FEU ILLFTON.
BINNENLAND.
De Wraak van een Christen,
lijke gehechtheid te kunnen betuigen. De
Truth van Londen weet te vertellen, dat de
Keizerin den Paus incognito een bezoek heelt
gebracht, maar dit bericht verdient blijkbaar
niet veel geloof.
RUSLAND.
De Russische bladen verheugen zich over
de goede ontvangst van den grootvorst-troon
opvolger te Weenen, en zien er een bewijs
in van Oostenrijks vriendschappelijke gezind
heid jegens Rusland, of minstens eene er
kenning der Russische vriendschap door
Oostenrijk. De Novoie Wremia, die slechts
het laatste veronderstelt, vreest zelfs, dat die
erkenning weer door den tijd uitgewischt zal
worden.
Als het reisprogram van den Czarewitch
afgewerkt wordt, zooals het thans is opge
maakt, dan zal de liooge reiziger eerst in
Augustus van het volgend jaar terugkeeren.
Voor de reis door Silezië wordt dan drie
maanden gerekend. Jeruzalem is voorloopig
van het program geschrapt. In Britsch-
Indië, Ceylon en Japan worden reeds toe
bereidselen tot eene schitterende ontvangst
van den grootvorst-troonopvolger gemaakt.
De Liniburgsclie Motie.
De Maasbode geeft het volgend verslag
van de vergadering der katholieke kiesver-
eeniging te Maastricht, waarin besloten werd
aan de bekende motie van den Noord-Bra-
bantschen Bond van R. K. kiesvereenigingen
steun te verleenen
Gisteren had onder voorzitterschap van dr
Schteinemachér, lid der Tweede Kamer, de
aangekondigde vergadering van de Katho
lieke Kiesvereeniging te Maastricht plaats.
Na voorlezing van notulen enz., deelde de
voorzitter het doel der vergadering mede en
vroeg of iemand het woord verlangde. De
heer Hustinx leest een stuk voor, waarin
op de noodlottige gevolgen der legerwet ge
wezen wordt, zoowel wat de moreele als
stoffelijke belangen des volks betreft, en wijst,
op het groote feit der N.-Brabantsche motie.
De heer mr. Seidlitz repliceert en zegt, dat
de Brab. motie een mandat impératif is,dat
inconstitutioneel en revolutionnair is. Ook
hem was de legerwet een gruwelook hij
wenschte niets liever dan die te zien ver
dwijnen, maar dat gaf geen recht om het
geheele ministerie af' te vallen en daardoor
de komst van een liberaal ministerie mo
gelijk te maken, dat zeker niet zou nalaten
een even slechte legerwet in te dienen.
De heer Nuijens antwoordde, dat de woor
den mandat impératif het eerst gebruikt
waren door de tegenstanders der motie, maar
niettemin hier geen aanwending konden
vinden.
De kiezersbonden in N.-Brabant, die het
geheele Noordbrabantsche volk achter zich
hebben en bijna door geheel het Katholieke
Nederland zijn toegejuicht, geven hier ant
woord op. Zoo ooit dan spreekt hier de volks
stem. Hij ziet geen kans om aan de leger
wet te ontkomen dan door' de aansluiting bij
de Brabantsche motie, daar er van deze regee
ring, die geheel ter wille van de anti-revo-
lutionnairen is, niets voor de Katholieken te
verwachten is.
De heer Seydlitz repliceert, tracht den
vorigen spreker te weerleggen en eindigt
met eene motie voor te stellen, waarin ge
zegd wordt, dat de R. K. kiesv. St. Serva-
tiusbond te Maastricht, hare afkeuring te ken
nen gevende over de legerwet, maar niet
kunnende instemmen met de vérgaande strek
king der Noordbrabantsche motie, meent af
stemming van de begrooting van oorlog te
moeten aanbevelen, en verder vertrouwen
stelt in de wijsheid der volksvertegenwoor
diging-
Na eenige uiteenzettingen, die evenwel
weinig met de dagorde hadden uit te staan,
verklaart de heer Hustinx mee te kunnen
gaan met de motie van den heer Seydlitz,
omdat daaruit voldoende de tegenstand van
Maastricht aangaande de legerwet spreekt
en instemming met de Noordbrabantsche
motie.
De voorzitter stelt voor de motie in stem
ming te brengen door opstaan of blijven
zitten.
Met bijna algemeen opstaan wordt de
motie-Seydlitz aangenomen, waarna de ver
gadering uiteengaat.
Aan het eind van zijn verslag wijst de
Maasbode op de inconsequentie, die volgens
hem in het besluit der Maastrichtsche kies
vereeniging gelegen is.
«Is het revolutionnair zoo gaat het blad
voort te streven naar den val van het ge
heele ministerie, en is het dat niet, als men
den minister van oorlog wil doen vallen
«Hierover heeft men ongetwijfeld niet nage
dacht; ook heeft men niet overwogen, dat de
legerwet niet uitgaat van den minister van
oorlog alleen maar van het geheele ministerie.
Er is' dus niet één minister schuldig maai
de regeering in haar geheel.
«Of men het te Maastricht dus wil of niet,
het besluit van den St. Servatiusbond is een
doodvonnis voor het ministerie."
Schiedam, 11 November 1890.
Bij den korpswedstrijd, uitgeschreven door
de Amsterdamsche Kegelclub «Humor,en
aldaar Zondag 9 dezer gehouden, behaalde
de Scliiedamsche Kegelclub «Anti-Poedel" de
zilveren medaille.
Episode uit den tijd der Fransclie revolutie.
32) Naar het Fransch van Just Girard.
Dienzelfden avond keerden Planart en Cour-
let kalmpjes naar hun huisgezin weder. Waar
zij vandaan kwamen? Niemand wist het.
Wanneer men hun op dat punt wilde onder
vragen, antwoordden zij, dat zij den geheelen
tijd hunner afwezigheid met den pastoor had
den doorgebracht, maar dat men hun daar
over niets meer moest vragen.
De voorzichtigheid vereischte, dat de pastoor
zich nog schuil hieldmen begreep dus dat
het geheim, dat totnutoe zijn heil was ge
weest, niet ontsluierd mocht worden, en men
sprak er niet verder over.
Wij echter hebben die redenen van stil
zwijgendheid niet, en geven onzen lezers dus
eenige bijzonderheden omtrent hun schuil
plaats, waardoor men zal begrijpen hoe het
mogelijk was, dat Toustain bedrogen werd,
ondanks de scherpzinnigheid, waarop hij zich
beroemde.
Na het vertrek van den hertog van Auvrigny
hadden de pastoor en zijn beide vrienden
meermalen den grafkelder bezocht, eerstens
om den schat, die hun was toevertrouwd, te
verbergen, ten andere om dat gedeelte, dat
hun in tijd van nood als schuilplaats zou
moeten dienen, beter te leeren kennen en
het voor deze bestemming in orde te brengen
want de loop der gebeurtenissen deed de
noodzakelijkheid van een toekomstige vlucht
voorzien.
Terwijl zij het doodengewelf doorliepen,
ontdekten zij het luik en den trap, die met
de onderaardsche gangen van den berg in
verbinding stond. Dit was een belangrijke
ontdekking. Het was zeer zeker, dat men,
wetende dat de pastoor zich in het land
schuil hield, zou veronderstellen dat hij in
deze gewelven een schuilplaats had gezocht,
die met den grafkelder, vervolgens met de
sacristy en daarna met de pastorie-zelve in
gemeenschap warenwant de lieden, die
slechts een weinig nauwlettend waren, moes
ten ongetwijfeld al deze verbindingen ont
dekken. Maar om dezelfde reden, zouden
zij ook het deurtje kunnen ontdekken, dat
zich in een der hoeken van den kelder be
vond en waardoor de graaf hen naar de hoo-
gere galerijen had gevoerd.
In den ouderdom van ruim 82 jaren is 11.
Zaterdag te dezer stede overleden de heer
P. van Vliet, oud-strijder van 1830. De heer
Van Vliet werd bij de overgave der citadel
van Antwerpen krijgsgevangen gemaakt en
vertoefde als zoodanig eenigen tijd in Frank
rijk, waarna hij in zijn geboortestad terug
keerde, waar hij vele jaren het ambt van
Rijksloods heeft vervuld.
Naar wij vernemen, zou de datum van de
beëediging van Haar Majesteit de Koningin
als Regentes nog onzeker zijn, daar de be
paling hiervan afhangt van die der afkondi
ging van de wet, waarbij het Regentschap
wordt ingesteld en Haar Majesteit tot Regen
tes wordt benoemd.
Die dag kan de 18e November zijn, maar
zou ook de 19e kunnen wezen.
Verder wil men weten, dat Haar Majesteit
zich op den dag der beëediging met hetzelf
de ceremonieel naar de Vereenigde Vergade
ring der Staten-Generaal zal begeven, als
gebruikelijk is bjj de plechtige opening dier
Vergadering door Zijn Majesteit den Koning,
terwijl het voornemen zou bestaan dat Haar
Majesteit op den dag dezer plechtigheid des
ochtends hier ter stede aankomen en des
namiddags wederom naar het Loo terugkee
ren zou. Dagblv. Z.-Il.)
De heer B. Oppenheimer en ongeveer 70
andere belanghebbenden bij den handel in
levend vee van Nederland op Engeland heb
ben in een adres aan den minister van Bui-
tenlandsche Zaken verzocht, met het oog op
de omstandigheid, dat het door mond- en
klauwzeer aangetaste vee in de gemeente
Vaals weder geheel is genezen, en dit enkel
geval, gelukkig, geen verdere gevolgen heeft
gehad, zoodat deze ziekte in ons land vol
komen is geweken, zoo spoedig doenlijk alle
pogingen in het werk te stellen, om van de
Erigelsche Regeering opheffing van het ver
bod van invoer van vee uit Nederland te ver
krijgen, en dat tenminste ons slachtvee
weder levend naar Deptford uitgevoerd
worde.
Zaterdag-avond had te Oud-Beierland een
groote volksoploop plaats als gevolg van het
afkondigen der nieuwe politie-verordening,
waarbij het houden van kermisvermakelijk
heden op particulier terrein is verboden.
Onder het zingen van het lied Kermis moet
er wezen en kermis moet er zijn, toog de me
nigte naar het huis van den burgemeester,
Men moest dus dezen ingang doen ver
dwijnen en eene andere daarvoor in de
plaats vinden. Na lang zoekens ontdekte men,
dat een oude toren, waardoor men op den
zolder van de pastorie kwam, tegen den
ouden muur der vestingwerken was aan
gebouwd.
Van uit een der schietgaten van dezen
toren kon men, met behulp van een ladder
op den ouden muur klimmen, waar zich een
platform bevond, en van daar kon men ge
makkelijk de galerijen bereiken. Voor meer
dere zekerheid kon men, na op het platform
te zijn geklommen, den ladder weghalen,
en daardoor zich volkomen aan alle vervol
ging onttrekken.
Er bleef dus nog slechts over, om voor
alle mogelijke dingen veilig te zijn, het deur
tje in den kelder toe te spijkeren. De pas
toor en zijn beide vrienden togen aan het
werk, en sloten dit deurtje at door een
muur, dien zij zeiven bouwden, en waarvan
het metselwerk volkomen gelijk was aan dat
van het overige gedeelte van den kelder.
Na deze afsluiting voltooid te hebben, haal
den zij de ijzeren kist, die de overblijfselen
van den schat van den hertog bevatte, uit
den kelder en brachten die naar de hoogere
galerijen. Wij zeggen de overblijfselen,