frankrijk.
BINNENLAND.
ST. NICOLAAS.
ENGELAND.
Lord Spencer, de vroegere onderkoning
van Ierland tijdens het laatste ministerie
Gladstone, hield te Bremley in eene verga
dering van liberalen eene redevoering, waarin
hij erkende, dat het voor de lersche partij
zoowel als voor de lersche natie uiterst pijn-
lijk is, een man van zoo onmiskenbare ver
diensten als Parnell uit te stooten, maar
daarom verwachtte hij nog steeds dat Par
nell uit eigen beweging zou aftreden om zulk
een uiterste aan zijn partij te besparen.
Het manifest van Parnell is reeds ver
schenen. Het is een lang stuk, waarin
echter geen woord over het proces O'Shea
gesproken wordt. Parnell tracht zelfs de
mooie rol te blijven spelen, door zich voor
te stellen als een slachtoffer der »Engelsche
wolven." Verder doet de schrijver mede-
deelingen over de onderhandelingen, die in
1889 tusschen hem en Gladstone werden
gevoerd. Uit deze mededeelingen moet blij
ken, dat Parnell volstrekt niet tevreden was
over de voorstellen door Gladstone betref
fende de invoering van een zelfbestuur in
Ierland gedaan en dat hij eene ministeri-
eele portefeuille der toekomst, die hem in
een nieuw Kabinet-Gladstone zou worden
geboden, in het belang van Ierlands volle
onafhankelijkheid geweigerd heeft. De slot
som is, dat hij de leiding der partij niet
vrijwillig nederlegt en de beslissing aan het
lersche volk overlaat.
Gladstone ontkent in eenen brief, in ant
woord op Parnell's manifest, de juistheid van
Parnell's verhaal betreffende de voorstellen,
welke Gladstone hem gedaan zou hebben
toen hij dezen te Hawarden bezocht. Glad
stone heeft alleen een geheel vertrouwelijk
gesprek met Parnell gevoerd over de punten
ten aanzien waarvan het Zïomerw/e-ontwerp
van 1886 wijziging zou kunnen ondergaan.
Geen enkel officieel voorstel is door Glad
stone gedaan en in geen enkel opzicht heeft
Parnell zich tegen Gladstone's denkbeelden
verzet. Ten slotte schrijft Gladstone, dat hij
altijd van gevoelen geweest is, dat de lersche
nationalistische partij onafhankelijk behoorde
te blijven van de partij der Engelsche liberalen.
De bijeenkomst der lersche partij, welke
heden (Maandag) zal plaats hebben, verloor
reeds veel van hare beteekenis, omdat Par
nell duidelijk te kennen gaf dat hij in haar
beslissing niet berusten zal, als deze voor
hem nadeelig mocht uitvallen. De meerder
heid der partij schijnt tegen hem te zijn,
maar geldmotieven kunnen medewegen, daar
het bekend is dat 44 Parnellieten uit het
geheime fonds bezoldigd worden, waarover
Parnell absoluut beschikt.
Het reeds vermelde schrijven van kardinaal
Lavigerie, waarin hij zijn toost op de Fran-
sche republiek verdedigt, heeft reeds aan
leiding gegeven tot een nieuw bewijs van
adhaesie. De bisschop van Séez heeft zich
namelijk onder zeker voorbehoud bij de denk
beelden van den Kardinaal aangesloten.
In een brief door mgr. Trégaro, bisschop
van Séez tot kardinaal Lavigerie gericht,
wordt door Z. D. Hw. de opmerking gemaakt,
dat inderdaad de Kerk geen afschrik van de
republiek behoeft te hebben, zoo deze haar
slechts de rechten wil toekennen, waar zij
aanspraak op kan maken. Doch wat is het
geval? De joodsche vrijmetselarij, welke
Frankrijk regeert, verklaart openlijk den
oorlog aan de Kerk en zegt, dat het clerica-
lisme de vijand is. En de daad bij het woord
voegende, verjaagt zij de relegieuzen, ver-
ontchristelijkt de scholen, verwereldlijkt de
gasthuizen, drijft de seminaristen naar de
kazerne en verzint plagerij Op allerlei gebied.
Dat men de Kerk haar vrijheid wedergeve,
en de Katholieken van Frankrijk zullen de
trouwste steun der regeering zijn, onverschil
lig onder welken regeeringsvorm. Maar de
vrijheid moet ruim, gvootsch en waar zijn,
opdat eerlijk en trouw aan Cesar kunnen
gegeven worden wat Cesars is, maar ook
Gode wat Godes is. Daartoe zullen echter
betere tijden moeten afgewacht worden.
Het blad L'Anjou bevat een bericht, dat
vermoedelijk door' mgr. Freppel geïnspireerd
is, en volgens hetwelk de H. Vader nooit
aan mgr. Lavigerie in last heeft gegeven,
zich zonder voorbehoud voor een of anderen
regeeringsvorm te verklaren.
ZWITSERLAND.
De kantonnale raad van Genève heeft
Pichat en Raison, liberalen, benoemd tot af
gevaardigden bij den Bondsraad, ter ver
vanging van Gavaid en Meriot, radicalen.
Deze benoeming ontneemt aan de radicalen
de meerderheid in den Bondsraad.
Schiedam, 1 December 1890.
Aan het commissariaat van politie zijn
als op straat gevonden aangegeven een
wandelstok met een hondenknop, een zwarte
kip, een jonge kip met zwarte en witte vee-
ren, een bloedkoralen armbandje met gou
den slot, een zilveren vingerhoed, een zweep,
een donkerblauwe want, een bijbeltje, een
sleutel en een rol matten.
Wij ontvingen het verslag van de Verga
dering der Kamer van Koophandel en Fa
brieken op Zaterdag 11. Gebrek aan plaats
ruimte belet ons, dit uitvoerig stuk heden op te
nemen. Alleen deelen wij daaruit mede, dat
door den Voorzitter, die eenige hartelijke
woorden wijdde aan de nagedachtenis des
Konings, onder algemeene instemming werd
voorgesteld, een adres van rouwbeklag aan
H. M. de Koningin-Regentes te zenden.
In het volgend nummer zullen wij dit
adres en het verder in bedoelde zitting ver
handelde publiceeren.
In onze stad, waar nog zoovele windmo
lens zijn, heeft men voorzeker menigmaal
bij feestelijke gelegenheden van Land of
stad of bij een aanstaand gouden of zilveren
huwelijksfeest een molen in feestdos gezien
maar een molen in rouwgewaad hebben ze
ker velen nooit aanschouwd toch bestaat
ook daarvoor een bijzonder ceremonieel tee-
ken, bij de mannen van het vak niet on
bekend. De molen »De Hoop" geeft het
onder deze voor het Vaderland zoo treurige
omstandigheden te zien. Hare roeden ver-
toonen daarbij resp. de Oranjevlag enNeer-
lands driekleur, halfstok, en witte vlaggen
met de jaartallen 1817 en 1890. De vlag-
gestok op de kap prijkt met een standaard
dragende het opschrift: W III, terwijl een
lange rouwwimpel golft over den naam van
den ontslapen Vorst. Zoo tracht de molen
»De Hoop" een beeld te geven van den
diepen rouw, waarmede het overlijden van
den laatsten Oranjevorst alle standen en
staten in ons dierbaar Vaderland heeft ver
vuld.
Naar wij vernemen, is onze oud-stadgenoot,
de weleerw. heer J. D. M. Meijer, kapelaan
te Hellevoetsluis, als zoodanig naar Leimui-
den verplaatst.
Het Overlijden des Konings.
De Staatscourant bevat het programma
van de plechtige begrafenis van wijlen Zijne
Majesteit Willem III, Koning der Neder
landen, Prins van Oranje-Nassau, Groother
tog van Luxemburg, enz. enz. enz, op Don
derdag den 4n December 1890, des voor
middags ten elf ure. (Op dat uur vertrekt
de lijkstoet van het paleis aan het Noordein
de te 's-Hage.)
De gezamelijke hootd- en subalterne offi
cieren van het geheele Nederlandsche leger
zullen bij gelegenheid van de begrafenis, een
kolossale lauwerkrans van massief zilver op
de lijkbaar van Z. M. den Kouing doen neer
leggen.
Hertog Eduard van Saksen-Weimar, die
Koningin Victoria bij de begrafenis zal ver
tegenwoordigen, is de zoon van den Neder-
landschen generaal Bernard van Saksen-
Weimar, die in den slag van Waterloo naast
den Prins van Oranje streed, later aan den
tiendaagschen veldtocht deelnam en vervolgens
leger-kommandant in Indië was. Hertog
Eduard is de broeder van de eerste gemalin
van Prins Hendrik der Nederlanden, en is
ook zelf uit de dagen zijner jeugd niet vreemd
aan ons land.
De Groothertogin van Saksen-Weimar is Za
terdag-avond te 10 uren aan het station van
het Staatsspoor te 's-Hage aangekomen, na
mens de Koningin-Weduwe officieel ontvan
gen door baron de Constant Rebecque,
hofmaarschalk, in ambtsgewaad, en opgewacht
door den Duitschen gezant met de legatiei
den Commissaris des Konings, den Burge
meester, de dames en heeren van het Hof
en den administrateur en secretaris harei
goederen.
Gedurende een kort onderhoud in de wacht
kamer bleef het gelaat van 's Konings zuste®
bedekt met den langen sluier harqr rou^'
kleeding.
In de Nederlandsch Evangelische kerk te
Brussel had Zaterdag II. eene godsdienstoef®'
ning plaats ter gelegenheid van het overl'J'
den van Z. M. Koning Willem III. Zij wei'1
bijgewoond door den Nederlandsche gezant,
mevrouw Gericke van Herwijnen en het
personeel van het gezantschap de Belgische
ministers Beernaert, prins de Chimay, Pontus
de Bruijne, den burgemeester Buis, de ge'
zanten der buitenlandsche vorsten en de
geheele Nederlandsche kolonie. De kerk
was in grooten rouw gehuld. Er waren
een menigte menschen tegenwoordig. De
Nederlandsche club heeft een krans en adres
naar Den Haag gezonden.
De onthulling van het monument voor de
graven Lodewijk en Hendrik van Nassau
vastgesteld op 16 December is, naar df
commissie mededeelt, eenige wekenuitgesteld'
ten bewijze van rouw en droefheid over de'1
dood des Konings.
Naar aan een Belgisch blad uit Den Haag
gemeld wordt, zal de Levensverzekering'
maatschappij Caisse Paternelle aan H. -
de Koningin-Weduwe een som van 3 millioen
gulden hebben te betalen.
In het Dagblad van 's Gravenhage kom1
een gewijzigde tekst voor van het Neder
landsche Volkslied. In hel eerste couplet luide'1
de vier laatste regels
Hij stem met ons, vereend van zin,
Aan Oost-- en Westerstrand.
In 't lied voor Neerlands Koningin
En 't lieve Vaderland.
Door rector en senaat aan de rijks- u"1
versiteit te Leiden, is voor 3 maanden d
zware rouw aangenomen wegens het oveU'J
den van Z. M. den Koning.
Een belangrijke verbetering in de kleedi'1;?
van den soldaat is ingevoerd. Wanneer b!)
strenge koude groot tenue moet worden ge'
dragen, zullen de mindere militairen wollel0
borstrokken onder de korte jas dragen. Det
kleedingstukken zullen spoedig worden uitge{
reikt. Bij marschtenue behoort het mouwve5
onder de kapotjas gedragen te worden.
li.
la
Nadat ik als bijzonder gevolmachtig
van den grooten Kindervriend tijdelijk m'J1^
rondwandeling door de stad moest stak®
hebben verscheidene winkels en magazij»^
een heel ander aanzien gekregen. Blijkb^(
hebben de heeren winkeliers, hoewel v
laat, toch niet in gebreke willen blijv
hunne magazijnen dat voorkomen te gey
wat zij anders om dezen tijd van het J®
vertoonen. Ziet slechts in de winkelk*.
van het bedden-inagazijn der firma u® ft)
Beausar. Het is alsof men het gezicht he®
op eene rijk gestoffeerde salon. Wat k
van artikelen zijn daar niet op de mees
't oog loopende wijze uitgesteld Dat We^.,
daar op den achtergrond zou gewis een
stelijke spruit niet onwaardig zijnen 1
keurige tafeltjes en stoeltjes mitsgaders
schillende winterartikelen zouden geW|jeI).
de hoogste kringen niet versmaad wor
Ook de uitstallingen in de winkelkasten
het andere magazijn dier firma trekken vo
zeker zeer de aandacht. Vooral de da'1
vinden daar veel van wat zij als cadeau
St. Nicolaas in deze dagen kunnen begee' \j
Niet minder dan de étalages in de win*
van de firma Gebr. Beausar trekken ^1
uitstallingen in de Magazijnen R. SchB»
de aandachtzij getuigen gewis van