FEUILLETON,
BINNENLAND.
De Wraak van een Christen,
van 12 paardekracht met ketel van 17 M:
verwarmingsoppervlak,
j Gelegenheid tot het inbrengen van bezwa
ren tegen het toestaan van die verzoeken
zal op Vrijdag den 21n November, des mid
dags ten 12 ure, ten Raadhuize- worden ge
geven.
Woensdag a. s. zal de Staten-Generaal
het door den Raad van State, handelende
namens den Koning, ingediende wetsontwerp
tot het benoemen eener Regentes in behan
deling nemen. Vermoedelijk zal het binnen
enkele dagen zijn aangenomen en kan H. M.
de Koningin het Regentschap aanvaarden.
Nadat dit bij proclamatie aan het volk is
bekend gemaakt, zal de eedsaflegging plaats
hebben in handen van den Voorzitter der
Vereenigde Kamers, welke plechtigheid be
paald is op Woensdag 18 November. Het
daarbij gebezigde eedsformulier luidt aldus
»Ik zweer trouw aan den Koning ik zweer
dat ik in de waarneming van het Koninklijk
gezag, zoolang de Koning buiten staat blijft
de regeering waar te nemen, de Grondwet
steeds zal onderhouden en handhaven.
»Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en
het grondgebied des Rijks met al mijn ver
mogen zal verdedigen en bewaren dat ik
de algemeene en bijzondere vrijheid en de
rephten van alle des Konings onderdanen en
van elk hunner zal beschermen en tot instand
houding en bevordering van de algemeene
en bijzondere welvaart alle middelen zal
aanwenden, welke de wetten te mijner
beschikking stellen, gelijk eene goede en
getrouwe Regentes schuldig is te doen.
jZoo waarlijk helpe mij God almachtig 1"
Wanneer het Regenschap is aanvaard,
eischt de Grondwet nog een tweetal voor
zieningen. In de eerste plaats een wet re
gelende »het noodige toezicht over den per
soon" des Konings, zoolang Z. M. buiten
staat is de regeering waar te nemen. Deze
wet, waarbij een of meer voogden worden
benoemd, moet in vereenigde Vergadering
worden vastgesteld. De tweede regeling, bij
gewone wet vast te stellen, bepaalt de som
die op het jaarlijksch inkomen der Kroon zal
worden genomen voor de kosten van het
Regentschap.
Deze wet, eenmaal afgekondigd, kan ge
durende het Regentschap niet worden ver
anderd.
Wij vermeenen de besturen van bijzon
dere scholen opmerkzaam te moeten maken
lo. dat bij het eerstvolgend examen ter
verkrijging van de onderwijzers-akte voldoen
de kunde in de eerste oefeningen van het
handteekenen vereisfcht wordt
2o. dat de akte-examens in het vervolg
j slechts eenmaal 's jaar plaats hebben
3o. dat voor den aanvang van het school
jaar, dit is vóór 1 Januari 1891, aan den ar-
rondissements-schoolopziener de rooster van
lesuren, enz., in tweevoud opgezonden moet
worden. Volgens door ons ingewonnen in-
l lichtingen toch wordt door «schooljaar" het
administratieve schooljaar van 1 Januari tot
ulto. December bedoeld, zooals het dan ook
algemeen door de schoolbesturen opgevat is.
(C.)
Het Friesch comité der volkspartij, heeft,
nu de Regeeringsvoorstellen tot wijziging der
i kieswet hoofdzakelijk alleen neerkomen op een
verdeeling der meervoudige districten en ver-
j vroeging met één uur van den tijd gedurende
welke de stembus open zal zijn, besloten
zich opnieuw tot de Regeering te wenden
met het verzoek de verkiezingen op Hemel
vaartsdag of een anderen feestdag te houden.
De heer G. H. Van Beusichem kon zijne
betrekking als stationschef te 's-Hage niet
blijven vervullen, omdat hij lijdende is aan
kleurenblindheid. Hij is derhalve weer uit-
j sluitend opgetreden als chef van den uitvoe
renden dienst van de stoomtram Den Haag—
Scheveningen met behoud van zijne in zijne
rneuwe positie verkregen rechten, terwijl hij
als stationschef woidt vervangen door den
heer Saarlemijn, onder-stationschef te 's-Hage.
Wij vernemen, dat de eerw. heer R. Van
j Oppenraaij, S. J., om aan de vele te laat
gekomen bestellingen te kunnen voldoen, zijn
I met goud bekroond gedicht Amor te tweede
j male zal uitgeven.
I Zeker in onze dagen een zeldzaam lot voor
een Latijnseh vers. Deze tweede oplage is
ten voordeele der melaatschen, aan wier
verpleging pater Damiaan zijn leven had toe-
j gewijd. (2.)
Door de maréchaussées te Vaals werden
Vrijdag 11. 20 stuks koeien in beslag geno
men, welke uit Duitschland naar Nederland
waren overgekomen.
Als eigenaar heeft zich aangemeld de
landbouwer Kreemer uit Gaasmühle (Prui
sen). Hij geeft voor, dat het vee door in
braak zijne weide ontvlucht is en daarna
koers heeft gezet naar ons land. Het vee is
in de kazerne der maréchaussées gestald.
Uit Breda wordt ons van Vrijdag 11. ge
schreven
»De eene heiligschennende kerkdiefstal is
nog niet achter den rug, of men hoort we-
ITALIE.
De Duitsche rijkskanselier en Crispi had
den Zaterdag-namiddag een nieuw onder
houd. Het gastmaal ten hove zou een privé
karakter hebben.
Volgens de Popoio zou Caprivi bij de ont
vangst van de Duitsche kolonie het hebben
tegengesproken, dat hij een onderhoud met
Kalnoky heeft gehad. Caprivi verklaarde,
dat er nog geen zoo kalm tijdperk voor de
internationale politiek is geweest als thans.
Hij voegde er nog bij, dat er op dit oogen-
blik geenerlei bezorgdheid voor de toe
komst is.
Zaterdag-avond te 10 ure 30 m. zijn Ca
privi en Crispi van Monza naar Milaan ver
trokken, waar zij den volgenden dag een
nieuw onderhoud zouden hebben.
PORTUGAL.
De Koning bracht Zaterdag een bezoek
aan boord van het oorlogsschip Koningin
Emma der Nederlanden.
De Times verneemt uit Lissabon dat Soa-
res naar Bern gaat, met eene buitengewone
zending betreffende de Delagoa-spoorweg-
kwestie en de Angola grens-kwestie, over
welke beide Zwitserland als scheidsrechter
heeft te oordeelen.
Volgens het blad Dia heeft Engeland de
door Portugal voorgestelde modus vivendi
betreffende Oost-Afrika aangenomen.
Schiedam, 10 November 1890.
Uit Apeldoorn meldt men van heden mid
dag aan het V. D
In 's Konings toestand wordt merkbaar
achteruitgang waargenomen. Het toegediende
voedsel wordt meestal zonder bewustzijn
gebruikt. De weinige slaap wordt herhaalde
lijk gestoort door onrust, waardoor de hooge
lijder, als aan angst ter prooi, voortdurend
van en op de legerstede wil geholpen wor
den."
Bij Burgemeester en Wethouders zijn in
gekomen de volgende verzoeken
lo L. Kleipool, om vergunning tot
uitbreiding zijner brander ij in den
's Gravelandschen polder alhier, wijk B, no.
93; kadaster sectie II, no. Ill, door plaatsing
daarin van eene stoommachine van
paardekracht en een ketel van 2 M
verw. oppervlak
2o de firma Wouterlood B e r-
k e 1 a a r, om vergunning tot uitbreiding
harer stoomzagerij, kuiper ij enz.
in den 's Gravelandschen polder alhier,
wijk B, no. 93e, kadaster sectie F. no 1472/3,
door bijplaatsing van eene stoommachine
Episode uit den tijd der Fransche revolutie.
31) Naar het Fransch van Just Girard.
Deze vandalistische daad bracht er het hare
toe bij om de bevolking van het dorp tegen
hem op te ruien. Men ontzag zich niet Gods
rechtvaardigen wraak over zijn heiligschen
nis in te roepenmen verspreidde bittere
spotternijen jegens een afgevaardigde de
regeering, die zich over zijn tegenspoed in het
zoeken van zijne ontsnapte gevangenen zocht
te wreken door het vërbrijzelen van steenen
beelden.
Deze praatjes werden hem door eenigen
zijner vertrouwelingen ter oore gebracht. Zijn
woede kende geen palen. »Zoo 1 riep hij op
woesten toon uit, met een gedwongen glim
lach op de lippen, dat zullen ze eens zien,
die dweepers, die aristocraten, of ik mij slechts
op stukken steen zal wreken."
Hij gaf dadelijk bevel vijf der notabelste
bewoners van het dorp, als verdachten, in
hechtenis te nemen, benevens de vrouw en
den oudsten zoon van Planart en de vrouw van
notaris Couriet.
Den volgenden dag liet hij den geneesheer
en den ouden ridder van den II. Lodewijk
gevangen [nemen, die door zijne rheumatiek
reeds sedert verscheidene maanden aan zijn bed
was gekluisterd. »Wat vreest men dan toch
van een armen lamme, zooals ik vroeg hij
aan den gendarmes, die hem wilden weg
voeren; »gij zult mij slechts van gevangenis
doen veranderen, want sinds lang ben ik
gevangen in mijn eigen kamer."
Alvorens tot de inhechtenisneming over
te gaan, wilden de gendarmen den commis
saris den toestand van dezen armen man
blootleggen, die geen stap kon verzetten.
«Met welk recht vermeet gij u, riep Toustain
woedend uit, u tegen mijne bevelen te ver
zetten. Zoo hij al niet met zijne beenen
samenzweert, dan toch zeker door zijne taal.
Als hij niet kan loopen, moet men hem maar
dragen
En men droeg hem naar de nieuwe voor-
loopige gevangenis, die Toustain in zijn eigen
huis had laten inrichten, om beter over de
gevangenen te kunnen waken.
Nu was de ontsteltenis en de onrust in
het dorp ten toppunt gestegen. Men sprak
van nieuwe inhechtenisnemingen tegen den
volgenden dag men wist niet meer°hoe aan
het dreigende gevaar te ontsnappen, toen
plotseling redding opdaagde van een kant,
waarvan men verre was die te verwachten.
De burgemeester van Auvrigny was, zoo
als men zal opgemerkt hebben, van alle da
den van den afgevaardigde van het comité
tot algemeen welzijn onzijdig gebleven. Hij
had al de bevelen, welke Toustain hem wilde
geven, van zijn hals weten te schuiven, door
te zeggen, dat de werkzaamheden aan de
smelterijen al zijn tijd in beslag namen.
Toustain had hem wel te verstaan gegeven,
dat persoonlijke belangen voor de publieke
belangen moesten wijken maar de burge
meester had met zekeren trots geantwoord,