FEUILLETON. stede mag zeker wel genoemd worden, dat het stoomship Baltic, kapt. Hasch, van Reval, alhier zijne lading is komen lossen. Een vrij talrijk en zeer net publiek was giste ren-avond in de zaal van »Musis Sacrum" ver- eenigd, waar door de Symphonie-Vereeniging het aangekondigde concert werd gegeven. Als gewoonlijk werd het concert geopend met een symphonie-nummer. De uitvoering van dit toonwerk, eene zeer breed opgevatte compositie van Mendelssohn Bartholdy, was over het algemeen vrij goed maar de intro ductie was gewis veel te sterk, en in het allegro guerriero was het tempo wel wat te langzaamhet adagio cantabile was wel het beste wat wij in dit nummer te hooren kregen. Nu dit orkestnummer was het optreden van mevrouw F. Egmond-Clemens gewis eene gewenschte afwisseling. Deze dame toonde dooi' de uitvoering van de ariette y>La belle Arsèné" de 1' Opéra Comique de M o u s i g n y (1775) over een inderdaad zeer lief geluid te beschikken. Met genoegen maakten wij ook kennis met den heer M. Meerloo, die een paar nummers op de violon d' amour ten beste gaf. Over dit instrument vooraf een enkel woord De violon d' amour is een instrument in vioolvorm, met elf sna ren, waarvan vier koperen onder de zeven anderen liggen de onderste vier zijn mede- klinkende snaren vroeger was die violon een zeer geliefdkoosd instrument, dat echter later op den achtergrond werd gedrongen, doch waaraan door Meijerbeer in de Ilugenooten weder een plaats werd ingeruimd. Tegen woordig begint het weer in den smaak te vallen. Nadat de Berceuse van Simon dooi' den heer Meerloo met veel tact was ge speeld, bleek het reedsjbij de voordracht van de Sere n a d e, welk een lastig en weinig toonhou- dend instrument deze violon d'amour is zelfs het bespelen van deze violon moet reeds een meesterstuk genoemd worden, als men be denkt, dat van de elf snaren er twee te zamen moeten gevat worden. Het moment capricieux (in de tweede afdeeling), evenals de serenade een eigen compositie van den heer Meerloo, bleek er meer op bere- kand om dit eigenaardig instrument te doen uit komen, maar het A b e n d 11 e d van Schnitsler, eveneens voor de violon d'amour gearrangeerd, mocht ons minder bevallen liever hoorden wij dit nummer op de violoncel, waarvoor het oorspronkelijk bestemd was. Van de overige nummers was gewis de uitvoering van D luge (Prélude), een toonwerk van den bekenden Franschen componist Saint Saens, zeer schoon te noemen. Onder de liederen door mevr. Egmond-Clemens in de tweede afdeeling gezongen, beviel ons het Wiegenlied van F. Ries wel het best. In het slotnummer de ouverture i»e Slavenhandel en de Paters van Afrika. DOOR Dr Gr. VAN ZINNICQ BERGMANN. (Op verzoek overgenomen uit de Katholieke 4) Illustratie). (Slot.) Van hun ouders beroofd, door onmensche- lijke beulen weggevoerd, of door hun eigen bloedverwanten of stamgenooten overgeleverd, om als slaven verkocht te worden, wat heb ben zij geleden vóórdat de christelijke liefde zich over hen ontfermde Vooral de geschie denis van een van hen, wien nu, dank de zorgen van pater Jamet, een betere toekomst openligt, is treffend en laat ons tevens die per doordringen in de wreede gebruiken dier Ephigenia of Tauris van Gliick, was de opvat ting zeer juistbij dit orkestwerk bleek het geheel beter dan in het eerste nummer, hoewel de pauken nog wel iets bescheidener hadden kunnen zijn. Over 't geheel heeft ons deze uitvoering der Symphonie-Vereeniging zeer wel voldaan zij toont inderdaad over uitnemende krachten te beschikkenjammer is het gewis, dat het Schiedamsche contingent daarbij niet sierker is. Hopen wij, dat door de ijverige werkzaam heid van den heer Julius Egener te dezer stede, dit in de toekomst zal verbeteren en dat hij nieuwe, jeugdige, frissche krachten zal aanbrengen voor de vereeniging, die hij met zooveel tact steeds tot hoogeren bloei weet te leiden. Voor de akte lager onderwijs zijn gisteren te 's Hage toegelaten, de heeren J. van Meurs, van Schiedam, en J. G. van Munster, van Overschie. Onze vroegere stadgenoot, de heer J. Hoogendam Jr., van het korps genietroe pen, is na gehouden examen benoemd tot opzichter bij de Genie, standplaats Breda. Omtrent 's Konings gezondheid verneemt het Ilbl. dat zich in het begin der vorige week weder eene lichte keelaandoening heeft geopenbaard, en dat sedert dien tijd de al- gemeene toestand iets minder gunstig is gebleven. Z. M. ontvangt intusschen dage lijks achtereenvolgens de verschillende hee ren der hofhouding bij zich. Naar men verzekert, zijn nog verschillende veranderingen in het personeel der staven en korpsen van het leger op handen. Thans zal de kavalerie aan de beurt komen. Er is sprake van belangrijke persoonsver wisselingen bij den staf van dat wapen, in verband waarmede het optreden van een nieuwen inspecteur der kavalerie wordt aan gekondigd. Na een langdurig lijden is te Montreux op veertigjarigen leeftijd overleden ds. VV. van der Bergh, vroeger predikant te Schaarsber- gen, later professor aan de,Vrije Universiteit. De antirevolutionaire partij verliest in hem een harer ijverigste vertegenwoordigers,al trad hij dan ook in de actieve politiek min der op den voorgrond dan in 't kerkelijk en maatschappelijk leven. Hij was een man van groot talent, overtuiging en ijver. Reeds in zijn studententijd toen hij in de rechten en inde theologie studeerde en in beide faculteiten den doctorstitel verwierf, liet hij, zegt Het Vad. geen gelegenheid voorbijgaan, om voor de hem dierbare beginselen, die met zijn geheele zijn waren saamgeweven, te getui gen en op te treden, maar te gelijk verwierf bijgeloovige volken. Het hoofd van den stam, waartoe het bewuste knaapje behoorde, was gestorven. Daar het bij die rampzalige afgodendienaars vaststaat, dat zoo'n man nooit een natuurlijken dood kan sterven, moes ten er zoenoffers gebracht worden, om de verstoorde godheid te verbidden. Men laat derhalve den toovenaar komen om aan te wijzen wie de oorzaak van den dood van het stamhoofd is. Deze verschijnt, doet zijn bezweringen, en op het oogenblik, dat hij meent begeesterd te zijn, duidt hij het offer aan, dat moet worden opgedragen. Het aangewezen offer is de moeder van het bedoelde negertje. Onmiddellijk wordt de arme vrouw gehaald, men bindt haar aan een boom, vlecht haar een krans van groene twijgen en gras om het hoofd en vult de opening in het midden aan met gloeiende kolen. Om van haar vreeselijke smarten te genieten, roert men hij zich door zijn innemendheid, humaniteit en verdraagzaamheid, in alle kringen, zonder onderscheid, achting en sympathie. Op een man als hij zou elke partij trotsch mogen zijn- (CL) Naar de Haarl. Ct. verneemt zal de dienst van den ijk in Nederlandsch-Indië eerlang een aanzienlijke uitbreiding ondergaan. Bij de Regeering bestaat nl. het voornemen nog in den loop van dit jaar vier ijkers naar lndië te zenden, waar tot hiertoe slechts één ijker aanwezig is. Men maakt zich te Vlaardingen ernstig on gerust over het uitblijven van den logger Agatha Geertruida, schipper G. Groeneveld. Dit schip was 1 April met nog een achttal andere schepen ter beugvisscherij vertrokken al de andere zijn reeds teruggekeerd, boven dien van af 7 April heeft men het vaartuig nergens op zee aangetroffen, en in verband met nog andere gegevens, vreest men voor dien bodem het ergste. De Rotterdamsche Tramwegmaatschappij vervoerde in de maand April 1890 464.383 reizigers met een opbrengst van f 35.084.17^, tegen 464.420 reizigers met een opbrengst van f35.403 in April 1889. De »groote internationale betooging dei- arbeiders" heeft zich te Rotterdam opgelost in het rondventen van het feestnummer van Recht voor Allen en eene publieke verga dering in de bekende zaal aan de Binnen rotte. Een vrij groot aantal kijkers had reeds vroeg voor dat lokaal post gevat en de lieve straatjeugd was er ruim vertegenwoordigd. In de zaal zelve prijkte het levensgroot portret van Domela Nieuwenhuis aan den wand, vlak daarvoor was de bloedvlag opge steld daarnevens de vaandels van de socia listische jongelingsvereeniging, de Vrouwen- vereeniging, die van de Sigarenmakers en de banier der kalk- en Steenwerkersbond. Ofschoon de vergadering eerst ten half negen zou geopend worden, waren de weinig aan wezige stoelen reeds ten 8 ure bezet, allen door vrouwen, waarvan er eene eenjeugdig so cialist van 4 a 2 jaar op den arm droeg. Ten half negen was de zaal stampvol en opende de voorzitter van de afdeeling Rot terdam van den sociaal-democratischen bond de vergadering, waarna de socialist A. van Emmenes uit 's-Hage te midden van een steeds dikker wordenden walm van tabaks rook gedurende li ure een rede hield, waarin het aan opzweeping van de werklieden niet ontbrak. De president las vervolgens eene motie voor van denzelfden inhoud als die in de meeting te 's-Hage was gesteld; deze motie werd door middel van het opsteken een soort van trom, en dreigt men haar met scherpe lansen. Vervolgens vormt men een brandstapel vaai doi hout, bedekt dien met scherpe doornen, en op dat doodsbed wordt de ongelukkige uitgestrekt en vastgebonden. Aan den kant waar de voeten liggen, wordt het vuur aangestoken, en met stokken tracht men te beletten, dat de vlam te snel voort gaat de vrouw moet langzaam verbranden. Intusschen voert men rondom de rampzalige een krijgsdans uit, en eerst als het vuur zijn werk heeft volbracht, acht mende vertoornde godheid verzoend. De kinderen der ver brande mogen niet bij den stam blijven, maar worden als slaven verkocht. Dit feit is aan pater Jamet door het kiud- zelven van het ongelukkige slachtoffer mede gedeeld. Is het wonder, dat hij bereid is alle pogingen in het werk te stellen, om aan dergelijke menschonteerende barbaarsch heden een einde te maken, en dat hij de vurige

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2