Ingezonden. GEMENGDE BERICHTEN. van het maken eener bazaltkade langs de •''vier tot ongeveer het Prikkengat, in aan sluiting op het van Rijkswege aanbestede Werk tot het maken van een veerhaven. DEN HAAG. Het déjeuner-dinatoire, dat Donderdag, tijdens de aanwezigheid van H. de Koningin en de Prinses in de residen ce, ten Paleize gegeven wordt, zal uit 40 couverts bestaan. LEIDEN. Om in aanmerking te komen v°or eene uitdeeling van brood, bier, haring en tabak op den 3den October a. s. hebben Cch bij de commissie alhier aangemeld p. m. 2400 mannen en 2800 vrouwen, te zamen dus omstreeks 5200 personen. Mijnheer de Redacteur, Met genoegen las ik in uw verslag over bet concert, dat verleden Maandag-avond 'n de Plantage gegeven is, de bemerking dat men dergelijke concerten daar in het avond uur niet meer moest geven. Het is nu een maal eene kolossale onhebbelijkheid van onze jeugdige stadgenooten, om zich bij gelegenhe den als deze zoo ruw, zelfs dikwijls zoo ge meen aan te stellen, dat menschen uit den meer fatsoenlijken stand zich onmogelijk onder de toehoorders in de Plantage kunnen men gen, hoe gaarne zij dit ook zouden doen. ^oor dezen is het dus zoo goed alsof er geen concert gegeven werd, en ik vraag of het Wel de moeite waard is, om voor bengels van jongens en meiden, die zich zoó aanstellen Ms' door u en anderen is gezien, door onze schutterij-muziek eene uitvoering te doen geven. Den dag na het concert waren de Perken nabij de muziektent geheel plat ge- trapt en de grasbanden om heesterboschjes e,1z- totaal vernield. Het was een treurig gezicht, en nu zag men nog niet eens de massa afgerukte blaaren en takken, welke m den vroegen morgen door eenige stads- iantjes handig waren weggeruimd. Men moest Waarlijk meer hart hebben voor onze Plan tage, waaraan tegenwoordig zoo goed de hand Wordt gehouden en die er dezen zomer wer kelijk zoo fraai uitzag, dat het meer dan jammer is, om daar de jeugd hare dartel heid en baldadigheid straffeloos te laten bot- vieren. Ik zei daar straffeloos, en dit woord is wel gepast. De politie schijnt tegen gedragingen Ms hierboven bedoeld maar weinig te kunnen ^oen. Even weinig als tegen het vernielen Van eens anders eigendom, zooals ik toevallig Saterdag-avond vóór acht dagen aanschouwde. Bij de Eilandsche brug, onder den rook van "et Politiebureau, waren eenige jongens bezig met de ruiten en de deur van een daar staand 'dig huisje stuk te slaan. Een man, die belang bad bij dat huisje, gaf een dier lieve jongens een draai om zijn ooren, waarop dadelijk eenige omstanders partij trokken voor het aardige knaapje; de man was evenwel met v°or een klein geruchtje vervaard en hiald voet bij stuk. Van politie was mtusschen niets te Z'en! Wie zou het nu den belanghebbenden Persoon kwalijk kunnen nemen, als hij in Mjn toorn zich eens aan een van zulke jon gens vergreep? Waarschijnlijk zou men hem OP den koop toe nog straffen. Maar moet J'ij dan zijn eigendom laten vermelen en dit kalm aanzien? De politie; helpt hem niet, 21 ch zelf mag hij niet helpen 1 Inderdaad, een fraaie toestand. Men moest er bij de aanstaande begrootings- ocbandeling in den Raad eens over spreken, de politie, die ons elk jaar toch een aar- Mge duit geld kost, zich niet wat meer kon doen gelden. Dit behoeft nu niet te bestaan m het zich bemoeien met allerlei betrekkelijk onbeduidende dingen, maar meer bepaaldelijk d°or zich wat meer overal te vertooneo, in uitenwijken zooals de sgorzen" enz., en moral door hot beletten van allerlei balda- d'ghedmi door de jeugd. Zij kan niet overal }egelijk zijn, maar 't is soms merkwaardig J0e toevallig zij niet is, d&ar waar iets te doen is! Zoo ongemerkt sprak ik daar over den mad. Dit geeft mij aanleiding om eens te Wijzen op een paar faux pas van ons [meest sprekend Raadslid, den lieer Den b'eems. Deze heer heeft de eigenaardigheid om dikwijls tamelijk wild van wal te steken, maar ook om even spoedig weer in zijn schulp te kruipen. Hij gelijkt op de overkokende pot met melk, welke dadelijk ineenzakt, zoo- dra men er op blaastwant zóó bruischt de heer Den Breems op, en zóó kalmeert hij weer, als de voorzitter maar even repliceert, zelfs al raakt dit kant noch wal. Een voorbeeld daarvan vond ik in het Raadsverslag van 22 Augustus jl. Er was daar weer sprake van het groote ongerief, dat vele belastingschuldigen ondervinden zul len van de veel te late uitgifte der belas tingbiljetten. Reeds vroeger was er op ge wezen dat. het goed zou zijn, als de ontvan ger wat kalm mocht wezen bij de inning van die belasting en hij het den lieden niet al te lastig maakte. De Voorzitter had toen te kennen gegeven, dat dit wel schikken zou, maar de heer Den Breems kwam er toch nog eens op terughij wilde er haring of kuit van hebben, want de arme belasting schuldigen konden er toch de dupe niet van gemaakt worden, dat zij hun biljet zoo laat kregen en nu genoodzaakt zouden worden zooveel in eens te betalen. Dat ging niet aan, daar moest meer zekerheid wezen voor wat faciliteit in dit opzicht. De voorzitter zeide daarop, dat hij vroeger al gezegd had dat dit wel schikken zou, maar hij voegde er nu bij, dat de ontvanger eigentlijk in deze het' woord had. Dit wilde dus zeg gen, dat hij, voorzitter, er zich niets van aantrok en de zaak bij den ontvanger thuis behoort. Dit was zeker geen bevredigend antwoord en men kon verwachten, dat de heer Den Breems daarmee geen genoegen zou nemen, vooral na den aandrang welken hij eerst gebezigd had. Maar jawel »0, dank u zeer", zeide de heer Den Br., en daarmee was het uit en zakte het schuim weer weg. Nog wèl zoo curieus was zijne handel wijze in de laatste Raadszitting. Toen was de voordracht en de benoeming aan de ordevan een Commissielid voor het beheer der Hofjes van Belois. Nadat we eerst de zonderlingheid hadden bijgewoond, dat de twee tegenwoor dige leden van die commissie, de heeren Loncq WethouderN. B.enG. A. E. Vis ser, volstrekt niet willen samenwerken, en de een het aan den ander overliet om de rekening in te dienen of eene voordracht te doen, was eindelijk zulk een voordracht ingekomen, opgemaakt door één der twee bedoelde le den. Nu zou men vooreerst denken, dat zulke commissieleden, als zij het dan niet met elkaar kunnen vinden, óf een van beiden ófwel allebei, zouden ophoepelen, en dat in elk geval eene voordracht van één lid, waar er toch twee zijn, geheel onwettig zou ge acht worden. Dit laatste meende ook de heer Den Br. en ik vond hem toen zeer correct. Doch wat gebeurt er? Men besloot eindelijk om het door den Raad te laten uitmaken, of de voordracht al of niet wettig was. En wie stemde nu tegen Zeker en vast de heer Den Br. zou men denken. Mis lezer, hij stemde vóór en verklaarde dus óók, met de andere jabroers, dat het zaakje volkomen in orde was. Wat moet de voorzitter wel denken van zulk een oppositie-manDeze is er echter al aan gewoon, denk ikmaar het publiek, de burgerij Hoe moet deze zich verkneukelen in het troostende denkbeeld, dat er zulke uitnemende wachters op de tinne onzer burcht staan 1 Salut voor heden, J. Strooplikker. Schiedam, 9 September 1890. Een aantal bruinvisschen, die slechts bij warme zomerdagen plegen zich te vertoonen, zag men Maandag aan het Scheveningsche strand vlak bij den oever. Donderdag-avond a. s. zal er eene verga dering van heilsoldaten uit verschillende lan den plaats hebben in het Verkooplokaal te Rotterdam. Meer dan 1000 heilsoldaten zul len daarbij tegenwoordig zijn, met een heel tambourijnkorps. Door een kooiman te Lit is dezer dagen op zijne eendenkooi gevangen een zwarte ooievaar, welk dier, om zijne zeldzaamheid, door hem is aangeboden aan de diergaarde te Amsterdam. Naar men vèrneemt, moet hij er een goeden prijs voor gemaakt heb ben. Het is ongeveer twee jaren geleden, dat een rijke dame, die met haar dochter op de Bloemgracht te Amsterdam woonde, op zeke ren avond door een forschen onbekenden man overvallen en voor een aanzienlijk bedrag aan effecten bestolen Werd. Tegelijkertijd ver dween spoorloos haar neef, zekere Strübe, omtrent wien men echter vóór eenigen tijd het bericht ontving, dat hij, beschuldigd van diefstal te Brussel gevangen gehouden werd. Bij een onderzoek te zijnen huize werden nog effecten gevonden, afkomstig van den diefstal op de Bloemgracht, zoodat bleek dat de neef destijds vermomd zijn tante overviel en bestal. Hij is bereids door de Belgi sche Regeering aan onze justitie overgeleverd. Ook de vermomming met de valsche bak kebaarden en een voile zijn in zijn bezit gevonden. Zaterdag jl. had de zoon van den landbou wer G. Streng te Vlist het ongeluk, dat zijne volgeladen schouw omsloeg, waardoor hij spoedig naar de diepte verdween. Op de Vrouwenbrug stond juist de heer C. C. Krom van Rotterdam te visschen. Zoodra deze zag dat de jongeling te water ging, liep hij naar de plaats des ongeluks en begaf zich te wa ter spoedig haalde hij den drenkeling bo ven, doch deze gaf geen teekenen van leven meer. Onmiddellijk werd de drenkeling in de ouderlijke woning gebracht, en de heer Krom bracht dadelijk de maatregelen in toepas sing, die door de Maatschappij tot redding van drenkelingen zijn voorgeschreven. Na verloop van bijna één uur had de redder voldoening van zijn arbeid, daar het leven weder opgewekt werd. De intusschen ge roepen geneesheer dr. Idenburg van Haas trecht vond de behandeling van den heer Krom zoo uitstekend, dat hij hem onder zijn toezicht liet voortgaan. Dit is reeds de tweede maal, dat de heer Krom liet geluk heeft, een drenkeling van den dood te redden. Op den feestdag van O. L. Vrouw geboorte zijn te Paray-le-Maniul (Frankrijk) de jubel feesten begonnen der tweehonderdste verja ring van het heilig afsterven der gelukzalige Margaretha Maria-Alacoque. De feesten zul len tot 1 November duren en worden bijge woond door tal van bisschoppen en prelaten van Frankrijk. De dokwerkers en matrozen te Southamp ton hebben den arbeid gestaakt. De werk stakers verhinderden de treinen in de dok ken binnen te rijden. Zestig constabels zijn uit Londen aangekomen. Zij werden door de werkstakers mishandeld. Voor heden avond ducht men moeilijkheden. Bij een pleiziertochtje van een gezelschap negers te Macon in Georgië ontstond twist over de keuze van haren geleider door een der zwarte dames. Een vijftigtal pistolen werden uitgehaald, en er ontstond een ge vecht, waarbij zeven vrouwen omkwamen en verscheiden gekwetst werden. Door een breuk in de Stolberg-Wernige- roder steenkolenmijn bij Sylshayn zijn alle visschen in de Sülze en de Zorge van de uitmonding der Sülze tot het zes kilometer verder gelegen NiedersaChsweifen gedood.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 3