BB. De roliwwagen, bespannen met acht
paarden, behangen met rouwkleeden, elk
paard geleid wendende door eenen koetsier.
De slippen van het rouwkleed, gedragen
door de heeren, zooals hierboven is aange
geven.
De vier-en-twintig kamerheeren, dragers
van het Koninklijk Lijk, mede als boven, gaan
de aan beide zijden van den rouwwagen.
De adjudanten van nu wijlen Zijne Majesteit
den Koning in gewonen dienst, te paard
Schout-bij-nacht jonkheer J. A. Roëll
Kapitein ter zee W. baron van Hogendorp,
Kapt. J. E. N. baron Sirtema van Grovestius;
Kolonel jonkheer W. L. van Spengler
Kapitein jonkheer S. M. S. de Ranitz
Ritmeester jonkheer W. F. H, van de Poll
Kolonel J. E. Simon
Kapitein jonkheer VV. J. P. van den Bosch.
De ordonnans-officieren van Zijne Majesteit
te paard
Ritmeester E. T. C. H. J. baron van Tuyll
van Serooskerken
Eerste luitenant jonkheer M. W. Boreel
Eerste luit. R. J. graafSchimmelpenninck;
Ritmeester J. G. baron van Sytzama
Eerste luitenant jonkheer C. L van Such-
telen van de Haere
Eerste luitenant J. H. F. graaf du Monceau
waarachter zich aansluiten de adjudanten des
Konings in buitengewonen dienst.
CC. Zijne Doorluchtige Hoogheid de vorst
van Waldeck en Pyrmont en de vorstelijke
personen, die de plechtigheid zullen bijwonen,
in rijtuigen bespannen met zes paarden, gaan
de drie lakeien naast elk portier, en gevolgd
door hoogstderzelver adjudanten te paard.
DD. Hofrijtuigen voor gezanten van bui-
tenlandsche mogendheden vertegenwoordi
gende hunne souvereinen bij de plechtigheid
de rijtuigen bespannen met vier paarden,
gaande éen lakei naast elk portier.
EE. Deputatiën van 't keizerlijk-koninklijk
Oostenrijkse!) infanterie-regiment no. 63, van
het keizerlijk 5e regiment Russische grena
diers van Kiew, en van het koninklijk Pruisi
sche '2e Westphaalsche huzarenregiment no.
11. Deze deputatiën in hofrijtuigen met twee
paarden bespannen, gaande éen lakei naast elk
portier.
FF. Eene deputatie van officieren van het
regiment grenadiers en jagers.
GG. De deputatiën van schutterij, marine,
mariniers, verschillende korpsen der land
macht en van het Indische leger, de deputa
tie van het Metalen Kruis (afdeeling 's-Gra
venhage) deze laatste deputatie verlaat den
stoet bij de Rijswijksche barrière.
HH. De deputatiën, die gevraagd hebben
deel te nemen aan de begrafenis, zullen, bij
aankomst van den stoet te Delft, zich ach
ter de militaire deputatiën aansluiten.
Twee bataljons van het regiment grena
diers en jagers
een bataljon van het 4e regiment infanterie;
een eskadron van het 3e reg. huzaren, en
twee batterijen van het 2e regiment veld
artillerie tot sluiting van den trein.
De trein zal den volgenden weg nemen
Noordeinde Hoogstraat Kleine Groen
markt Veenestraat Wagenstraat
Huygensplein Huygensstraat naar den
Rijswijkschen weg.
Aan de barrière gekomen zijnde, zullen de
heeren, bestemd tot het dragen der slippen,
der decoratiën en der rijkssieraden, alsmede
de kamerheeren, en de heeren, die den stoet
te voet vergezellen, aan wie vooraf daarvan
kennis wordt gegeven, zich begeven in de
voor hen gereed staande rijtuigen.
De trein gaat verder over den Delftschen
weg, tot voor de stad Delft, alwaar zich de
deputatiën van het Metalen Kruis (afdeeling
Delft) bij den trein voegt, volgende achter
de deputatiën van de marine en het leger
bij GG genoemd.
De heeren dragers der slippen, decoratiën en
rijkssieraden, dragers van het Koninklijk Lijk,
mitsgaders de heeren die te 's-Gravenhage den
stoet hebben vergezeld, hernemen hunne plaat
sen bij den rouwwagen, en in den stoet, in
dezelfde volgorde als te 's-Gravenhage.
De trein zal alsdan den volgenden weg nemen:
Het Oude Delft Over de Kerkbrug
liet Oude Delft Door de Nieuwstraat,
voorbij de Hal Achter het Stadhuis om,
langs de Hoofdwacht Over de Groote
Markt Vóór de Meuwe Kerk.
Aan de Kerk gekomen, plaatst zich de
militaire macht in bataille.
Naarmate de trein aankomt, zullen de per
sonen, tot denzelven behoorende, uit hunne rij
tuigen treden, of van hunne paarden afstijgen,
en zich in dezelfde orde, waarin zij bij den
trein gerangschikt waren, in de kerk begeven.
De hofbeambten en officianten zullen zich
aldaar in twee rijen rangschikken, de jongsten
aan de kerkdeur, en zoo wijders naar het koor
toe; de kamerheeren vervolgen deze beide rijen
tot aan het graf; makende dus twee rijen uit,
tusschen welke het Koninklijk Lijk zal doorgaan.
De herauten met hunne wapendragers
plaatsen zich aan beide zijden bij den ingang
van het graf.
De dragers der ridderorden en de rijks
sieraden, mitsgaders de groot-officiereu en
de dragers der slippen van het rouwkleed
plaatsen zich om het graf.
De vier-en-twintig kamerheeren, dragers van
het Koninklijk Lijk, bijgestaan door een gelijk
getal onderofficieren, zullen Hetzelve naar den
koninklijken grafkelder dragen.
Het dienstdoende militaire huis en de ad
judanten van wijlen Zijne Majesteit denKoning
in buitengewonen dienst zullen volgen.
Aan het graf gekomen zijnde, zal het Ko
ninklijk Lijk vóór hetzelve op eene daartoe
bestemde lijkbaar worden gesteld.
Eene toepasselijke aanspraak wordt alsdan
gehouden door den weleerw. zeergel. heer
dr. C. E. van Koetsveld, hofprediker.
Vervolgens wordt de kist van het rouwkleed
ontdaan, en het Koninklijk Lijk in het graf
nedergelaten.
Daarna zullen de vorstelijke personen de
kerk verlaten, te welken einde voor hoogst-
dezelven bestemde rijtuigen aan den ingang
zullen gereed staan.
De kist zal vervolgens met het grootzegel van
het rijk verzegeld worden door den minister
van justitie, vergezeld van der. secretaris-gene
raal van het departement, in het bijzijn vaneen
opper-kamerheer en den opper-ceremonie-
meester.
Genoemde minister zal zich tot dat einde
vooraf naar de kerk begeven.
Na de verzegeling der kist zal de lijkbaar met
het rouwkleed daarover, boven den ingang van
het graf gesteld worden, waarna de heraut (Ne
derland) met luider stemme zal aankondigen,
dat de plechtige teraardebestelling van het
stoffelijk overblijfsel van Zijne Majesteit Wil
lem III, Koning der Nederlanden, Prins van
Oranje-Nassau, Groothertog van Luxemburg
erz. enz. enz. volbracht is.
Na afloop der plechtigheid worden de ridder
orden en rijkssieraden door den hofmaarschalk
in bewaring genomen.
Van het oogenblik, waarop het Koninklijk
Lijk uit het paleis gedragen wordt tot dat het
zelve in het graf geplaatst is, zal elke minuut
te 's-Gravenhage en te Delft een kanonschot
gelost worden.
Derde Afdeeling'.
Bepalingen, betreffende beschikkingen
in de Kerk.
De commissaris van het koninklijk graf
regelt de plaatsing in de kerk.
Oe handhaving der orde is opgedragen aan
twee kamerheeren, als ceremoniemeesters,
bijgestaan door de kamerjonkers als aide-
ceremoniemeesters.
Tot het bijwonen van de plechtige ter-aarde-
bestelling worden uitgenoodigd, en in de kerk
door de aide-ceremoniemeesters naar de voor
hen bestemde plaatsen geleid
De leden van het corps-diplomatique
De voorzitters der Staten-Generaal met
eene commissie uit beide Kamers
De ministers, hoofden van ministerieele
departementen
De ministers van staat
De vice-president van den Raad van State
en eene commissie uit dien Raad
Deputatiën uit de regeering, uit de ver
tegenwoordiging en uit den Raad van State
van het groothertogdom Luxemburg
De vice-admiraals en luitenant-generaals
in werkelijken dienst
He schouten-bij-nacht en generaal-majoors
in werkelijken dienst
Regiments- of korps-commandanten en de
majoor-commandant der koloniale reserve
De grootkruizen der Nederlandsche en
Luxemburgsche orden
De president en procureur-generaal van den
Hoogen Raad der Nederlanden
De pres. van de Algemeene Rekenkamer
De pres. van den Hoogen Raad van Adel
De Commissaris des Konings in de pro
vincie Zuid-Holland
De burgemeesters van Amsterdam van
's-Gravenhage en Apeldoorn
Het hoofd van het gemeentebestuur van
Luxemburg
De hofprediker ds. Bourlier.
Vierde Afdeeling.
Betreffende de Algemeene verordeningen.
Alle op den dag der begrafenis optredende
troepen zullen onder het rechtstreeksch opper
bevel staan van den generaal-majoor, waarne
mend gouverneur der residentie en bevelhebber
der 1ste divise infanterie, J. N. A. baron Taets
van Amerongen.
Alle rijtuigen tot den stoet behoorende, zul
len in het Noordeinde in hunne volgorde ge
rangschikt staan, zooals het programma zulks
aangeeft, en zich daarheen begeven langs
het Noordeinde, komende van de Scheve-
ningsche brug.
De korpsen schutterij, marine, mariniers,
infanterie, cavalerie en artillerie begeven zich
mede op de hun in den trein aangewezen
plaatsen.
Alle klokken zullen, zoo te 's-Gravenhage
als te Delft, geluid worden, van des mor
gens negen uren totdat het Koninklijk Lijk in
het graf geplaatst zal zijn.
Aan het koninklijk paleis zal eene eere-
wacht worden gesteld, om de posten te be
zetten zoowel binnen als buiten het paleis, en
verder al waar zulks noodig zal bevonden
worden.
Piketten cavalerie zullen in de steden en
langs den weg tot bewaring der goede orde
medewerken.
De commissaris van het koninklijk graf zal
zorg dragen, dat hetzelve geopend zij en
nadat de begrafenis geschied is, wederom
weer behoorlijk gesloten worde.
De opper-ceremoniemeester zal zich met
den commissaris van het koninklijk graf ver
staan omtrent de voorbereidende maatregelen
ter nederlating en plaatsing van het Konink
lijk Lijk in het graf.
Militaire wachten zullen aan de kerkdeur en
bij het graf geplaatst worden, van het oogenblik
der opening tot na de sluiting van het graf'.
De zorg, dat de kerk inwendig opgeruimd
zij, en dat in dezelve behoorlijke orde heer-
sche, is aan het gemeentebestuur van Delft
opgedragen.
De gemeentebesturen van 's-Gravenhage
en Delft zullen zorgdragen dat de straten en
plaatsen langs welke de trein passeer en moet,
onbelemmerd blijven.
Burgemeester en Wethouders van 's-Gra
venhage zullen bij de barrière aan den Rijs
wijkschen weg, den uittocht van het Konink
lijk Lijk, en burgemeester en wethouders
van Delft, aan den ingang der stad, de aan
komst van hetzelve bijwonen.
De aide-ceremoniemeester zijn belast met
de handhaving der goede orde.
De stalmeester des Konings, de heer C. J.
van der Oudermeulen, is belast met het for-
meeren, in beweging stellen en doen ophou
den van den trein, waar toe bij zich zal kun
nen begeven ter plaatse waar zijne tegen
woordigheid wordt vereischt, en zal worden
bijgestaan door vier officieren der bereden
wapenen onder G genoemd, terwijl hem twee
wachtmeesters der cavalerie als ordonnansen
zullen worden toegevoegd.
De groot-officieren en officieren van wijlen
Zrjne Majesteit, benevens de staats-ambte-
naren, zijn in groot kostuum, met zwarte
pantalons, en de militaire officieren in groot
tenue, in den rouw, volgens de dienaangaande
voor het leger gegeven voorschriften.
Alle livereibedienden zullen in gala gekleed
zijn met een rouwband om den linkerarm.
De Vice-AdmiraalAdjudant-Generaal der
Marine, Chef van het Militaire Huis,
J. van Capellen.
De Opper-Ceremoniemeester,
Du Tour van Bellinchave.
's-Gravenhage, 29 November 1890.
{St.-Ct.)