BINNENLAND.
bond, tot welke de drie eerstgenoemde repu
blieken niet willen toetreden.
Aan de Londensche beurs heerscht een
paniek in de Zuid-Amerikaansche fondsen
eenerzijds door de gebeurtenissen in Mid-
den-Amerika en ten andere door de berich
ten uit Buenos-Ayres. Volgens een telegram
aan de Times zouden 3000 man troepen en
3000 man politie de stad bezet houden, die
in beroering verkeert in afwachting van de
gebeurtenissen.
ROME.
Z. H. de Paus heeft aan kardinaal Lavi-
gerie een schrijven gericht, waarin hij de
zending van nieuwe missionarissen naar Mid-
den-Afrika looft, als zijnde het werkzaamste
middel tot hervorming van Atrika. De H.
Vader prijst de Europeesche regeeringen voor
het beleggen der conferentie te Brussel en
keurt de prijsvraag, uitgeschreven door de
anti-slavernij-vereeniging voor het beste werk
over de afschaffing van den slavenhandel,
hoogelijk goed.
Schiedam, 23 Juli 1890.
De trein no 5, van Delft komende, bracht
heden-ochtend 8.53 aan het station alhier
het deerlijk verminkte lijk aan van den arbei
der Jacob Spek. Tusschen Delft en Schiedam
in het land arbeidende, wilde hij een over
weg overgaan, toen hij door den trein ge
grepen werd. Naar wij vernemen, was de man
stokdoof, zoodat hij, wilde hij iemand spreken,
van een geluidshoorn gebruik moest maken.
"Waarschijnlijk heeft Spek den trein even
min gezien als gehoord en kon het trein
personeel niet meer stoppen aldus werd de
man letterlijk vermorzeld. Hier aan het sta
tion werd het lijk, dat niet meer te herken
nen was, afgezet en naar het drenkelingen
huisje overgebracht, van waar uit het zal wor
den ter aarde besteld.
De processie LeidenKatwijk, ten getale
van 220 pelgrims, trok gisteren op hare
bedevaart naar de graven der HH. Marte
laren van Gorkum, te Brielle, door onze stad.
Op de terugreis kwam zij in de parochie
kerk van O. L. Vrouw Visitatie alhier de
Relikwieën der H. Liduïna vereeren. In het
priesterkoor was te dezer gelegenheid, naast
het feestelijk getooide altaar, ook een fraaie
versiering van levend groen en waslicht
aangebracht, te midden waarvan het beeld
onzer heilige Schiedamsche Maagd en daar
onder het relikwieschrijn, dat hare kostbare
overblijfselen bevat, zeer schoon uitkwamen.
Het plechtig Lof werd gecelebreerd door
den zeereerw. heer B. C. van Straelen, pas
toor te Katwijk, geassisteerd door de wel-
eervv. heeren II. J. Stoopman en L. Stolk,
kapelaans der St. Petrus-parochie te Leiden.
Onder het Lof betrad de zeereerw. heer
J. C. H. Muré, pastoor der St. Petrus-kerk
te Leiden, den kansel. In eene korte rede
schetste ZEw. ons de H. Liduïna als
martelares, want in waarheid martelares
is zij door haar langdurig, 38-jarig lijden,
door de vrijwilligheid waarmede zij dat lij
den heeft aanvaard en door het geduld waar
mede zij het heeft doorstaan. Spr. herin
nerde aan de juichtonen, die er opgingen,
toen de HH. Martelaren van Gorkum door
het hoogste Kerkelijk gezag heilig waren
verklaard maar met een zelfde gevoel van
vreugde werd door geheel Nederland de
tijding vernomen, dat op het werk vooral
van de geestelijkheid dezer stad de kroon
was gezetdat Rome had gesproken en beslist
had dat de maagd Liduina van Schiedam tot het
getal derheiligen mocht gerekend en fri 't open
baar vereerd worden. Voor U, Schiedammers,
ongeveer aldus vervolgde spr. zijne rede, was dit
nog te meer een rede van vreugde, want de
H. Liduïna is niet alleen eene Hollandsche,
maar ook eene Schiedamsche heilige. Met
deze blijde gebeurtenis wilde spr. dan ook
de geestelijkheid en de inwoners dezer stad
van harte gelukwenschen. In het vervolg
zijner rede betoogde ZEw., hoe de Martelaren
van Gorkum en de Martelares van Schiedam
vooral eene eigenschap gemeen hadden, nl.
de liefde tot de H. Eucharistie. Maar had
den de Gorkumsche Martelaars in hun lang
durig lijden dien hemelschen troost moeten
derven, het was de groote bron waaruit de
H. Liduïna kracht en troost bij hare name-
looze smarten putte, en het was jaren
lang haar eenig voedsel, niet alleen naar de
ziel maar ook naar het lichaam. Hierin vond
sp. aanleiding zijne hoorderen op te wekken,
om evenzoo altijd in het H. Altaargeheim
kracht en troost te putten, waarna hij zijne
schoone rede besloot met een treffend gebed
tot onze heilige Schiedamsche Maagd, waarin
hij hare bescherming voor deze stad en hare
inwoners evenzeer als voor zijne pelgrims
inriep, opdat allen door hare voorspraak van
God zouden verkrijgenonderwerping aan
Zijn H. Wil en geduld in het lijden en de
beproevingen, die het Hem behaagt ons toe
te zenden.
Na deze opwekkende rede werd het Lof
voortgezet, waarna ten slotte nog door de
aanwezigen een pelgrimslied ter eere
der 11. Liduïna werd gezongen. Bij den
uitgang der kerk werd den pelgrims
en verdere geloovigen door de geestelijken
der O. L. Vrouwe-parochie gelegenheid ge
geven de Relikwieën der H. Liduina te ver
eeren. Blijkbaar wel voldaan keerden de
pelgrims omstreeks 9 ure per extra-trein
weei' naar Leiden terug. Aldus werd Maan
dag en Dinsdag door Leiden's ingezetenen
bij wijze van bedevaart de eerste openbare
vereering aan de Relikwieën onzer heilige
Schiedamsche Maagd gebracht. Morgen (Don
derdag) avond komen op dezelfde wijze onze
geloofsgenooten uit Haarlem en omstreken
aan de H. Patrones der Lijdzaamheid hunne
hulde brengen.
Gedurende het tijdvak van 11 en met 16
Augustus e. k. zullen, van zonsopkomst tot
zonsondergang, schietoefeningen plaats heb
ben uit het pantserfort aan den Hoek van
Holland (Noordwal) in Zuidwestelijke richting.
In het belang van de veiligheid der scheepvaart
zullen de noodige maatregelen worden ge
nomen.
Men meldt uit Brussel, dat bij de onder
handelingen met Nederland, betreffende de
conferentie te Brussel, de bezwaren van Ne
derland ten opzichte van de algemeene akte
der conferentie, waarschijnlijk zullen worden
te boven gekomen.
De keizer van Rusland heeft definitief het
arbiterschap in ons geschil met Frankrijk
omtrent het Lawa-gebied aanvaard.
In de vergadering van den geneeskundigen
raad van Overijsel en Drente is eenstemmig
aangenomen een motie tot afkeuring van het
wetsvoorstel tot wijziging der bepaling in de
ziektenwet betrekkelijk de vaccine.
Door de politie te Delft is eergisteren aan
gehouden A. v. d. A., wegens verduistering
van f12 ten nadeele van de firma Van Gent
en Loos, aldaar. Ook werd aldaar gisteren
aangehouden A. H. v. P. bode, wonende te
'sHage, wegens verduistering van f50, ten
nadeele van den boterhandelaar A. P. DeK.,
te Delft.
Omtrent het oezoek, dat H. M. de Ko
ningin en H. K. H. de Kroonprinses gisteren
aan Amsterdam brachten, wordt ons het
volgende gemeld:
Het weder liet zich gisteren-morgen nog
lang niet gunstig aanzien. Om 8 uur re
gende het nog, zoodat niet zonder grond
gevreesd werd, dat ditmaal het geliefd
Oranjezonnetje zich schuil houden zou. Maar
gelukkig, de lucht brak, nu en dan kwam
reeds het zonlicht van achter een grauwe
wolk te voorschijn en weldra was de regen
voorbij en hield het weder zich verder
goed. Een ontelbare menschendrom was
op de been. Geestdrift heerschte door de
gansche stad, vooral in die straten, welke in
de omgeving van het Centraal Station gele
gen zijn.
Precies kwart over tien reed de Konink
lijke trein het station binnen en tegelijk
dreunde het eerste der saluutschoten van de
De Ruyterkade.
Aan het station werden de beide Vorste
lijke Bezoeksters opgewacht en verwelkomd
door Amsterdam's burgemeester, mr. Van
Tienhoven, den opperhofmaarschalk graaf
Schimmelpenninck, en de dame du palais,
mevrouw Hartsen, alsmede door de heeren
Van Westerwoudt en baron Roëll, vertegen
woordigende het bestuur der Hollandsche
Spoorweg-Maatschappij, en eenige militaire
autoriteiten.
Hare Majesteit was vergezeld van de dames
Van Ittersum en Van de Poll, benevens van
jhr. Van Kattendijke. H. M. droeg een
kostbaar satijnen kleed met donkerblauw
fluweelen mantel. De Prinses was in 't wit
gekleed.
Met luide toejuichingen begroet, werden
aan de Koningin en de Prinses in de Ko
ninklijke wachtkamer bouquetten aangeboden,
waar H. M. bij herhaling aan den directeur
Hare hooge tevredenheid over de weelderige
inrichting betuigde. Hier werden de hoofd
officieren door den burgemeester aan de
Koningin voorgesteld waarna de stoet in open
rijtuigen naar het Paleis voor Volksvlijt reed,
langs Prins Hendrikkade, Martelaarsgracht,
Nieuweildijk, Dam en Kalverstraat, Spui,
Koningsplein, bocht Heerengrachten Utrecht-
schestraat.
Te 10,30 aldaar aangekomen werden de
Vorstelijke Personen in de toepasselijk ver
sierde vestibule door de directie van het
Paleis en het uitvoerend comité der Veilig
heidstentoonstelling opgewacht, onder wie
men opmerkte mr. J. Heemskerk Az., Minis
ter van Staat, en Dr. Schaepman. Begeleid
door Dr. Ruyscli en den Burgemeester wer
den vele belangrijke inzendingen met aandacht
bezichtigd. Het bleek dat de Priuses zeer
verrast was door een phonografische pop het
Volkslied te hooren zingen, welke pop Haar
door de Paleis-directie ten geschenke werd
aangeboden.
Van het tentoonstellingsterrein begaf de
stoet zich naar het Rijksmuseum, waar
de Rembrandtszaal en de portretten van
de Prinsen van Oranje even werden bezich
tigd.
Precies 12 uur kwamen de Vorstelijke Per
sonen in het Koninklijk Paleis op den Dam
aan, waar weldra de Koningin met de Prin
ses aan Haar zijde op het balkon verscheen
en de juichende menigte vriendelijk toe
wuifde. In het paleis werd daarop een dé
jeuner dinatoire gegeven van 30 couverts in
de Van Speykzaal. Gedurende dit déjeuner