Worden. Intusschen werd na telegrafische correspondentie met den minister van kolo niën Hr. Ms. verlof gevraagd om alsnog den krans te mogen aanbieden aan de Koningin weduwe, om op de kist van wijlen haren gemaal in den grafkelder te Delft te wor den gelegd. H. M. heeft wilwillend daartoe hare toestemming gegeven. De krans, die gisteren naar 's-Hage werd gezonden, om aan H. M. door den minister van koloniën te worden aangeboden, bestaat uit sierlijke zilveren lauwerbladen met ge- oxydeerde vruchtenknoppen. Zij worden bij eengebonden door een breed zilveren lint op den strik prijkt eene geoxydeerd zilveren W. met kroon. Op de einden van den strik staan de woorden»De ingezetenen van Batavia." De krans die 85 bij 70 cM. groot is, weegt bijna -4 kg. en is gehecht op een zwart fluweelen kussen met zwart en zil- verkoord georneerd. Het is eene waardige hulde van Batavia aan de nagedachtenis van onzen Koning. Verleden zomer zijn, gelijk bekend is, voor het eerst Javaansche arbeiders naar Surina me gezonden. Zij zijn daar bij de Nederl. Handelmaatschappij in dienst en worden voor den veldarbeid gebruikt. Naar een particulier bericht aan de Haarl. Ct. meldt, ziet men er voorloopig van deze nieuwe arbeidskrachten nog niet veel heil. Deze Javanen zijn buitengewoon lui, willen haast niets doen, zoodat men met zachtheid niet ver bij hen komt. De groothertogin van Saksen-Weimar heeft voor f1000 deelgenomen in de verloting ten bate van het Burgerziekenhuis te Am sterdam. De heer Henry Tindal verzoekt in een adres aan de Tweede Kamer, dat deze een parlementaire enquête instelle over den te- genwoordigen staat onzer weermiddelen en wel hoofdzakelijk om uit te maken of het waar is, dat Nederland volgens 'sheeren Tindal's meening op het oogenblik zoo goed als weerloos is. Men schrijft ons uit Amsterdam Het Tweede Kamerlid, dr. Schaepman, trad Zaterdag-avond in de Katholieke kiesveree- niging »Unitas" als spr. op. De groote zaal van Frascati, zoowel als al de bovenkamers, waren geheel gevuld, zoodat het auditorium minstens op 1200 a 1300 personen moet worden geschat. De vergadering werd geleid door den voorzitter des bestuurs, den kapi tein T. M. Keyser, die na een korte inleiding het woord gaf aan dr. S. Deze verklaarde gaarne de uitnoodiging om in Amsterdam een kort, waar woord te komen spreken over de politieke aangelegenheden van den dag, meer bijzonder over de aanhangige legerwet, te hebben aangenomen. In die wet waren drie hoofdmomenten te onderscheidenle jaarlijksche contingent- verhooging, 2o. verlenging van den dienst tijd, 3o. afschaffing van dienstvervanging. Wat het eerste betrof, daarin verklaarde spr. wel met de regeering te kunnen mede gaan, op grond dat dit cijfer, gebaseerd op de wet van 1861 (1 op 300) volgens de statistieke opgaven der bevolking in stede van 11000 circa 15000 zou moeten bedragen. En dat deze zaak geen nieuw denkbeeld was van de Regeering toonde hij aan uit de ge schiedenis van 1875, toen reeds in verband met de toegenomen bevolking, de noodzake lijkheid werd aangetoond, dat naar deze ver houding het jaarlijksch contingent met 1700 man zou moeten worden vermeerderd. En waarmede 5 Kamerleden van onverdacht katholieken naam als de heeren Van Zinnig Bergman, Des Amorie van der Hoeven, Luy- ben, Heydenrijck en Van der Schrieck vol komen instemden, Ad 2m verlenging van diensttijd. Daarmede kon hij niet volkomen instemmen, omdat de duur van 8 jaren zoo veel belemmeringen 'voor huwelijken en andere maatschappelijke belangen veroor zaakte. Ofschoon ieder toch wel wist, dat de acht jaren van dienstplicht, en die van werkelijk den ransel te moeten dragen, een hemelsbreed verschil maakten. Daarenboven nog meende hij, dat al was dit werkelijk ook het geval, hem dan nog geen geval be kend was, dat zelfs hoog bejaarde mannen, die het grootste deel van hun leven dien ran sel hadden gedragen, eronder misvormd of bezweken waren. Ad 3in. Afschaffing van de dienstvervan ging. Omtrent dit punt kon spr. zich niet vereenigen met de bezwaren, die onder de tegenwoordige omstandigheden en vormen daartegen waren aangevoerd, en die er werkelijk eenigen schijn aan gaven, alsof de Katholieken minder vaderlandslievend waren, dan zij, die voor het beginsel waren. Wat sprekers persoonlijk gevoelen dien aangaande betrof, zoo was hij in beginsel tegen alles wat zonder noodzaak de lasten zou kunnen verzwaren. Maar gold het in deze, dat de Ministers, aan wier handen de regeering is toevertrouwd, op overtuigende wijze aantoonden, dat zonder dien maatregel een behoorlijke legerhervorming niet moge lijk was en het voortbestaan onzer zelfstan digheid zou worden bedreigd, dan moest hij zijn persoonlijke overtuiging aan het alge meen belang opofferen, daar hem als Neder lander die onafhankelijkheid niet slechts voor het heden, maar ook voor de toekomst en het nageslacht, ten naaste aan het harte ligt Als volksvertegenwoordiger rust dan ook op hem de dure verplichting om een maat regel als deze, en door de Regeering nood zakelijk geacht, niet te mogen tegenwerken. Want, zoo eindigde spreker, wij moeten al tijd met fierheid den troon tegemoet kun nen gaan, en hem helpen bevestigen, opdat als hij zegtJe maintiendrai, wij kunnen roepen nous maintiendrons. (De reden werd herhaaldelijk op verschillende punten luide toegejuicht.) (R. N.) Men schrijft dd. Zaterdag uit Hoorn De Zuiderzee voor deze stad is thans eene overal even gladde ijsvlakte gelijk. Bij niet te feilen wind wemelt het daar van schaat senrijders, van wie sommigen zich tot eene gezichtsverte verwijderen. Blijft de winter nog een paar dagen aanhouden, dan zal Maandag e. k. op die onafzienbare ijsbaan eene harddraverij met paard en arreslede worden gehouden. In ongeveer 30 jaar heeft dit niet kunnen plaats hebben. Bij eenigszins goed winterweder zal het bij die gelegen heid aan belangstelling zeker niet ontbreken. PERNIS. Door eene Commissie is bij de ingezetenen gecollecteerd om door extra be deeling eenigszins in de behoeften der armen te voorzien. Ruim f230 bracht de collecte op. DORDRECHT. Op de rivier voor deze stad wordt druk schaatsen gereden. Een lange baan loopt van Zwijndrecht naar Dor drecht en wordt als het gewone verkeer- middel tusscben de beide gemeenten ge bruikt. Dagelijks ziet men zware vrachten over de dikke ijskorst voerep- Kerknieuws. Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem heeft op Zaterdag 20 dezer in de kapel van het seminarie te Warmond de H. Wijding van het Sub-diaconaat toegediend aan de eerwaarde heeren M. P. J. Möllman, J. H. Niedfeld, Theod. Jansen, F. M. C. Van Kers bergen, B. M. H. Zurlohe, J. C. Fl. Jansen, P. Nieman en E. A. M. Merselde H. Wij ding van het Diaconaat aan de eerwaarde heeren G. W. Van der Burg, H. C. Colla, C. B. L. De Voghel, F. J. H. Evers, J. P. Hendriks, J. P. J. Kemper, J. J. A. M. Krook, N. Lonridtz, S. C. M. J. J. Meeus en W. C. Zuidgeest, en de H. Priesterwijding aan de eerw. heeren J. P. Westerhof en A. H. J. Sprenger. Z. D. Hw. heeft benoemdtot kapelaan te Rotterdam (H. Antonius) den weleerw. pater J. H. P. Van Berkeltot pastoor te Delft (H. Jozef) den weleerw pater G. Broekman tot kapelaan te Amsterdam (H. Antonius) den weleerw. pater J. P. G. Tack tot assistent te Amsterdam (H. Antonius) den weleerw. pater A. De Wittot kape laan te Vogelenzang den weleerw. heer A. H. J. Sprenger, en tot kapelaan te Haarlem mermeer (H. Franciscus van Sales) den weleerw. heer J. P. Westerhof, beide laatst genoemden op 20 dezer priester gewijd. Jl. Zondag, juist op den feestdag zijner 62e verjaring, werd aan de parochie van Poeldijk haar beminde, herder, de zeereerw. heer J. P. Görtz, onverwacht door den dood ontrukt. In 1852 tot priester gewijd, werd Z.Eerw. in 1885 tot pastoor te Poeldijk benoemd, na alvorens o. a. kapelaan te 's-Hage en pastoor te Oud-Ade te zijn ge weest. De overledene was een groot kan selredenaar een door hem uitgesproken lijk rede op den zeereerw. heer pastoor Aarsen -is in druk verschenen en mag daarvan als blijvend bewijs strekken. Zuidh GEMENGDE BERICHTEN. Als een bewijs hoe sterk het in de af- geloopen week gevroren heeft, moge dienen, dat te Lobit een zware lindeboom van boven naar beneden gespleten en een zeer geharde kunstweg zwaar is gebarsten. De Rijn aldaar is thans gezet, zoodat men als het vriezend weer aanhoudt, dien spoedig te voet kan passeeren. In de Belgische gemeente Santvliet, n abij het Nederlandsche Ossendrecht, zijn ten ge volge der strenge koude een vrouw en twee kinderen doodgevroren. De ongelukkigen la gen in hun woning op een hoop masten- spelden en hadden niets om hun verkleumde ledematen te bedekken. Maandag-nacht is er te Oud-Beierland aan het raadhuis, op de plaats der gemeentelijke afkondigingen, een groot biljet aangeplakt, bevattende de ergerlijkste beleedigingen tegen het hoofd der gemeente. Het biljet is door een particulier afge scheurd en aan de politie ter hand gesteld. De oliepakhuizen van de firma F. Alber- dingk Zonen, aan de Brouwersgracht bij de Binnen-Oranjestraat te Amsterdam, zijn Zaterdag-avond voor een groot deel een prooi der vlammen geworden. De dezer dagen verkrijgbaar gestelde ver guld metalen gedenkpenningen, dragende aan de eene zijde het borstbeeld van wijlen Z. M. koning Willem IH en daardoor veel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 3