. Abt met de
twee bekende paters van de orde der Wit-
heeren van Premonstreit, de hoogeerw.
Provinciaal der Dominicaner-orde, de secreta
ris van den Apostolischen Internuntius, l'abbé
Bovieri, de beide Pastoors dezer stad, en
geestelijken der beide parochiën bijzonder
opmerkten.
Onder het Lof werd de feestrede gehouden
door den weleerw. pater Nieuwenhof, van
de orde der Jezuïeten, naar aanleiding van
den tekst in het Boek der Gezangen 112.
Fasciculis myrrhae dilectus mens mihi. Mijn
welbeminde is mij een bundel van bittere
kruiden. Met aarzeling zetten wij ons neder
om van deze prachtige rede een korte schets
te geven immers den rijkdom van gedachten,
de schoone beelden, de prachtige taal van
dezen door geheel Nederland gevierden re
denaar weder te geven, gaat onze krachten
te boven. Treffend was reeds het begin de
zer over schoone rede Toen de Heer Jezus
aan het kruis stierf, verdeelden de soldaten
van den Romeinschen landvoogd onder el
kander Zijne kleederen maar over het opper
kleed, als zijnde een stuk zonder naad, wier
pen zij het lot, opdat het in zijn geheel zoude
blijven. Zoo ook doet de Heer: den een geeft
Hij voor zijn deel der aardsche loutering ar
moede, een ander lichaamssmarten, een derden
verguizingen, een vierden beproevingen van
verschillenden aard; maar aan Liduina
viel het kleed zonder naad ten deel. Zij
leed al deze smarten te zamen, zoodat
zij met recht mocht uitroepen nmijn wel
beminde is voor mij een bundel van bittere
kruiden."
In het vervolg zijner rede ontwikkelde
spr. deze gedachte door eene schets vn het
leven der H. Liduina; in schoone taal schetste
ons de gevierde spreker, hoe het kind, dat
in hare godvrucht tot de A. H. Maagd zulk
eeri hemelsch genot smaakte, gelijk werd aan
die Koningin der Martelaren. Hij gewaagde
van hare eerste lijdensjaren, maar ook van
haren eersten harden strijd, toen ook zij
ondervond hoe zwaar het lijden den mensch
valt. Maar in dien harden strijd bleef Gods
hulp niet uit. De Vader, die haar zoo zeer be-
j proefde, zond haar een dier mannen, die het
vermogen bezitten het menschelijk hart te
treffen. Liduina's biechtvader, Johannes Pot,
leerde haar lieur lijden met het lijden van
Jezus te vereenigen en ter Zijner liefde te
dragen. En daarna kwam hare Heer en
Bruidegom-zelf. Hij-zelf heeft gesproken en
haar kracht en troost in het lijden gegeven
en omdat zij nu met Jezus leed, was het
lijden haar zoo dierbaar, dat zij in waarheid
uitriep, dat, koude zij door het bidden van
een enkel wees-gegroet hare kwalen doen
ophouden, zij het niet zou bidden. Hare wel
beminde was haar een ruiker van bittere
kruiden geworden en zij drukte dien aan
haar hart.
Na eene uiteenzetting van dat vreeselijk
lijden der eerste jaren, stelde spr. de vraag
kon Liduina nog meer lijden Ja, antwoordde
de feestredenaaf, zij kon nog iets gebruiken
en zie jaren lang was zij niet in staat iets
anders te nuttigen dan de H. Communie. Zij
lag nog op een bed, en zie: zij kwam te lig
gen op stroo, op een plank. Zij gevoelde in
haar hart liefde voor hare bloedverwanten en
ook onder dit opzicht moest zij lijdenhare
bloedverwanten werden haar den een na den
ander ontnomen en zij verdubbelde hare
boetplegingen om hun zielelijden te vermin
deren en hun de kroon des levens te doen
verwerven. Ook hare kroon was bereid, maar
er ontbraken nog eenige parelen aan. Toen
sprak Liduina fleer ik ben bereid met U
te gaan waar gij gaat, met U te lijden en
te sterven. En de Heer voerde haar op en
deed haar de plaatsen zien, waar Hij leed
en stierf. Meer nog Hij drukte zelf de won
den die Hij voor ons heil in Zijn heilig
lichaam had ontvangen, in haar vleesch. En
toen zij na dit liefdebewijs van haren Heer
en Bruigom ook zijne verguizing en mishan
deling had geledentoen ook zij door ruwe
krijgsknechten was beschimpt, bespot en
mishandeld, toen was hare kroon nagenoeg
gereed. Maar toch er was nog iets, dat Li
duina niet met Jezus geleder had. Haar
Heer en Verlosser had stervend aan het
kruis uitgeroepenMijn God, mijn God,
waarom hebt gij mij verlatendat gevoel
van verlatend heid had Liduina tot dan toe
nog niet gekend. Ook dat zou zij lijden. De
Heer onttrok zich aan haarbeur eenige
troost, de H. Communie, werd haar onthou
den. Vijf maanden lang zocht zij haren
Jezus tevergeefs. Met recht mocht zij uit
roepen zij hebben mijnen Heer weggenomen
en ik weet niet, waar zij Hem gelegd heb
ben. En toen zij eindelijk den 2n Juli, feest
dag van O. L. Vrouw Visitatie, haar Heer
mocht wedervinder,, toen kwamen andere
smarten haar lijden ten toppunt voeren drie
malen op een nacht werd zij aangetast door
de vallende ziekte, en haar lijden was zoo
groot, dat zich vlagen van krankzinnigheid
bij haar voordeden.
Aldus geheel aan haren Heer en Bruide
gom gelijkvormig geworden, hoorde Liduina
na een lijden van 38 lange jaren de hemel-
sche stem die haar toeriep Liduina, geliefde
zuster, bruid, wilt gij met mij medegaan. En
zij antwoordde Heer ik ben bereid in uwe
handen beveel ik mijnen geest. En de Heer
hief haar op van haar smartbed en zij vloog
haren Jesus in de armen. Zonder eenig tee
lten van haar langdurig lijden lag daar,
door een wonder Gods, haar gefolterd lichaam
geheel schoon ter neder; en zij mocht
haren goddelijken Bruidegom toeroepen »0
Jezus, kroonder maagden, wees gegroet." Haar
lijden was geleden hare strijd met de over
winning bekroond. Na den langen Goeden
Vrijdag was voor haar de blijde Paaschmor-
gen aangebroken. In dit heerlijk beeld vond
de gevierde redenaar aanleiding om zijne
prachtige rede te besluiten met de opmer
king dat de Goede Vrijdag ook voor ons
soms lang kan wezen maar dat, zoo wij wil
len, ook voor ons eenmaal het blijde morgen
rood van Paschen zal aanbreken. Kort is het
lijden van den tijd in vergelijking met de
eeuwige heerlijkheid. Slaan wij onze blikken
ten hemel, waar God de H. Liduina gebracht
heeft en waar Hij ook ons eenmaal bren
gen zal.
Nadat de gevierde feestredenaar aldus zijne
over schoone rede had ten einde gebracht,
werd het Lof voortgezet. Alles werkte mede
om deze sluitingsplechtigheid zoo luisterrijk
mogelijk te doen zijn: Het indrukkend ge
zicht van dat altaar met zijne prachtige ver
lichting en versiering dat groot getal pries
ters, 'twelk daar nederknielde die honderden,
welke de rijk versierde kerk tot in de kleinste
hoekjes vulden en eindelijk de heerlijke zang
van het koorgezelschap, dat de schoonste com-
positiën van kerkelijke hymnen op voor
treffelijke wijze ten gehoore bracht het
vormde alles te zamen een schoon geheel,
dat gewis bij allen die bij deze plechtigheid
tegenwoordig waren, in onuitwischbaar aan
denken zal blijven. Opgewekt klonk dan
ook het Te Deum, den Allerhoogste ten dank,
door de gewelven. Voorzeker de parochie
van den H. Joannes den Dooper heeft een
schoon feest gevierd, onze heilige Schie
damsche Maagd waardig.
Maar over 't algemeen mogen wij met
blijdschap getuigen, dat het katholieke Schie
dam het verwinningsfeest harer heilige Doch
ter op de meest luistervolle en waardige wijze
heeft gevierd. God zij lof en dank, mogen
wij in waarheid zeggen, dat het aloude ka
tholieke geloof nog leeft niet alleen, maar
bloeit in St. Liduina's veste. De geestdrift,
die zich bij deze feesten voor onze heilige
Stadgenoote heeft betoond, is ons daarvoor
ten sprekend bewijs. Onze kerken waren
voortdurend overvolen het waren niet alleen
de Katholieken, die zich daar lieten vinden
deze grootsche feestviering bleek op de an-
dersgezinden niet zonder invloed te blijven.
Velen hunner wei den in onze kerken gezien en
zorgden daar geruimen tijd voor den aan
vang der plechtige godsdienstoefeningen te zijn
om een plaatsje machtig te worden. Van
meerdere andersgezinden mocht men ook
vernemen, dat zij gesticht waren door den
ijver en de godsvrucht door de Katholieken bij
deze feestviering vooral in de kerken betoond.
Eer en dank aan de eerwaarde geestelij
ken, die ons deze feestviering bereid heb
ben, en aan allen, die daartoe hebben mede
gewerkt.
Zoo blijft dan deze feestviering bij ons
allen in onuitwischbaar aandenken. Wij voor
ons achten ons gelukkig door onzen bescheiden