ie
Binnen!andsche Berichten.
Parijsciie Kroniek:.
BIJVOEGSEL
behoorende bij de
A
van 4 en 5 MEI 1890.
Vervolg.)
De gewone kennisgeving in zake de Schut
terij is van wege Burgemeester en Wethouders
weder afgekondigd
De Registers ter inschrijving voor de Schut
terij, van de geborenen in de jaren 1856 tot
1865 ingesloten, zullen worden geopend ter j
inschrijving van alle mannelijke ingezetenen,
welke tot het laatstgemelde jaar behooren,
alsmede van hen, die, in de vorige jaren ge
boren zijnde, sedert de laatstvorige inschrij
ving zich hier metterwoon hebben neder
gezet.
Bedoelde personen worden, onder herinne
ring der tegen het verzuim bedreigde straf
fen, opgeroepen om op Vrijdag den 16n Mei
of Zaterdag den 17n Mei 1890, op beide da
gen des voormiddags van 10 tot des middags
12 uren, ten Raadhuize te verschijnen, ten
«inde zich te laten inschrijven.
Naar men verneemt, zal het aantal in de
Tweede Kamer aangevraagde interpellation
wellicht nog met ééne worden vermeerderd,
aangezien een der militaire afgevaardigden
het voornemen heeft den minister van oorlog
inlichtingen te vragen omtrent het commando
over het veldleger.
Dinsdag-nacht is op eene weide van B. te
Ouwerschie een schaap geslacht, waarna men
het vleesch heeft medegenomen, terwijl het
gebeente werd achtergelaten.
De vierde jaarlijksche algen eene vergade
ring van de vereeniging ter bevordering van
de Nederlandsche visscherij zal gehouden
worden te Dordreeht op Woensdag 28
Mei, voormiddags 11 uur, in het hótel
»Ponsen."
Onder de punten van beschrijving komen
verschillende belangrijke zaken voor; o. m.
een voorstel om den Minister van Marine te
verzoeken publiciteit te willen geven aan de
journalen der oorlogsschepen, die worden uit
gezonden tot bescherming der visschersvloot,
ot om de wenschelijkheid uit te spreken, dat
een visscher van beroep op dergelijk dienst
doend schip als loods worde aangesteld, ten
einde de kómmandant de juiste plaats aan
te geven, waar zich de vloot ophoudt.
Woensdag hield de gemeenteraad te Haar
lem vergadering. Na het behandelen van
enkele punten, stelde de voorzitter voor de
deuren te sluiten. Daar kwam het raadslid
Huet een éénling in dien Raad! tegen
op. Geruimen tijd hield hij zijn medeleden
op mindere aangename wijze bezig met de
uiteenzetting zijner meening om enkele zaken
met gesloten deuren te behandelen. Hij wilde
eerst iioc over iets spreken en gelastte daar-
den bode om eenige gedrukte papiertjes
de leden rond te deelen.
Voorzitter: hebt de beschikking niet
over de boden, mijnheer, en ik moet u
zeggen, dat wat u in het midden brengt
geheel en al vreemd is aan wat behandeld
wordt."
Heut»Dan beroep ik mij op den Raad."
Voorzitter 1 »Hiertoe hebt u het recht, maar
ik moet u opmerken, dat ik bevolen heb de
deuren t« sluiten."
Huet»U hebt hier niets te bevelende
Raad staat boven u."
Voorzitter >Met het reglement van orde
in de hand heb ik het recht de deuren te
laten sluiten."
De voorzitter zegt nu, dat hij bezwaar
heeft gemaakt den heer Huet aan het woord
te laten, en dat de heeren dit nu moesten
beslissen.
Verschillende leden willen niet eens we
ten, waarover de heer Huet wenscht te
spreken.
Ten slotte zegt de heer Huet te zullen
wachten tot de agenda zal zijn afgehandeld
dan zal hij bij de rondvraag nog eens het
woord vragen.
De deuren werden daarop gesloten.
(R. N.)
De timmerlieden te Haarlem, die 16 cents
per uur verdienen, vragen 18 cents. Enkele
patroons willen die loonsverhooging tegen 1
Augustus toestaan. Er wordt nader tusschen
werkgevers en werklieden onderhandeld.
Te Haarlem waar een meting in helix
Favore gehouden werd en waarop de Haar-
lemsche fabrikant, de heer D. De Clercq het
woord voerde, is de dag rustig voorbijge
gaan. De zaal van Felix Favore was geheel
met menschen gevuld velen moesten worden
afgewezen.
Te Dokkum hebben de sjouwerlieden, die
steenkool moesten lossen voor de gasfabriek,
het werk gestaakt. Zij ontvingen tot nu toe
3£ cent loon per mud en eischen thans 5
cent.
Het grasgewas brengt in Friesland bij de
jaarlijksche verhuringen aanzienlijk minder
op dan vorige jaren. De hooge prijzen van
het vee, die de boeren verhinderden zich
veel weivee aan te schaffen, de nogal aan
zienlijke hoeveelheid hooi, die van den oogst
1889 over is, en de niet ongunstige toestand
der weilanden, die veel gras doet verwach
ten, moeten als oorzaken daarvan worden
beschouwd.
De schade, welke de arbeiders en ververiers
door de werkstaking onder Beets lijden, is zeer
aanzienlijk. Als er wordt gearbeid, wordt er
gemiddeld 10 a 12 duizend gulden in de
week aan werkloon betaald.
Domela Nieuwenhuis, die een der appèls
bijwoonde, spoorde aan om niet toe te geven,
nu de verveners niet toegaven. Hij deed de
toezegging dat armoede hen niet tot toege
ven zou dwingenop de meetings ten
voordeele van den werkdag van acht uren
zouden voor hen inzamelingen worden ge
daan.
Ook te Wolvega duurt de werkstaking
voort, daar de bazen weigeren de 10 cents
verhooging toe te staan.
om
aan
Men schrijft uit Almelo van eergisteren
Tegen veler verwachting is de dag van
heden kalm afgeloopen. 's Avonds hielden de
socialisten in hun gewoon vergaderlocaal een
meeting, waarop door een spreker de wen
schelijkheid der invoering van den achturigen
arbeidsdag betoogd werd. De arbeidsdag
van 8 uren was volgens hem niet het doel maar
het middel om tot verbetering van den toestand
te geraken. Hoewel in het algemeen de re
devoering in kalme woorden was vervat,
werd vooral gewezen op het N. v. d. D., dat
gezegd had dat acht uren arbeid en acht
uren luieren de werkdag der arbeiders wor
den zou. (Msb.)
Door de timmerlieden te Enschedé is be
sloten om de knechts, zoodra de fabriek der
firma Ter Keule en Morsman weder geheel
in werking is, één cent loon per uur meer te
geven.
Naar men uit goede bron verneemt zullen
den 12 Mei a. s. de eerwaarde paters Fran
ciscanen, Valentinus (geb. Van den Oord te
Amrnerzoden, Gelderland) en Christophorus
(geb. van Bussel, te Someren, Noord-Brabant)
uit Maastricht als missionarissen, via Rome
en het Heilig Land, naar de missie van Chan-
si (China) vertrekken.
C'est le rnois de Marie.
C'est le mois le plus beau.
April liep ten einde en de lieve Mei is
weer daar, met hare bloemengeuren en zonne
stralen ons het verrukkelijk schouwspel leve
rende van de aarde en den hemel, die elkaar
als het ware toelachen en omhelzen. Gedu
rende déze maand is het zoowel in de rijke
kathedralen der groote steden als in de kleine
landelijke dorpskerkjes iederen avond feest,
een schoon aantrekkelijk feest, waai bij alles
van den hemel doet droomenhet luiden
der klokken, de zuivere stemmen der jonge
maagden door de harmonische tonen des
orgels begeleid, de geur der hyacinthen, serin
gen, rozen en meidoorns, het nikkeren der
brandende kaarsen en het gebed der kinde
ren, dat met al die klanken, geuren en licht
naar boven stijgt.
Alle harten kloppen van eene geheimzin
nige liefdeen rond de altaren vol wierook
en kaarslicht, lispelen honderden lippen eene
litanie beantwoord door vurige »bid voor ons."
De koude winter heeft het warme geloof
niet kunnen doodende hoop herleeft met
de lente waarin het zoele luchtje zweefthet
insekt gonst; de vogel zingt en de geheele
natuur jubelt mede, terwijl de ziel bidt en
het hart bemint.
Mei is de maand der bloemen, en zoo wij
een oud liedje mogen gelooven, dan zoude
de Heilige Maagd Maria al de wierook dei-
Drie Koningen voor een veldviooltje of mei
zoentje geven. Het zijn evenmin de weelde
rige tropische planten als de aristocratische
bloemen der maand December (die voor bals,
concerten of schouwburgen dienst doen en
wier naam men even spoedig vergat als zij
verwelkten) die zij het meeste lief heeft.
De bloemen der Heilige Maagd zijn de witte
leliën der dalen, die de altaren versieren, het
paaschbloempje dat op het vergeten graf groeit,
de wilde kamperfoelie langs de muren dei-
kerkhoven het is het nederige palmstruikje
welks altijd groene takjes den huiselijken haard
beschermthet is het boschviooltje aan den
voet van het helder beekje ontluikend, en dat
weer in het zachte mos sterft, waarin het
geboren werd.
De bloemen van Maria zijn de leliën van
Josapliat, die hare blanke kelken treurend
neerhangen tusschen de eeuwenoude gra
ven der koningenhet zijn de welriekende
klokjes rond het meer van Tiberiasliet is
de purpere roos van Judea, die men als een
bloeddruppel aan den voet van Golgotha vindt.
Het is ook de groene palmtak der ter fol
terplaats gaande martelaren, en die volgens
de legende in de armen van Jeanne d'Arc
te midden der vlammen van den brandstapel
te Rouaan in goud veranderde; het is het
blauwe bloempje uit Galilea, dat onder de
voeten der Heilige Maagd in de woestijn
groeide, toen zij de woede van Herodes ont
vluchtte. Het is het takje witte hagedoorn
dat men hier gedurende de Meimaand het
doode kindje in de hand legt, en dat daar
weer iedere lente zoude groenenhet zijn
eindelijk de eikenbladeren die de dapperen
om hunne vaandels, wapens of hoofden slin
gerden, als zij onder de kreet vanAve
Patria moruturi te salutantten strijde
togen en een roemrijken dood voor het Vader
land onversaagd te gemoet gingen.
Deze regelen vloeiden mij uit de pen, toen
ik eenige dagen geleden de beschrijving in
een der dagbladen gelezen had van eene
Vereeniging »l' Oeuvre des Fleurs" het
Liefdewerk der Bloemen, die hier uitsluitend