bijvoegsel
Binnenlandsche Berichten.
Ingezonden.
Vissctierij-Bericiiten.
Rechtszaken.
behoorende bij de
van 27 en 28 APRIL 1890.
(Vervolg.)
Burgemeester en Wethouders van Schie
dam brengen, ingevolge art. 5 der Wet tot
regeling van den kleinhandel in sterken drank
en tot beteugeling van openbare dronkenschap
(Staatsblad no. 118 van 1883), ter openbare
kennis, dat bij hen de volgende verzoek
schriften tot verkoop van sterken drank in
het klein zijn ingekomen
lo van Johanna Marijnen, wed. K. van
Gogh, voor het pand aan de Langehaven,
wijk C, no 63
2o van Maria Catharina Berenbrinker,
wed J. W. Vooges, van het pand aan de
Boterstraat wijk D., no. 81.
Heden-ochtend omstreeks negen ure heeft
Cornelis Warner, onderknecht in de stoom-
branderij van de heeren Gebr. van der Vel
den aan de Willemskade alhier, bij het af
slaan van den helm het ongeluk gehad een
zijner beenen deerlijk te verbranden. War
ner had nog de kracht zich naar zijne wo
ning aan de Groenelaan te begeven, waar
hem de eerste geneeskundige hulp werd
verleend. Zijn toestand moet, naar wij ver
nemen, niet al te gunstig zijn.
Naar wij vernemen, is de minister van
oorlog, de kolonel Bergansius, bevorderd tot
generaal-maj oor
De generaal Van der Schrieck is door on
gesteldheid verhinderd de zittingen der Twee
de Kamer bij te wonen.
Men meldt, dat de werkstaking der kolen-
werkers te Amsterdam spoedig ten einde
zal zijn, daar dezen er in hebben toegestemd
de thans nog in het Westerdok liggende
kolenboot op de oude voorwaarden te lossen,
welke tegemoetkoming hunnerzijds waarschijn
lijk zal gevolgd worden door een voor alle
partijen gunstige overeenstemming.
Bij het kort maar hevig onweder, dat eer
gister-namiddag over Middelburg dreef, is de
bliksem in den toren geslagen, zijn weg ne
mende voorbij de torenwachterskamer langs
de trap, waarop zich een der bewakers be
vond, die naar boven ging, vermoedelijk naar
beneden, zonder schade te veroorzaken of
sporen na te laten. Alleen een sterk ruischen
of sissen was merkbaar.
VRIJENBAN. Door de wed. G. van der
Eijk alhier, zijn gisteren de eerste nieuwe
aardappelen naar Rotterdam gezonden.
DEN HAAG, Z. Exc. de internuntius Mgr
Rinaldini en de secretaris der pauselijke
legatie, Mgr Bovieri, begaven zich gistei en
naar Haarlem ter bijwoning van een kerke
lijke plechtigheid aldaar.
UTRECHT. Donderdag den 15n Mei zal
de afdeeling van de Vrouwen-Congregatie der
St.-Dominicuskerk alhier haar 25-jarig be
staan luisterrijk herdenken. Bij die gelegen
heid zal de parochie-kerk buiten gewoon fraai
versierd wezen.
PERNIS. Door den gemeenteraad is tot
wethouder benoemd de heer J. C. Speelman.
Twee schuiten, eene van den reeder J.
den Breems Azn. en de andere van Jvan
Duin, zijn eergisteren op klaarlichten dag in
de Noordzee tegen elka nder gevarende
schuit van Van Duin bekwam schade aan den
dekbalk, boeg, enz., waardoor zij genoodzaakt
was naar het strand te Scheveningen terug te
keeren. Toch bracht de schuit nog voorf 70
visch mede.
Dezer dagen werd, op grond van uit Indië
ontvangen vertrouwbare berichten door de
Tijd o. a. beweerd, dat de gewezen minis
ter van koloniën, de heer Keuchenius, vóór
zijn aftreden last zou hebben gegeven, om
de twee R. K. geestelijken, voor wier be
zoldiging gelden op de Begrooting voor dit
jaar waren toegestaaan, niet aan te stellen.
Op grond van de meest stellige informaties,
nader uit Indië ontvangen, deelt thans de
heer Van Nunen aan hetzelfde blad mede,
dat mr. Keuchenius in dezen geen schuld
heeft, en dat het lang wachten op de benoe
ming van de twee bedoelde geestelijke alleen
het gevolg is van de omslachtige formalitei
ten, 'aan de afdoening dezer aangelegenheid
verbonden.
De Avondpost meldt, dat de heer H. J.
Bool, lid van de Tweede Kamer en wet
houder van Leiden, zeer ernstig ongesteld
is, zelfs met weinig hoop op herstel.
De heer Ch. Boissevain, hoofdredacteur
van het Handelsblad, herdacht eergisteren, den
dag, waarop hij voor 25 jaar als medewer
ker aan dat blad optrad. Dit jubileum werd
zeer eenvoud.g in huiselijken kring herdacht,
doch uit den aard der zaak heeft het den
jubilaris niet aan gelukwenschen en geschen
ken van vrienden en bekenden ontbroken.
Van Scheveningen zal de eerste schuit
den 6n of 7n Mei ter haringvisscherij ver
trekken. Vóór de helft van die maand zullen
nog een tiental schuiten volgen.
Door de arrondissements-rechtbank te Rot
terdam werden deze week o. a. veroordeeld
M. J. v. d. K., wed. van D. v. d. S., zon
der beroep te Rotterdam, vroeger winkelier
ster te Schiedam, wegens bedriegelijke bank
breuk tot 2 maanden gevangenisstraf.
C. L., vroeger brander te Rotterdam, ter
zake van hetlo het in eene branderij afsto
ken van beslag en grondstof, geschikt om
voor de distillatie een geestrijk vocht op te
leveren, elders dan in de daartoe aangegeven
werktuigen; 2o. het als brander aangeven
van den trek, tot boeten lo f 1616.50, subs,
zes maanden hechtenis; 2o van f2781, subs,
negen maanden hechtenis.
De Hooge Raad heeft beslist overeenkom
stig een arrest van het gerechtshof te Arn
hem, dat bij eene regeling in een faillisse
ment eene vordering wegens polderlasten
bevoorrecht moet worden boven eene vor
dering uit hypotheek.
Iets over* Schiedam.
Het deed voorzeker velen met mij, groot
genoegen toen ik vernam dat heeren Impor
teurs van granen alhier, maatregelen genomen
hebben, om te voorkomen dat hunne granen
van de Oostzee, voortaan te Rotterdam wor
den gelost; dus in het vervolg hier direct
zullen worden aangevoerd.
Ofschoon aanvankelijk door of vanwege Hee
ren Afladers wel zal worden tegengestribbeld,
zal het onmiddellijk gevolg van het vereenigde
optreden der heeren Importeurs zijn, dat de
verloopen vaart op hier ten deele zal weder-
keeren, en misschien weèr zelfs geheel zal
herleven, indien stipt aan eenmaal getroffen
bepalingen de hand worde gehouden. De
belastingen door de scheepvaart aan haven
geld op te brengen, zullen de lasten der bur
gerij dragelijker maken, en een equivalent
gaan worden voor uit te voeren werken, als
waterverversching enz.
Wij zijn dus vermoedelijk thans op het
keerpunt gekomen. Nu, het werd dan ook
meer dan hoog tijd. De scheepvaart ging
met reuzenschreden achteruit, en zou over
zeer weinige jaren wel tot nul gedaald zijn.
In Jan., Febr. en Maart 11. is er hier bijna
geen enkel schip gearriveerd, en terwijl de
werklieden op het Hoofd tot de grootste
armoede vervielen, kwamen er dagelijksch
groote partijen graan per lichters van Rot
terdam de haven binnenvaren., Ik hoop
werkelijk dat dit nu tot het verledene zal
gaan behooren.
In Schiedam heelt men de scheepvaart
steeds stiefmoederlijk behandeld, en schijnt
men maar niet te begrijpen dat scheepvaart
ook welvaart meêbrengt. Ik heb wel stads
bewoners, met overigens gezond oordeel, hoo-
ren zeggen»wat hebben we er aan, of wat
geeft het ons, of er al dan niet schepen op
het Hoofd in de haven liggen." Welnu ik
behoef slechts op Rotterdam te wijzen. Daar
kan men met het geïnde havengeld groote
werken ondernemen, de stad uitbreiden, dok
ken maken. etc. etc.; en hoeveel geld wordt
er door de scheepvaart langs dien indirecten
weg niet in de zakken van leveranciers en
burgers gebracht? om niet eens van arbeids-
loonen te spreken 1
Ofschoon er dus door het gezamenthjk op
treden der heeren Importeurs eene verbete
ring te wachten is, moet er meer gedaan
worden, wil men voet bij stuk kunnen hou
den. Onze haven (de Engelschen noemen
haar creeck ïsloot") is in erbarmelijk verval
len toestand en van onvoldoende diepte. Wie
zich van het eerste wenscht te overtuigen,
beveel ik eene wandeling over den zerk, langs
het Oosterhoofd, aan en ieder die zich daarna
bij laag water per bootje er langs laat roeien,
zal tot de conclusie komen, dat hij, door op
den bazaltmuur te loopen, een gevaarlijken
tocht achter den rug heeft, want de geheele
muur staat in alle bochten, zoodat men tel
kens meent dat die rommel zich in d§ haven
zal storten. Dat er nog geen ongelukken
gebeurd zijn, heeft mij reeds lang verwonderd.
Dan kunnen alleen scheepjes van geringen
diepgang binnen de haven komen, en laatst
was ik getuige dat een stoomschip van 16
voet diepgang door den havenmeester naar
de boeien moest gedirigeerd worden, omdat
er in de haven geen water genoeg stond.
Het op de boeien hier lossen is, en zal,
een groot struikelblok blijveneerstens moeten
daarheen lichters gesleept, volk getranspor
teerd worden, etc. en moet men kosten maken
die allen gespaard kunnen worden als een
schip in de haven ligtten tweede kan men
onder de gunstigste omstandigheden er slechts
op rekenen geregeld te kunnen doorwerken,
's Zomers gaat het nog al, doch zeven maan
den van de twaalf heeft men met regen of
wind te kampen, en dan is een onmiddellijk
gevolg hiervan dat in het geheel niet, of
slechts gedeeltelijk kan gewerkt worden,
waarmede gepaard gaan hoogere lossingskos-
ten, eventueel overleggeld van stoomboo-
ten etc. etc»
Er moet dus, wil men de vaart behouden,
een haven zijn waarin booten en schepen van
niet al te groot charter behoorlijk kunnen
binnenkomen en lossen, met het maken waar
van geen tijd moet verzuimd worden. Zoo
lang er geen inrichtingen en gerieven zijn kan
men ^een vaart verwachten. Laat Rotter
dam lner tot voorbeeld strekken daar heeft
men kaden en havens gemaakt en er is scheep
vaart gekomen. Wat is er hier tot dat doel
geschied? Naar ik verneem, heeft men hier
een plan gemaakt om den ingang van den